De samenvatting bestaat uit verschillende hoofdstukken uit het online boek: Open Methodologie en Statistiek. Alles wat van je verwacht wordt op het tentamen, wordt hierin behandeld.
1.1: Wetenschappelijk onderzoek
Wetenschap: vormt de zoektocht naar kennis, waarbij die kennis via een systematische methode
wordt verkregen.
Empirisch onderzoek: onderzoek waarbij data worden verzameld. Bijna al het onderzoek valt
hieronder. De empirische onderzoekscyclus omvat 5 fasen (OSVAR):
Onderzoeksvraag formuleren
Studie ontwerpen
Verzamelen data
Analyseren data
Rapporteren
Iteratief proces: proces van herhaling, de fasen lopen enigszins door elkaar heen (zoals bij empirisch
onderzoek).
Dubieuze onderzoekspraktijken: een gemene deler hierbij is dat de dataverzameling, -analyse of -
rapportage (al dan niet bewust) gebaseerd is op het verkrijgen van gewenste resultaten. Het wordt
vaak beïnvloedt door eigen vermoedens. Het gaat vaak om:
Het selectief rapporteren van variabelen of condities in een studie
o Alleen die het gewenste effect laten zien
Flexibiliteit bij de data-analyse
o Besluiten om wel of niet een extra variabele in de analyse te betrekken of om
bepaalde afwijkende scores wel of niet in de dataset te laten
Selectiviteit of flexibiliteit bij het opstellen van de hypotheses
o Bepaalde hypotheses achterwege laten of achteraf aanpassen zodat deze beter
aansluiten bij de gevonden resultaten
Flexibiliteit bij de dataverzameling
o Besluiten om extra data te verzamelen, omdat de voorlopige data-analyse nog niet
de gewenste effecten laat zien, of juist eerder te stoppen met de dataverzameling
omdat voorlopige data-analyse al het gewenste effect laat zien.
Pre-registratie: het vastleggen van de onderzoeksvraag, onderzoeksopzet en methode van
dataverzameling en -analyse. Alleen op deze manier kan wetenschappelijk onderzoek leiden tot
zuivere kennis en dit verkleint de publication bias.
Publication bias: verwijst naar het fenomeen dat het gemakkelijker en interessanter is om onderzoek
te publiceren dat wel een effect laat zien dan onderzoek dat geen effect laat zien. Onderzoekers zijn
zich hiervan bewust en zijn vervolgens geneigd om artikelen die geen effecten laten zien niet eens op
te sturen naar een tijdschrift ter publicatie. Dit wordt ook wel het file-drawer-probleem genoemd,
omdat dit onderzoek in de kast blijft liggen.
1
,Stapel-affaire: in 2011 kwam aan het licht dat sociaal psycholoog Diederik Stapel op grote schaal had
gefraudeerd met onderzoeksdata.
Full disclosure: de volledige openheid wordt gegeven over het onderzoeksproces. Onderzoekers
publiceren alle informatie mee die nodig is om het onderzoek te kunnen repliceren.
1.2: Operationalisaties
Variabele: iets dat varieert of zou kunnen variëren. Dit kan wijzen naar een theoretische variabele of
een datareeks. Iets dat varieert is wel altijd een variabele.
Psychologische variabele: heeft geen eenduidige definitie. Ze zijn ook niet direct
observeerbaar of meetbaar in eenheden, wat het meten ervan ingewikkelder maakt.
o Psychologische constructen: psychologische variabelen waarbij de definitie is
afgeleid vanuit theorie en waarbij die definitie specificeert wat wel en niet tot de
variabele behoort. Ze kunnen andere variabelen die wel direct observeerbaar zijn
voorspellen of beïnvloeden. Bv het cijfer van een tentamen voorspellen, als iemand
heel erg gespannen is. Construct is hetgeen wat je wil meten.
Introspectie: zelfreflectie om zelfinzicht te vergroten. Het vermogen tot introspectie is beperkt voor
mensen. Mensen overschatten vaak bepaalde vaardigheden van zichzelf. Hoewel alle mensen bv
denken te weten waarom ze doen wat ze doen, blijkt dat ze die redenen voor hun gedrag op dat
moment meestal niet opslaan in hun geheugen en in plaats daarvan achteraf bedenken wat
waarschijnlijk de reden was. Bovendien zijn mensen zich niet bewust van de valkuilen of verstoringen
in de werking, opslag en het ophalen van informatie. Het gebrek aan introspectie maakt dat het nodig
is om operationalisaties te ontwikkelen om constructen te meten in plaats van mensen gewoon
hiernaar te vragen.
Operationalisaties: vertaling van de definitie van het theoretische construct naar een
meetinstrument of manipulatie.
IQ-test
Onderzoekseenheid: iets waar data over verzameld kunnen worden.
Meestal mensen, maar dit kunnen ook scholen, klinieken of gezinnen zijn
Meetinstrument: wordt gebruikt om een variabele bij deelnemers te meten zonder deze variabele te
beïnvloeden. Het resulteert in een of meer datapunten voor elke deelnemer. Deze datapunten
presenteren de score op de variabele waar het meetinstrument de operationalisatie van is.
Items: een enkel element van een operationalisatie.
Meestal een vraag in een vragenlijst
Stimuli: beelden, geluiden, woorden of video’s die aan deelnemers gepresenteerd kunnen worden.
Meetwaarde: een waarde die een operationalisatie van een variabele kan aannemen.
Stel je meet ‘mate waarin geld van belang wordt geacht’ op een 7-puntsantwoordschaal, dan
zijn de meetwaarden 1 tot en met 7.
Datapunten: een klein stukje informatie dat volgt uit een meting of manipulatie van een variabele.
Dit kan een getal zijn, een categorie, etc. Wanneer een operationalisatie (bv een IQ-test) bij meerdere
mensen wordt afgenomen, volgt daaruit voor elke persoon tenminste 1 datapunt (bv een IQ-score).
Een datareeks is de reeks van deze datapunten. Bij statistische analyses worden datapunten vaak
2
,geanalyseerd, waarbij deelnemers de rijen bepalen, datareeksen de kolommen (die daarom ook
variabelen worden genoemd), en elke cel een datapunt bevat.
Manipulaties: de beïnvloeding van een onafhankelijke variabele door de onderzoekers, zodat deze
voor verschillende deelnemers verschillende waarden (condities) aanneemt. Door het manipuleren
van variabelen in (quasi-)experimenteel onderzoek kan onderzocht worden of er een causaal verband
bestaat tussen 2 variabelen. Als 2 vergelijkbare groepen een andere behandeling krijgen, is er ook
sprake van manipulatie.
Een onderzoek naar een nieuwe behandeling voor burn-out. De deelnemers in de ene groep
krijgen de oude behandeling en de deelnemers in de andere groep krijgen de nieuwe
behandeling. Als er vervolgens een verband wordt gevonden tussen deze gemanipuleerde
variabele (bv ‘behandeling’) en de gemeten afhankelijke variabele (bv ‘re-integratie’), is dat
een aanwijzing dat de nieuwe behandeling beter of slechter werkt dan de oude.
Voorbeelden van manipulaties en de mogelijke constructen die door deze manipulaties beïnvloed
worden:
Experimenteel onderzoek: onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van
een experiment en waarbij dus minimaal 1 van de operationalisaties een
manipulatie is.
Omdat bij een manipulatie de operationalisatie vaak gevormd wordt door slechts 1
stimulus, wordt in de praktijk het ovaal vaak weggelaten en staat de variabele naam in
plaats daarvan in de rechthoek. Dit is het versimpelde meetmodel.
Meetmodel: visualiseert hoe een variabele via stimuli of items wordt geoperationaliseerd. Het is een
grafische weergave waarbij de indicatoren weergegeven worden in rechthoeken (vragen uit een
vragenlijst bv) en het construct (hetgeen wat je wil meten) in een ovaal.
Reflectief meetmodel: de lijnen/pijlen lopen van het construct naar de indicatoren. Deze
richting veronderstelt dat het construct (bv iemands mate van neiging tot nadenken) bepaalt
hoe een persoon scoort op de indicatoren (dus bepaalt hoe de vragen op de need-for-
cognitionschaal beantwoord worden).
o Mensen die over een hoge mate van ‘neiging tot nadenken’ beschikken zouden dus
eerder ‘sterk van toepassing’ antwoorden op een stelling als ‘Ik heb er plezier in om
veel tijd te besteden om iets te leren begrijpen’.
3
, Latente variabele: een variabele in een reflectief meetmodel die niet rechtstreeks wordt
gemeten, maar waarvan verondersteld wordt ten grondslag te liggen aan de scores op de
indicatoren.
Hieronder een voorbeeld van het reflectief meetmodel van de operationalisatie van de Big Five
persoonlijkheidskenmerken door middel van de Ten Item Personality Inventory (TIPI).
1.3: Betrouwbaarheid en validiteit
Betrouwbaarheid: De mate waarin een meting bij herhaling telkens hetzelfde resultaat oplevert.
Sommige meetinstrumenten zijn meer betrouwbaar dan andere.
Verstorende factoren kunnen invloed hebben op de zuiverheid van de meting
o Een drukke omgeving, tijdelijk erg gestrest of vermoeid, etc.
Soorten meetfouten:
Niet-systematische meetfout (random measurement error): een vorm van toevallige
verstoring van het meetresultaat. Hoe kleiner de niet-systematische meetfout bij het meten
van een bepaalde variabele, hoe meer betrouwbaar de operationalisatie van die variabele is.
o Bij slechter slapen zal iemand slechter scoren op een IQ-test
Systematische meetfout (bias): een systematische vertekening van het meetresultaat als
gevolg van een niet-valide meetinstrument. Er is sprake van een blijvende verstoring i.p.v. een
toevallig verstoring.
o Wanneer iemand lijdt aan insomnia en stelselmatig slecht slaapt, zal dit blijvend
invloed hebben op de scores van de IQ-test
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DionneCoolbergen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,40. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.