Een samenvatting van het onderdeel economie van het van Management, gegeven door Jozef Hessel. De inhoud betreft de info van de slides en bijkomende informatie.
Jozef Hessel
Een interieurarchitect = persoon die door z’n opleiding in staat is dit beroep uit te oefenen.
specialist in technische, esthetische en budgettaire zin en ziet toe op de goede
uitvoering van zijn ontwerpen
de vertrouwensman van zijn opdrachtgever, en zal hem naar best vermogen bijstaan
Een interieurarchitect is een vrij beroep:
- Dienstverlening bestaat uit intellectuele prestatie
- Opleiding en permanente vorming nodig vooraf
- Architect draagt persoonlijke verantwoordelijkheid
- Dienstverlening is op onafhankelijke wijze
- Beroepsuitoefening is onderworpen aan deontologie
Er is geen titelbescherming voor het beroep van een interieurarchitect. In tegenstelling tot de
titel van architect !
Les 1: Economisch denken
Economische groei
- Toename van economische activiteit vergeleken met eerder meetpunt
- Kan komen door inzet van: productiefactoren zoals land, natuurlijke hulpbronnen,
arbeid & kapitaal MAAR ook menselijke kennis zoals innovatie &
organisatievermogen
- Onderscheid extensieve en intensieve groei
o Extensieve groei: als de bevolking en totale economische activiteit in dezelfde
mate toeneemt
o Intensieve groei: de welvaart toeneemt per hoofd van de bevolking, dit gaat
gepaard met structurele veranderingen
BBP = de waarde van alle FINALE goederen en diensten die gedurende één jaar in een
bepaalde economie geproduceerd worden
- dit tegen geldruil
- eigendomsoverdracht bestaande goederen telt niet mee
BBP van verschillende landen soms moeilijk te verifiëren, wordt op kwartaalwijze
bekend gemaakt
hoe hoger en hoe sneller groeiend > hoe meer economische transacties
plaatshebben > hoe meer de economie van een land groeit
drie grote klassieke categorieën:
- natuur: alles wat in natuur voorkomt dat ingezet kan worden om te produceren
wat de mens wil consumeren
- arbeid: wat de mens moet doen om te produceren
- kapitaal: menselijke productie aangewend om zaken aan te maken ter consumptie
- 4de productiefactor: menselijk kapitaal = kennis, vaardigheden en
ondernemerschap aangewend bij de productie
transacties op 3 markten:
- markt van de productiefactoren
o Er wordt geld betaald voor natuur, arbeid, kapitaal, kennis
- financiële markten: spaarders <> leners
o overheden een belangrijke speler bij begrotingstekorten
- markt van goederen en diensten: kopers: overheden en consumenten
o verkopers: bedrijven
Waarde v/d afzet = verkoop door een productiefase of bedrijfstak aan de volgende
bedrijfstak
Intermediaire aankoop = aankoop van goederen en diensten door een bedrijf bij een
bedrijf uit de vorige productiefase, aangekocht om te gebruiken in eigen productie
Toegevoegde waarde = het verschil tussen de waarde van de voortbrengst en de
waarde van het intermediair verbruik = factorvergoeding
2
, Bruto-product = totale waarde van geproduceerde finale goederen en diensten
- Bruto-product = totale bestedingen
- Bruto-product ≠ som van de productie van alle bedrijven > dubbeltellingen
intermediaire verkoop zit reeds in de eindverkoop
- Enkel toegevoegde waarde meetellen
> bruto-product = som van de toegevoegde waardes van de verschillende
bedrijven in de economie
- Bruto-product = som van de factorvergoedingen
Begin- en eindvoorraad inrekenen
- Beginvoorraad = voorraad aan het begin van een productiefase
- Eindvoorraad = voorraad aan het eind van een productiefase
- Bruto-product = som van de toegevoegde waardes
- Bruto-product ≠ totale waarde van de verbruikers geleverde afzet = 40
- De toename in begin- en eindvoorraad bijrekenen
40 + 2 + 9 = 51 = toegevoegde waarde
- Bruto-product = bestedingen door de verbruiker + opbouw van de voorraad
Geldvraag < > geldaanbod
De waarde van geld is afhankelijk van vraag en aanbod
aanbod geld wordt bepaald door de overheid!!!
vraag geld, het nut van geld als betaalmiddel (geen ruilhandel)
Bepaling waarde van 1 geldhoeveelheid
geld schaars > geld meer waard
geld in overvloed > geld minder waard
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kate01. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.