Wiskundige initiatie A
INLEIDING
1 Wat is wiskunde?
Wiskunde kenmerkt zich als een van de oudste wetenschappen met een rijke en
fascinerende historische achtergrond. Wiskunde = wetenschap die zich
bezighoudt met het zoeken naar patronen en structureren vormen
(meetkunde), vergelijkingen en hun oplossingen (algebra) of functies (analyse).
Wiskunde is meer dan alleen cijfers ook klimaat, economie, geneeskunde,
informatica, landbouwwetenschappen, psychologie, rechten en
taalwetenschappen…
Duikt overal op en kent ontelbaar veel toepassingen hele universum
gehoorzaamt aan wiskundige formules.
Wiskunde is de basis van de wetenschap, zonder wiskunde geen wetenschap.
Galileo Galilei: “Het grote boek van de natuur kan alleen maar gelezen worden
door diegenen die de taal verstaan waarin het geschreven is. En die taal is
wiskunde.”
In de kleuterschool bereiden we de kinderen cognitief voor, zodat ze in de lagere
school klaar zijn om met de meer formelere wiskunde van start te gaan. Ook
maken we de kinderen warm voor wiskundige en denkactiviteiten.
1.1 Wiskundige initiatie in de leerplannen
Binnen de ontwikkelingsdoelen van de kleuterschool wordt wiskundige initiatie
verder opgedeeld in volgende domeinen:
- Getallen
- Meten
- Ruimte (initiatie op de meetkunde)
1.2 Algemene doelen van wiskundige initiatie
Door middel van wiskundige initiatie activiteiten willen we kleuters de vereiste
kennis, vaardigheden en attitudes aanreiken die noodzakelijk zijn om het formele
wiskunde-, maar ook taalonderwijs in de lagere school op te kunnen starten. Dit
houdt het volgende in:
- De denkontwikkeling stimuleren: in de kleuterschool evolueren kinderen in
hun denken van concrete handelingen naar denkhandelingen tot
operationeel denken.
Operationeel denken gedachten kunnen samenstellen en coördineren.
Reversibel denken bv. Je giet water uit een hoog smal glas over in een
laag breed glas. Je vraagt vervolgens of er nu meer of minder water inzit.
Een kleuter die operationeel denkt, kan terugdenken en weet dat jij
gewoon het water hebt overgegoten.
, - Wiskundetaal opbouwen: alle begrippen die te maken hebben met
wiskunde: de getallen, rekenhandelingen (plus, min, bijdoen, evenveel als,
meer, minder dan, …) meetkundige begrippen (lang, dik, dunner dan,
kortste, omtrek, oppervlakte, vol, halfvol, leeg, …) ruimtelijke begrippen
(in, uit, binnen, erboven, links, rechts, tussen, …)
- Symboolgevoeligheid ontwikkelen: wiskundige formules door middel van
symbolen. In de kleuterklas leren kinderen dan ook dat er tekens bestaan
met een vaste betekenis zoals het symbool van de kleuters, getal beelden,
pictogrammen in de klas/gang, …
- Vaste regels en voorschriften volgen: kleuters hierop voorbereiden met
kaartspellen, dobbelstenen, bouwplannen, leesfriezen, …
- Kennismaken met de verschillende wiskundige domeinen: kinderen kansen
aanreiken tot speels en actief leren binnen de verschillende wiskundige
domeinen.
- Een onderzoeksgerichte ingesteldheid ontwikkelen.
- Zelfsturing en leerattitudes ontwikkelen: via activiteiten initiatie leren we
kleuters doelgericht werken, stimuleren we het doorzettingsvermogen en
de taalgerichtheid, leren we kleuters problemen te herkennen, te
analyseren en te ontleden en stimuleren we hen om bijkomende info op te
zoeken, …
- Plezier beleven aan denken en cognitieve spelletjes.
1.2.1 Hoe kunnen we dit realiseren?
Door op frequente basis wiskundige activiteiten te organiseren. Dit kan aan de
hand van specifieke ontwikkelingsmaterialen en activiteiten. Maar ook door hun
te bevragen tijdens het spel, je maakt hen bewust van hun handelingen en zet
hen aan tot verder denken en je kan wiskundige begrippen stimuleren.
CLASSIFICEREN EN SERIËREN
Classificeren: dit houdt in dat kinderen objecten en ervaringen kunnen ordenen
op basis van gelijkenissen en overeenkomsten. (zwarte labrador, zwarte beagle
en zwarte poedel behoren allemaal tot de zwarte honden)
Seriëren: dit houdt in dat kinderen objecten en ervaringen kunnen ordenen op
basis van onderlinge verschillen. (groot naar klein, lang naar kort, …)
1 Classificeren
, Door de classificeren kunnen kinderen en wijzelf dus dingen ordenen op basis van
hun gelijkenissen. Dit doen we op basis van klassen en subklassen.
1.1 Classificeren in de praktijk
1.1.1 Mogelijke kenmerken
Je kan alle soorten kenmerken classificeren sommige kenmerken eenvoudiger
in te delen dan andere.
Kleur is een van de eerste kenmerken dat kinderen leren sorteren.
Tabel van eenvoudige tot complexe kenmerken waarmee je in de kleuterschool
kan classificeren:
1 kleur
2 vorm
3 positie
4 grootte
5 hoogte
6 plaats
7 groep
8 aantal
9 richting
10 lengte
11 breedte
12 dikte
13 gewicht
14 oppervlakte
15 inhoud
16 Temperatuur
17 tijd
18 snelheid
1.1.2 kenmerken combineren
kinderen gaan een aantal objecten sorteren volgens een kenmerk en
doorsorteren volgens een 2e, 3e, en zelfs een 4e.
Zie voorbeeld pagina 14.
1.1.3 Leerlijn classificeren
Kinderen pre-operationeel stadium (Piaget). Hun denkontwikkeling is volop in
ontwikkeling niet in staat doelgericht te classificeren wel stimuleren.
Wat kan je van een kleuter verwachten op gebied van classificeren?
- Instap/ K1: kleuters classificeren onsystematisch. Indien er ‘hulp’ wordt
geboden lukt het wel.