Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Thema 5 - Gaswisseling en uitscheiding €4,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Thema 5 - Gaswisseling en uitscheiding

 21 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Type

thema 5, gaswisseling en uitscheiding boek; biologie voor jou ondersteunt met plaatjes

Aperçu 2 sur 12  pages

  • 7 février 2024
  • 12
  • 2022/2023
  • Resume
  • Lycée
  • 5
avatar-seller
§1 Gaswisseling
Ademhalingsstelsel bestaat uit
longen
luchtwegen

Ademhalingsstelsel
neemt gassen op uit de lucht gaswisseling
geeft gassen af aan de lucht

Neusholte is bekleed met neusslijmvlies, buitenste laag slijmvlies bestaat uit trilhaarepitheel
Trilhaarepitheel bevat  slijmproducerende cellen en trilhaarcellen

De neusharen houden stofdeeltjes tegen
1. kleine stofdeeltjes blijven op het neusslijmvlies kleven
2. bewegingen van trilharen brengen slijm naar keelholte
3. stofdeeltjes worden samen met speeksel doorgeslikt
4. slijm maakt de binnenstromende lucht in keelholte vochtig
5. zintuigcellen in neus keuren binnenstromende lucht op ‘vreemde’ geuren

Neusholte is door nauwe openingen verbonden met bijholten
bijholten = holten in schedelbeenderen en zijn bekleed met slijmvlies, dat slijm wordt afgevoerd via de
neusholte


Bij verkoudheid zwelt neus- en bijholteslijmvlies op  uitgangen bijholten worden afgesloten  slijm in
bijholten stapelt op  verstopt gevoel

In de keelholte bevinden zich
huig
strotklepje  sluit luchtpijp af als je iets doorslikt

Tussen keelholte en luchtpijp zit  strottenhoofd
In het strottenhoofd liggen de stembanden
Stembanden = stevige vliezen die gaan trillen als er lucht langs komt, er ontstaan geluiden

Luchtpijp verbindt de keelholte met longen
Luchtpijptak vertakt zich in  2 bronchiën  vertakken zich in steeds kleinere zijtakjes  bronchiolen 
wanden hebben spierweefsel
Door samentrekking of ontspanning spierweefsel  bronchiolen kunnen zich vernauwen of vermijden
Die samentrekking is van invloed op hoeveelheid lucht die per ademhaling wordt in- en uitgeademd
Spierweefsel in wand bronchiolen wordt beïnvloed door autonome zenuwstelsel en hormonen
Onder invloed van adrenaline verwijden bronchiolen zich
In de wand van de luchtpijp en bronchiën  hoefijzervormige kraakbeenringen

Binnenwand luchtpijp, bronchiën en bronchiolen is bekleed met slijmvlies.
Buitenste laag cellen van dat vlies bestaat uit trilhaarepitheel.
Trilharen brengen slijm omhoog naar keelholte. Als slijmvlies wordt geprikkeld  hoesten

Aan de uiteinden van de fijnste bronchriolen zitten longblaasjes  wand is maar 1
cellaag dik en binnenkant is bedekt met dun laagje vocht
Om longblaasjes zit netwerk van fijne bloedvaatjes  longhaarvaten




Actieve lichaamscellen verbruiken zuurstof
O2-concentratie in cellen neemt af dreiging verstoring homeostase

, CO2-concentratie in cellen neemt toe door aanvoer O2 en afvoer CO2  handhaving homeostase

In longen vindt diffusie plaats van; zuurstof uit lucht in longblaasjes naar  vocht in longblaasjes
vanuit vocht vindt diffusie plaats naar bloed in longhaarvaten
diffusie van vocht naar bloed wordt vooral veroorzaakt door verschil in zuurstofspanning (=pO 2)

pO2 / zuurstofspanning
pO2 geeft aan hoe groot aandeel zuurstofmoleculen in vloeistof is
verschil in zuurstofspanning wordt gehandhaafd; doordat lucht in longblaasjes voortdurend wordt
ververst en door de aanvoer van zuurstofarm bloed langs longblaasjes

Bloed bevat koolstofdioxide  o.a. opgelost in bloedplasma
Door verschil in koolstofdioxidespanning vindt diffusie plaats van; bloedplasma naar vocht in longblaasjes
Vanaf de longblaasjes wordt koolstofdioxide afgegeven aan lucht in longblaasjes

Lucht bevat voor ongeveer 79% uit stikstof
Er is geen verschil in stikstofspanning (=pN2) tussen lucht in longblaasjes en bloedplasma
Er gaan stikstofmoleculen vanuit; lucht in longblaasjes naar  bloedplasma, er gaan evenveel
stikstofmoleculen in omgekeerde richting

In bloedplasma kan slechts een kleine hoeveelheid zuurstof oplossen
Zuurstof in bloed wordt vooral gebonden aan hemoglobine (Hb) in rode bloedcellen
In omgeving met lage O2-concentratie loopt evenwichtsreactie naar links Hb + O2  HbO2
In omgeving met hoge O2-concentratie loopt reactie naar rechts, zoals in longhaarvaten Hb + O2  HbO2
Hb + O2   HbO2
Als hemoglobine maximale hoeveelheid zuurstof heeft gebonden  verzadigd
Bloed met verzadigde hemoglobine is lichtrood
Bloed waarvan hemoglobine weinig zuurstof heeft gebonden is donkerrood

Zuurstof diffundeert eerst vanuit longblaasjes naar bloedplasma
1. grootste deel zuurstof wordt in bloedplasma weggevangen door hemoglobine
2. zuurstofconcentratie in bloedplasma blijft laag
3. concentratieverschil groot tussen zuurstof in vocht longblaasjes en zuurstof in bloedplasma
4. diffusie blijft doorgaan
5. als hemoglobine geheel met zuurstof verzadigd is  zuurstofconcentratie van bloedplasma worden gelijk
aan die van het vocht in longblaasjes

Organen verbruiken zuurstof  zuurstofconcentratie in cellen van orgaan omlaag  wordt aangevuld door
diffusie vanuit omringende weefselvloeistof
Weefselvloeistof krijgt zijn zuurstof uit bloed in haarvaten  zuurstofconcentratie haarvaten daalt

In omgeving met lage zuurstofconcentratie kan hemoglobine zuurstof niet meer vasthouden 
zuurstofmoleculen laten dan makkelijk los

Hoeveel zuurstofmoleculen er vrijkomen is afhankelijk van de pO 2 in een weefsel, deze is afhankelijk van de
activiteit van de cellen van het weefsel

Weefsel in rust  5,3 kPa
Actief weefsel  lager




Bij dissimilatie cellen ontstaat koolstofdioxide
In organen treedt door spanningsverschil diffusie op van koolstofdioxide naar bloed in haarvaten

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chelseamorsink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter