Operationeel beheer en logistiek bach 3
Lecture 1
Chapter 1 – Basics of operations management
Value chain
(porter)
= based on value proposition
Operaties gaat over een transformatieproces van
basisproducten naar afgewerkte producten die meer waard
zijn dan de aparte delen van het proces.
Doel: marges zo groot mogelijk maken, in
transformatieproces zoveel mogelijk waarde creëren.
Transformation process
Er zijn inputs nodig die doorheen het process omgezet
worden in outputs.
We willen waarde creëren en efficient (Value + efficiency )
zijn op een manier dat de kosten zoveel mogelijk gedrukt worden.
Het transformatie proces bestaat uit twee stromen, de fysieke stroom en de informatie stroom.
Operations management
Wat is operationeel management?
Is de “core business function” van ieder bedrijf
De rol: het transformeren van organisationele inputs naar outputs
Inputs: werknemers, managers, gebouwen, equipment, materiaal, technologie,
informatie, ect.
Outputs: afgewerkte goederen of diensten
Ze zijn verantwoordelijk voor planning, coördinatie en het controleren van de resources die
nodig zijn voor het produceren van de goederen en diensten van dat bedrijf.
Efficiënte operationeel management laat een onderneming toe om beter, goedkoper en sneller
te presteren = > competitive advantage
Major business functions
Major business functions
Een CEO heeft drie functies die in connective met elkaar
staan.
Major business functions
1
, Operations management decisions
Operations managent decisions
Binnen operatineel beheer zijn er twee
types van beslissingen die gemaat worden.
Startende bij de strategische beslissingen,
om operatinele functies te kunnen
uitvoeren. Dit vertaalt zich dan naar het
tactische niveau, veel kleinere scope aan beslissingen. Als je focust op kwaliteit van je product
moet je ervoor zorgen dat je rekening houdt met bepaalde aspecten, dus ze moeten geallieerd
zijn met elkaar.
= wisselwerking
Strategic decisions
Beslissingen die de richting van de gehele onderneming bepalen; Ze zijn breed in opzet, lont-
term van nature en all-encompassing
Bv. Wat zijn alle unieke kenmerken van ons product dat ons onderscheid van de concurrentie?
Tactical level
Beslissingen met beperkte reikwijdte, short-term van nature en betrekken maar een kleine
groep van problemen; ze zijn gebonden aan de strategische beslissingen.
Bv. Wie zal de tweede shift werken morgen?
Types of organizations
Manufacturing
º Tastbare producten (geproduceert en opgeborgen in de voorraad)
º Laag concatc met de consumenten en langere responstijd
º Kapitaal-intensief
Bv. Een consument koopt een auto bij een auto dealership
Services
º Niet tasbare producten (kan niet opvoorhand geproduceert worden)
º Hoog contact met consuemnten en korter responsetijd
º Arbeids-intensief
Bv. Ziekenhuizen, colleges, theaters, kappers
of organizations
Types of organizations
Bedrijven kunnen bepaalde karakteristieken van
zowel manufacturing als service hebben in hun
organisatie.
Bv. Postal service
Niet tastbare producten, vertrouwbare verzendingen
van brieven, docuemtnen en pakkjes. Toch laag
Companies may have
consumenten ofcontact,
characteristics both grote voorraad, kapitaal-
intensief faciliteiten.
manufacturing and service
organizations
= > postal service ligt in het midden, is een
combinatie van de beide types
Quasi-manufacturing
organizations
2
, Employment by sector
Employment by sector Services
In vele economieën is het service gedeelte
veel belangrijker geworden. De productie
is veel minder belangrijker dan de
voorziening van diensten.
Toch zien we weer een shift vandaag. We Manufacturing
willen veel minder afhankelijk worden van
andere en zien we dat het lokaal gedeelte
ook naar boven terug komt. De focus komt
dus terug richting de productie in eigen land te krijgen.
Historical Milestones
Een product moest vroeger uniek zijn en was gecreerd door een vakmanschap.
Industrieële revolutie
º James Watt (1764): steam enginge -> van mens naar machinekracht
º Adam Smith (1776): division of labor* -> specialisatie
º Eli Whitney (1790): interchangeable parts -> standardisatie
*productie wordt opgedeeld in verschillende delen en diegene dat het het beste kan uitwerken
zal dat deel uitvoeren.
Scientific management (Taylorisme)
º Frederick Taylor (1900): de standaarden vna loon afhankelijke prestaties zijn gebaseerd
op de “scientific time study”, time and motion study
Alles wat uitgeschreven kon worden en geordend wanneer wie wat moest doen
º Henry Ford (1913): moving assembly line -> massa-productie
Meer en meer vraag naar operationeelbeheer!
o.a. door de industriële revolutie
De afzetmarkt werd groter, je product werd toegankelijker.
Human Relations management
º Hawthoren effect (1930’s): productiviteit neemt toe als WN meer aandacht krijgen
º Factoren die niet geld zijn maar toch bijdrage aan de productiviteit
o Job enlargement: meer taken mogen uitvoeren dat oorspronkelijk in jouw
takenpakket zouden zitten,
o Job enrichment: meer afwisseling in de taken die je moet uitvoeren
Management Science
º Quantitative decision making tools (Bv. Inventory models, forecasting models,
scheduling techniques, statistical quality control)
º Developed to support military logistics during World War II
º Commercialized in the 1970’s with the introduction of computers in business.
Management science bouwt voort op het feit dat het echt een vak is geworde na de 2e
wereldoorlog. Overal buiten in de US lag alles in puin, in de US hadden ze het hele veld van
operationeel beheer niet nodig. Andere landen na de 2e wereldoorlog wel, en zij zijn dan ook
diegene dat hierover zijn beginnen nadenken. Veel bedrijven dat we zullen zien zullen japanse
oorsprong hebben aangezien zij voornamelijk hiermee begonnen zijn.
3
, In de US zagen ze dan nieuwe concurrenten die veel goedkoper waren, dus ook zij als bedrijf
zijn zich gaan focussen op operationeel beheer. Gebruikmaken van wiskundige technieken om
hun voorraad beter te kunnen managen en betere producten op de markt te kunnen brengen.
Trends in OM since 1980s
Just-in-time systems (JIT)
De realisatie van productie van grote hoeveelheden met minimale voorraad door het elimineren
van wat wordt gezien als ‘waste’ en continute proces verbetering.
Voorraad wordt gezien al seen sort waste.
Total quality management (TQM)
Kwaliteit verbeteren door de oorzaak van bepaalde defects in producten te elimimneren en
ervoor zorgen dat kwaliteit een verantwoordelijkheid wordt van iedereen.
Focus ligt echt op de kwaliteitscontrole, van het begin van het proces tot het einde.
Global marketplace
Ontwerp design zodanig dat je kan concurreren op de globale markt.
Bedrijven vandaag de dag zijn overal aanwezig, ze doen er alles aan om zich te kunnen
aanpassen.
Business process reengineering (BPR)
Her-ontwerpen van je ondernemingsprocessen zodanig dat efficientie en kwaliteit kunnen
Business process reengineering
worden verbeterd en de kosten kunnen gereduceerd kunnen worden.
Example from the platform economy
Her-ontwerpen van een bedrijfsprocess zodanig dat efficientie en
kwaliteit verbeterd worden en kosten verminderd.
-> Michael Hammer (1990): “reengeneering work: don’t automate,
obliterate”
-> innovatieve ondernemingen gaan vaak hun traditioneel process
opnieuw rethinken ipv nieuwe producten of diensten (zoveel mogelijk te hernieuwen en kwijt
te spelen dat je niet meer nodig hebt)
Example from P&G
Via internet, bepaalde platformen bepaalde producten aanbieden
Example from P&G
Example Procter&gamble
Example from P&G
Before:
Non-integrated
Before:
processes and
Non-integrated
P&G had initieel veel verschillende
processes and
information flows departementen met elk hun focus op
Example from P&G information flows
een bepaald deel. Logisch maar niet
efficiënt, dus wouden ze dit terug
brengen naar 1 bedrijf. Ze hebben
dan ook hun processen herbekeken
om te checken hoe ze bepaalde
dingen anders zouden kunnen
After: uitvoeren om efficiënter te zijn.
Integrated processes
and information flows
4
After:
Integrated processes
and information flows