Inhoud
Table of Contents
Inhoud............................................................................................................................................................................ 1
DEEL I ALGEMENE PRIVAATRECHTSGESCHIEDENIS VAN 1600 TOT HEDEN....................................................................2
HC 1 DE HISTORIGRAFIE VAN DE EUROPESE RECHTSGESCHIEDENIS..........................................................................2
HC 2 EN 3a GROTIUS, SUBJECTIEVE NATUURRECHTEN EN DE MODERNE SCHOOL VAN HET NATUURRECHT.........12
HC 3b EN 4a DE CODIFICATIEBEWEGING EN DE REVOLUTIE IN HET PRIVAATRECHT...............................................23
HC 4b EN 5 HET ONSTAAN EN DE ONTWIKKELING VAN DE ENGELSE RECHTSTRADITIE...........................................35
1. De Normandische verovering en het begin van Common Law.........................................................................35
2. Het begin van de common law onder Hendrik II en zijn opvolgers..................................................................39
3. Het common law in de Middeleeuwen............................................................................................................44
4.De ontwikkeling van het Engelse recht van de 15 de tot de 17de eeuw...............................................................49
5.‘Assumpsit’ en de ontwikkeling van het Engelse contractenrecht....................................................................52
6.Leeswijzer bij de verplichte literatuur...............................................................................................................54
HC 6 DE HISTORISCHE SCHOOL, DE PANDEKTENWETENSCHAP EN HET BÜRGERLICHES GESETZBUCH....................61
1.De strijd om de codificatie in 1814....................................................................................................................61
2.Savigny en de Historische School......................................................................................................................63
3.Romanistiek en Germanistiek............................................................................................................................71
4.De Pandektenwetenschap en de tegenreactie van Jhering...............................................................................72
5.Het Bürgerliches Gesetzbuch............................................................................................................................73
6.Leeswijzer..........................................................................................................................................................75
DEEL II CAPITA SELECTA UIT DE GESCHIEDENIS VAN HET PRIVAATRECHT SINDS 1600................................................77
HC 7 DE REVOLUTIES VAN HET FAMILIERECHT EN DE POSITIE VAN DE VROUW......................................................77
1.Het familierecht en de positie van de vrouw onder het ancien régime............................................................77
2.De Revolutie en het familierecht.......................................................................................................................79
3.Napoleon en de restauratie van het oude familierecht....................................................................................86
4.Het Belgische familierecht en de positie van de vrouw in de 19 de eeuw...........................................................89
5.Het Belgische familierecht en de positie van de vrouw na de Eerste Wereldoorlog.........................................90
6.Het Belgische familierecht en de positie van de vrouw na de Tweede Wereldoorlog......................................92
7.Leeswijzer..........................................................................................................................................................93
HC 8 EN 9 DE OPKOMST VAN HET MODERNE EIGENDOMSRECHT...........................................................................96
HC 10 THEOLOGIE, NATUURECHT EN DE OPKOMST VAN DE CONTRACTSVRIJHEID...............................................128
1. De contractsvrijheid in de Code Civil..............................................................................................................128
2. Pacta nuda in Romeins Recht en canoniek recht...........................................................................................130
3. de onderscheiden definities v causa..............................................................................................................133
4. De bijdrage van de neo-scholastieke theologen.............................................................................................134
5. De weg naar de Code Civil..............................................................................................................................139
6.Leeswijzer........................................................................................................................................................141
1
,EXAMEN:
Mondeling
40min voorbereiding schematisch antwoorden
Max 20min aan het woord bij hem
Je krijgt twee vragen (1ste algemeen met bron tekst – iets zeggen over de bron, analyseren)
literatuur meebrengen, geen bijkomende notities met grote uitleg
inspiratie uit literatuur gebruiken maar moet je dan in je eigen woorden kunnen uitleggen
Wanneer hij jou ontbreekt wilt dat niets zeggen
DEEL I ALGEMENE PRIVAATRECHTSGESCHIEDENIS VAN 1600 TOT
HEDEN
HC 1 DE HISTORIGRAFIE VAN DE EUROPESE RECHTSGESCHIEDENIS
1. Het privaatrecht en de continentale rechtstraditie
a. European Legal History (Europese rechtstraditie)
i. Juridische wereldkaart = politieke wereldkaart -> eigen nationaal rechtstelsel
b. Westerse rechtssystemen
i. Civil law < continentaal Europa
1. China & Japan: westerse modellen samenbrengen
2. Extraterritoriale jurisdictie: zaak behandelen in land van beschuldigde -> westers recht
overnemen
3. Codificatie
4. Ius civile = recht van romeinse burgers
a. Herontdekking van de digesten (late 11e eeuw)
b. Studie van Romeins recht in Bologna -> éénmakende werking
ii. Common law < Engeland
1. Precedentenwerking van rechters
2. Impact van RR was veel minder
3. Common law = gemeenschappelijk recht voor Engeland (<-> ius commune)
c. Herleving van een Europees privaatrecht?
i. Nationaal -> Europees perspectief
1. 1951: EGKS (Schaumann)
2. Einde KO -> Europese eenmaking: Europese Unie (invoering van de euro)
a. Europese integratie -> Europese Grondwet
b. Wat met common law? ‘is niet zo verschillend’
ii. The Law of Obligations, Zimmermann
1. Aantonen dat er een Europees verbintenissenrecht is & gesteund op oud ius commune
2. Carrière begonnen in Zuid-Afrika = mixed legal system
3. Rechtsfilosofen moeten zich focussen op wat er gemeenschappelijk is
4. Hij pleitte voor een Europees privaatrecht
2. De Duitse wortels van de Europese rechtsgeschiedenis
Uitspraken van Zimmerman;
o Romeins recht als rode draad door de Europese rechtsgeschiedenis?
2
, Van het romeins recht naar recht vandaag (Belgisch, Frans, …) naar een Europees (niet EU –
éénmaking over alle landen heen het recht van Europa over alle landen heen)
Herleving van een Europees privaatrecht?
De tijd van nationale recht komt ten einde
Nationaal privaatrecht gaat verdwijnen
Vervagen van nationale diversiteit
Wat komt in de plaats? = richtlijnen van de EU, rechtspraak Europees gerechtshof (= case
law), Weens koopverdrag, …
= dragers van Europees eengemaakt recht
Maar onvoldoende om bv. Belgisch BW in vuilbak te smijten
o Tegenspraak enorme aanname en voorzichtige begin van vorming
transnationaal privaatrecht binnen & buiten Europa
Het privaatrecht in Europa kent een transnationaal karakter – gaat over de grenzen heen
Richting een nieuw ius commune
Dus er was ook een oud
o Onze nationale rechtssystemen staan op een gemeenschappelijke grond
Die onderzoeken!
= old ius commune
o We staan niet los van het verleden
o We moeten het juist onderzoeken, om te weten waar we zijn gekomen
Gevormd door rechters, wetgevers & professoren
Link Savigny!
=> context van verwachten van een Europianisering van privaatrecht en deze is niet moeilijk omdat deze steunt op
de gemeenschappelijke grond onder (minstens) contentinale rechtsstelsels met name het Europees recht
men moet zich stoppen met het specialiseren in het nationaal recht en focussen op wat er gemeenschappelijk is,
namelijk het RR dat doorwerkt in de geleerde studie v het ius commune
(jaren 90)
Vele accidenten geweest dat de locomotief van de Europese integratie van het spoor is geraakt, Grondwet EU niet
doorgegaan, bankencrisis, …
Eigenlijk was dit de tweede push achter het idee van Europese rechtsgeschiedenis. De eerste push was na WOII, met
de EGKS, Benelux, …. In die tijd heb je het ontstaan van de Europese rechtsgeschiedenis voor het eerste als een
bepaald naratief, bepaald paradigma van naar de rechtsgeschiedenis te kijken
*narratief = bepaalde vertelling van de geschiedenis – één manier om miljarden feiten te filteren en verhaal mee op
te bouwen
voor het eerst duidelijk beschreven in het boek van Paul Koshaker
=> de geschiedenis is een selectie van een paar feiten van miljarden gebeurtenissen die je belangrijk acht en
probeert een coherent verhaal mee te maken & beantwoord aan een bepaalde behoefte vandaag
De Europese geschiedenis bestaat niet, maar een bepaald gestandaardiseerd narratief
o Grand narrative’ van de Europese rechtsgeschiedenis
James Gordley, The Jurists. A Critical History (Oxford University Press, 2013), table of contents
hieronder inhoudstafel van boek! Iets mee aantonen…
I. Ius civile: The Roman jurists (to 565)
Geen algemeenheid
Het eerste leven van het Romeinse recht waar we nog zaten met Romeinse burgers
Datum is de dood van Justinianus
Waarom de Romeinen? – is een keuze!
o Heeft gevolgen!
o Begin van rechtsgeschiedenis begint in Italië (= eurocentrische visie op de
geschiedenis van de wereld)
3
, II. Ius commune: The medieval jurists (11-15th centuries)
We nemen een sprong van 500jaar!
Duidelijk niet interessant… - Waarom?
o Tweede leven van Romeins recht is bij de herontdekking van Digesten
o De periode daartussen was geen Romeins recht
III. Ius et iustitia: The late scholastics (16-17th centuries)
IV. De iure civile in artem redigendo: The humanist ideal (15-17th centuries)
V. Ius naturae et gentium: The iusnaturalists (17th-18th centuries)
VI. Droit civil français: The French alternative (17th-18th centuries)
Hierboven allemaal verschillende scholen die in mindere of meer mate bezig zijn
met RR
VII. Usus modernus pandectarum: The German-Dutch alternative (17-18th centuries)
VIII. Mos geometricus: The coming of rationalism (17th-18th centuries)
IX. Novus ordo: Positivism and conceptualism (19th-20th centuries)
Periode v rechtspositivisme
Nationale codificatie
X. Ubinam gentium sumus? After positivism and conceptualism (20-21st centuries)
een mogelijk narratief, geschiedenis van civil law traditie
=> we zien telkens een bepaalde vierdeling terug; we beginnen met de Romeinen, herontdekking v RR,
onderverdeling in verschillende stromingen en codificatie Franse recht (19 de eeuw) met periode v nationale
positieve recht
we onderscheiden niet in stromingen maar verdelen in verschillende nationale optekeningen v nationale recht
die telkens wortels hebben v RR – takken van dezelfde boom
Dat narratief is vooral geboetseerd geweest door Koshaker…
o Paul Koschaker (1879-1951)
Oostenrijkse Duitser
Professor RR
Lid van Savigny leerstoel
Zat helemaal verwikkeld in de machtige Duitse juristenrij
Auteur van
Die Krise des römischen Rechts und die romanistische Rechtswissenschaft (1938)
Bijna cut & paste in het boek hieronder, maar met een aantal evidente wijzigingen –
maar bijna niets
De veranderde politieke context, wegvallen censuur & regime v Nazi’s heeft hem
niet beïnvloedt
o Geplakt in 1947
De crisis die hij ziet heeft niet te maken met het nazisme = niet de oorzaak v crisis
van Romeins Recht
Europa und das römische Recht (1947)
Europees narratief bekijken van rechtsgeschiedenis voor het eerst beschreven
Onmiddellijk uitverkocht!
Mijn eerste geschrift wilde de studie van het Romeinse recht rechtvaardigen en verdedigen
tegenover het nationaalsocialisme, dat het in zijn partijprogramma als element van de
‘materialistische wereldorde’ had veroordeeld. Ongetwijfeld had het nationaalsocialisme
met zijn tegen de studie van het Romeinse recht gerichte maatregelen groot succes en heeft
het op die manier in Duitsland, zo niet geruïneerd, dan toch op zijn minst erg geschaad. De
objectiviteit echter die ook de tegenstander toekomt, en die des te meer in acht genomen
moet worden nu tegenwoordig de strengste critici van het nationaalsocialisme vaak opstaan
uit de gelederen van zijn vroegere, meer of minder formele aanhangers, gebiedt mij vast te
stellen dat het deze successen veel minder aan eigen intellectuele kracht te danken heeft
4