Algemene economie B
Deel 8: Inleiding tot de macro-economie
H24: Inleidende macro-economische concepten
1: Introductie
Economische activiteiten schommelen in een land
• Periodes van hoge en lage ec activiteit (goede oogst, slechte oogst)
• Tot begin 20ste eeuw: geen goede statistische methodologie en meetinstrumenten
➔ Men gebruikte: aantal ingezette arbeiders, machines, gebruikte energie,… in het
productieproces
• Jaren ‘30 vorige eeuw ontwikkelen van Nationale Rekeningen
o Meten aan de hand van productie, inkomen en (finale)bestedingen
BBP = totale toegevoegde waarde (TW) die geproduceerd wordt door economische activiteit
binnen een bepaalde geografische entiteit gedurende een bepaalde periode.
➔ Degene die waarde toevoegen zijn degene die rijk worden, niet perce wie het
maakt
Bruto: Waardevermindering van kapitaalstock tijdens afgelopen jaar wordt niet in rekening
genomen
Binnenlands: BBP als territoriaal concept
Nationaal: verwijst naar inwoners i.p.v. grondgebied = BIJ BNP
Maatstaf om omvang economische fenomenen aan te duiden
• Overheidsschuld (%/BBP)
• Begrotingstekort (mag in de EU max 3% BBP bedragen volgens Verdrag van
Maastricht)
• Economische groei (% toename reële BBP)
,2: De economische kringloop
Illustreert economische
activiteit = BBP
Overheid: komt tusseen met transfers, belastingen, subsidies
Kapitaalmarkt: waar je geld gaat lenen, de bank
Rest van de wereld: import en export
BBP op 3 manieren bepalen
➔ TW gerealiseerd door productie van goederen en diensten -> genereert inkomen
voor de eigenaars van de PF die gebruikt worden in het productieproces
➔ Die inkomens gebruikt voor bestedingen -> die productie vereisen
Elke berekening zelfde uitkomst!!
Productieketen = beschrijving van alle schakels in het productieproces van een grondstof tot
het afgewerkte product of een dienst (ook wel finale goed of dienst).
Intermediaire input -> verwijderd bij telling!
Intermediaire goederen: moeten nog minstens één productiebewerking ondergaan om
omgezet te worden in finale goederen, vooraleer ze geconsumeerd kunnen worden.
,Toegevoegde waarde: marktwaarde van de productie (output) min de marktwaarde van de
aangekochte intermediaire goederen (input). Het is alle waarde die door het
productieproces wordt toegevoegd aan de output.
3 BENADERINGEN VAN BBP IN EENVOUDIGE ECONOMIE
Productiebenadering:
• Analyse van ‘oorsprong’ van bbp
• Som van alle toegevoegde waarden binnen een economie
• Om dubbeltelling te voorkomen moeten intermediaire goederen uit de berekening
gehaald worden
Bestedingsbenadering:
• De vraag naar goederen en diensten
• BBP als som van marktwaarden van aangeboden finale goederen, plus waarde
export, min waarde import
➔ Som van alle TW geproduceerd door inzet K en/of L van een bepaalde regio/land in
een bepaalde periode
• Bedrijven
• Overheid (politie, rechtspraak, onderhoud wegen, onderwijs, ….)
• Gezinnen (huishoudelijke arbeid, kinderen opvoeden,…)
BBPprod = TWbedrijven+ TWoverheid + TWgezinnen
, Meetbaarheid?
• Bedrijven: jaarrekeningen
o Soms zwarte markt
• Overheden: moeilijk want verkopen geen goederen of diensten op de markt
o Soms gratis
o Soms lager verkocht dan MK: bv univesiteit
o Gelijkstellen aan uitbetaalde lonen aan werknemers
• Gezinnen: heel moeilijk want voor veel diensten geen betaling (was en plas)
o Verschuiving van huiselijke sfeer naar marktsfeer (hellofresh, panos ipv
boterhammen)
o Bij internationale vergelijkingen kan dit tot problemen leiden daar in
Westerse landen veel huishoudelijke taken vermarkt zijn.
Observaties:
• Landbouw: klein en dalend aandeel in totale Belgische toegevoegde waarde
• Industrie (excl. bouwnijverheid): sterk dalend aandeel
o Desindustrialisering
• Dienstensector: toenemend aandeel
o Tertialisering
o Vooral financiële sector en onroerend goed
• Overheid: hoogtepunt jaren tachtig en opvallende knik in 2009 (recessie)
o Soms tot tertiaire sector gerekend
o Of… quartaire sector, niet-marktsector, non-profit sector
3.2: Inkomensbenadering
➔ Som van alle inkomens (factorvergoedingen) verworven uit de inzet van K en L van
een bepaalde regio/land in een bepaalde periode
Economie gesloten kringloop -> elke productie creëert inkomen voor PF K en L en via
indirecte belastingen voor de overheid
➔ Tegen marktprijzen = meest gebruikt
o Bevatten indirecte belastingen en subsidies
▪ Aan of door overheid betaald
▪ Niet uitgekeerd als inkomen
o Het is bijgevolg wel mogelijk dat niet alle BBP wordt uitgekeerd
𝒎𝒂𝒓𝒌𝒕𝒑𝒓𝒊𝒋𝒛𝒆𝒏
𝑩𝑩𝑷𝒊𝒏𝒌𝒐𝒎𝒆𝒏 = Yarbeid+ Ykapitaal + Netto belastingen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studentje2105. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.