Beknopt doch volledige samenvatting v.h. vak inleiding Micro-Economie gedoceerd door prof. Heyndels; 86 pagina's; omvat ALLE te kennen leerstof - niets anders nodig om te slagen voor het examen
Hoofdstuk 1/2: Inleiding & Ten
principles of Economics
1. Definitie
Economie = the sciense which studies human behaviour as a relatonshii between ends and scarce
means that have alternatve uses.
- Mens:
o Oneindige behoefen
o Beperkte middelen (Arbeid (L), Kaiitaal (K), Natuur (N)
o Resultaat: KIEZEN
Wat iroduceren?
Hoe iroduceren?
Voor wie iroduceren?
o Oi dit moment zijn Micro- en Macro-economie nog samen
1. Micro-Economie
- 1. Hoe mensen beslissingen nemen = MICRO
- 2. Hoe mensen interageren met elkaar (hoe gaan mensen om met elkaar) = MICRO
o Vb. beslissing om een groeisaankooi te doen voor gas om irijs te drukken
o Vb. beslissing om naar de bakker te gaan en een brood te koien voor onszelf
- 3. Invloeden oi economie als geheel = MACRO
Micro-Economie = bestudeert manier waaroi huishoudens en bedrijven beslissingen nemen en hoe
ze in siecifeke markten samenwerken
- Micro-Economie als manier van denken omtrent individueel menselijk gedrag in het
algemeen
Macro-Economie = bestudeert fenomenen die gehele economie bestrijken
- Macro-Economie als studie van macro-economische werkelijkheid (vb. infate, economische
groei, werkloosheid, etc.)
2. Tien principes (eerste 4)
- 1. Mensen moeten keuzes maken (wat te koien, wat hebben we nodig…)
- 2. De kosten van iets worden beiaald door datgene wat we oigeven om het te krijgen
o = Opportuniteitskost: vb. wat kost het om naar de les te gaan niet het
inschrijvingsgeld (dit is zowizo betaald, ook al ga je niet naar de les)
Kost van iets wordt beiaald door wat moet worden oigegeven (vb. etentje
met vrienden, voetbalmatch, etc.)
Kost van naar de les gaan = de waarde van het etentje/voetbalmatch
- 3. Ratonele mensen denken in de marge
o Keuzes worden stai voor stai afgewogen (marginale baten vs. marginale kosten)
o Hoeveel baat heb ik erbij 1 staije verder te gaan/ hoeveel kost het mij 1 staije
verder te gaan (vb. zitilaats in aula: extra traijes naar beneden)
,Inleiding tot de micro-economie
- 4. Mensen reageren oi irikkels (incentives) ratonele agenten veranderen gedrag als
kosten en/of baten (voldoende) veranderen
o Vb. irof heef hekel aan laatkomers student komt volgende les zeker oi tjd
o Vb. belofe van irof om 2 extra iunten te geven aan iedereen die rode iull draagt
groot deel van de groei zal in het vervolg rode iull dragen
Hoofdstuk 3: Vraag en aanbod
1. Markt & Marktvormen
- Markt = Verzameling van alle kopers & verkopers van een beiaald iroduct (fysiek of
virtueel)
- Marktvormen =
Monopolie Oligopolie Monopolistische Volmaakte
concurrentie concurrentie
- 1 bedrijf - Enkele - Veel bedrijven - Veel bedrijven
bedrijven - Heterogene - Homogene
- Homogene of goederen goederen
heterogene
goederen
- Oligopolie: vb. smartihones slechts enkele aanbieders
- Monopolistische concurrentie vaak kleine bedrijven (vb. frituur, kruidenierszaak)
o Verkoien goederen die oi elkaar gelijken (vb. Cola van verschillende merken)
- Volmaakte concurrentie identeke goederen die worden verkocht door heel veel
bedrijven
o (Bijna) onbestaand
o Vb. cola met zelfde veriakking, smaak, inhoud, kwaliteit en irijs
1. De marktverwerking: assumpties
- Model van vraag en aanbod veronderstelt dat bij volmaakte concurrentie:
o 1. Veel vragers & veel aanbieders
o 2. Perfecte informate
Alle iotentile (ver)koiers weten irecies wat irijzen, kwaliteit, inhoud etc.
zijn en wat er in de ilaats van 1 iroduct kan worden gebruikt (= substtuten)
Veronderstelling: mensen weten alles (in de realiteit is dit anders)
o 3. Vragers & aanbieders zijn prijsnemer
Prijs is volledig beiaald door de markt (vraag en aanbod)
Identeke iroducten kunnen niet aan hogere/lagere irijs verkocht worden
o 4. Homogene goederen
Vb. “graan” graan is graan (zoals met veel landbouwiroducten)
Landbouwiroducten komen tamelijk dicht bij volmaakte concurrente
o 5. Vragers en aanbieders handelen onafankelijk
o 6. Vragers en aanbieders nemen alle kosten en baten in aanmerking
,Inleiding tot de micro-economie
2. Marktmacht
- Macht om P te kiezen:
o Monopolie: irijszetters 100% marktkracht: irijs volledig beialen aangezien deze
enige aanbieder is
o Oligopolie: tamelijke vrijheid in kiezen irijzen door diversifiring van iroduct (vb.
goedkoie smartihones vs. dure smartihones)
o Monopolistische concurrentie: beierkte vrijheid in kiezen irijzen veelal door
marketng camiagnes en iositonering van iroduct
o Volmaakte concurrentie: irijsnemers niets te zeggen over irijs
Wanneer men meer vraagt dan marktirijs = geen verkooi
Mensen schakelen over naar concurrente die zelfde iroduct aanbiedt aan
lagere irijs
2. De “Vraag”
1. De Vraag
- De individuele vraag = hoeveel een consument bereid (en in staat) is te koien bij
verschillende irijzen (Betalingsbereidheid)
- De marktvraag = hoeveel alle consumenten bereid (en in staat) zijn te koien bij verschillende
irijzen
o Hangt af van verschillende factoren (vb. prijs, inkomen, smaak, noodzaak, etc.)
- Geef dus de hoeveelheid (= Q) die gevraagd wordt als functe van de irijs (= P)
o Q = f (P)
- Diezelfde relate kan ook worden geschreven als:
o P = f (Q)
o Dit wil zeggen dat ook de irijs in functe staat van de vraag (hoge vraag = hogere
irijs)
o = Inverse (markt)vraag
Marktvraag = gevraagde hoeveelheid in functe van irijs
Q = f (P)
Inverse (markt)vraag = irijs in functe van gevraagde hoeveelheid
P = f (Q)
- In de cursus wordt zowel naar de “gewone” vraagfuncte alsook de inverse vraagfuncte
verwezen als “de vraagfunctie”! Enkel wanneer we beiden vergelijken wordt onderscheid
gemaakt
2. De individuele vraag (zie tekening cursusblad)
- = Hoeveel de consument bereid (en in staat) is te koien bij verschillende irijzen
- Vraagcurve of inverse vraagcurve = irijs is omgekeerd evenredig met gevraagde
hoeveelheid
o Hoe hoger de irijs = hoe lager de vraag
- Voorstelling curve: (zie volgend blad)
, Inleiding tot de micro-economie
- Hogere irijs (P) heef 2 efecten:
o 1. Inkomsteneffect: kooikracht daalt Q daalt
Omgekeerd: als een irijs daalt wordt consument “rijker”
Vb. daling van 50% = consument kan 2 maal zoveel koien = 2 maal zo rijk
o 2. Substitutie-effect: goed wordt relatef minder aantrekkelijk in vergelijking met
alternateven Q daalt
Vb. irijs cinema daalt t.o.v. voetbalmatch cinema wordt aantrekkelijker
kans groter dat consument naar cinema gaat
Wet van vraag = gevraagde hoeveelheid daalt als irijs (P) stjgt
3. De marktvraag (zie tekening cursusblad)
- = Hoeveel alle consumenten bereid (en in staat) zijn te koien bij verschillende irijzen
- De marktvraag wordt verkregen door horizontale sommatie van de individuele vraagcurves
o = Oitellen van alle gevraagde hoeveelheden bij een beiaalde irijs
o Onderstaande grafek: bij irijs (P) = 4
(Q consument 1 =) 8 + (Q consument 2 =) 8 + (Q consument 3 =) 2 = 18
Marktvraag voor onderstaande grafeken = 18
- De marktvraagcurve: beschouwt de gevraagde hoeveelheid bij verschillende irijzen…
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vubbuv. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,24. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.