Hygiene van de voeding:
Inleiding:
1.1 Preventief beleid:
Evolutie van controle in levensmiddelensector:
Er was eerst een controlesysteem van hoofdzakelijk “eindproductkwaliteit” dit is gewijzigd
door meer aandacht te besteden aan de hygiene. Vroeger stelde de overheid inspectie
ambtenaren aan en voerden controles uit op basis van monsteropnames in verschillende
fases van de productie. Nu is het verplicht voor de producent om zichzelf te controleren via
autocontrole en dit moeten ze ook kunnen bewijzen (bewijsplicht).
Het bewaken van voedselveiligheid moet gegarandeerd worden door:
- Geintergreerde aanpak
- In elke sector; primaire productie, voedselverwerking, opslag, transport en detail-
verkoop.
De nadelen van klassieke eindproductcontrole:
- Aantal stalen moet voldoende groot zijn
- Incubatieduur is te lang voor microbiologische onderzoek, wordt pas na de consumptie
bekend
- Bijsturing is niet mogelijk
- Er zijn grote economische gevolgen
- Er is meer dan alleen microbiologisch onderzoek nodig
Voordelen van het huidige preventiebeleid (autocontrole systeem):
- Het is toepasbaar op hele productlevensloop
- Controle gevaren die eigen zijn aan levensmiddelen
- Preventief systeem in plaats van een curatief systeem
- Er is een toenemende vertrouwen in de veiligheid van producten
Belgische preventiebeleid:
Dit wordt uitgevoerd onder het beheer van Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen (FAVV) om een geïntegreerde controle van de voedselketen te verzekeren.
1.2 Actoren van de voedselveiligheid:
De volgende actoren zijn betrokken bij de voedselveiligheid:
- Food & Agricultural Organisation (FAO) en World Health Organisation (WHO) via richtli-
jnen van de Codex Alimentarius.
- EU via het witboek en regelgeving in de general Food Law en European Food Safety
Authority (EFSA)
- De Federale Overheidsdienst (FOD), volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen
en leefmilieu via de wetgeving en warenwetgeving.
- De volledige productieketen door de Good Agricultural Pratices (GAP), Good Manufac-
turing Practices (GMP) en Good Hygiene Practices (GHP) en via de autocontrolegidsen.
- De consument
,1.3 Wetgeving inzake levensmiddelenhygiene:
Chronologische overzicht wetten en reglementering, zie chamilo!! “Selectie”, dit is de be-
langrijkste wetgeving (national en internationaal), het beoogd geen volledigheid.
De Belgische wetgeving wordt als volgens opgedeeld:
- Weten en decreten: ze staan hiërarchisch bovenaan, en zijn herkend door “Wet van…”
of “Decreet van…” we gebruiken hier ook de term, “Raamwet”.
- Besluiten: hieruit ontstaan de toepassing- of uitvoeringsbesluiten gevolgd door de refer-
entie waartoe de reglementering behoord. Deze worden weergegeven als Koninklijk
besluit, Ministerieel besluit en besluit van de executieve.
- In het koninklijk besluit maken we een onderscheid tussen “Horizontale wetgeving
of algemene reglementering” en “Specifieke of verticale wetgeving”. Horizontale
wetgeving behandeld verschillende aspecten van voedingsmiddelen behandelt voor
een grote groep van verschillende soorten voedingsmiddelen van toepassing
bijvoorbeeld; additieven, koelen, diepvriezen, etc. Specifieke wetgeving behandeld
een bepaalde voedselgroep; bijvoorbeeld; vlees van slachtdieren, vis, melk en
zuivel, voedingssupplementen etc.
- Ministriele besluiten kunnen gekoppeld zijn aan koninklijke besluiten bijvoorbeeld
uitvoeringsbesluiten.
De Europese reglementering volgt het volgend onderscheid:
- Verordeningen: deze zijn verplicht en van toepassing in alle lidstaten. Ze worden au-
tomatisch opgenomen in de Belgische wetgeving.
- Richtlijnen; deze moeten worden omgezet/opgenomen in de nationale wetgeving, zo
niet van toepassing. De lidstaten mogen kiezen onder welke vorm ze worden
opgenomen (wet, decreet of KB etc)
- Aanbevelingen en raden; deze zijn niet bindend en leggen geen verplichtingen op.
Door de Europese commissie worden verschillende categorieën van documenten uitgew-
erkt. Ze stemmen overeen met verschillende werkzaamheden van commissie:
-COM-documenten
- Groenboek
- Witboek
COM-documenten bevatten voorstellen en andere mededelingen van de commissie van
de raad en/of andere instellingen en daarom voorafgaande voorbereidende werkzaamhe-
den.
Groenboeken, zijn reflectiedocumenten die de commissie over een beleidsterrein pub-
liceert. De documenten zijn bestemd voor belanghebbende organisaties en personen, ze
worden verzocht deel te nemen aan een raadplegings- en discussieprocedure. Soms
liggen ze aan de basis van de verdere ontwikkelingen op gebiedt van de wetgeving.
Witboeken zijn documenten met voorstellen voor communautaire maatregelen op een
bepaald gebeid. Ze sluiten soms aan op een groenboek dat gepubliceerd is om raad-
,plegiqgenprocedure op Europees niveau op gang te brengen. Witboeken bevatten een of-
ficieel aantal voorstellen voor bepaalde beleidingsterreinen, ze dienen om voorstellen
verder uit te werken.
De wet inzake de oprichting van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voed-
selketen (FAVV):
- Tot December 1999: Voedselveiligheid in Belgie verdeelt over verschillende ministeries
en diensten.
- Versnippering van bevoegselheden stond efficiënt toezicht op voedselproductieketen
vaak in de weg
- FAVV werd opgericht naar aanleiding van de Belgische dioxinecrisis in 1999.
- Parlemantaire onderzoekscommissie in de dioxineperiode doel administratieve en poli-
tieke verantwoordelijkheden vast te stellen
- Hier uit werden lessen getrokken om problemen te vermijden in de toekomst
- Met de oprichting van FAVV werden alle controlediensten op voedselketen geïntegreerd
in een globale structuur onder bevoegdheid van minister van volksgezondheid.
Het doel van de FAVV is de veiligheid van de voedselketen en kwaliteit van voedsel
teneinde gezondheid van consumenten te beschermen
Bevoegdheden dat FAVV in de wet heeft vastgelegd:
- Controle, onderzoek en keuring van voedselproducten en grondstoffen
- Controle van keuring ven voedselprocessen
- Verlenen van erkenning en vergunning
- Uitwerken en integreren van identificatie- en traceringsystemen van voedsel en
grondstoffen.
- Verzameling, beheer en verspreiding van alle informatie aangaande haar opdracht
- Opzetten van beleid inzake preventie stabilisatie en informatie
- Toezicht op het naleven van de wetgeving betreffende alle schakels van de
voedselketen.
Bij FAVV wordt permanent een meldpunt gecreëerd waar de consument terecht kan voor
objectieve informatie en individuele klachtenbehandeling met betrekking tot kwaliteit en
veiligheid van voedsel. Het is een aanspreekpunt voor consument met vragen over voed-
sel en voedselveiligheid.
De opdracht van het FAVV “is te waken over de veiligheid van de voedselketen en de
kwaliteit van ons voedsel ter bescherming van gezondheid van mens, dier en plant”
De foodweb bestaat sinds, 30/06/2015 en kunnen inspectieresultaten geraadpleegd wor-
den en zijn gepubliceerd op de website.
Sanitel en beltrace:
Sanitel is een systeem voor “geinformatiseerd beheer van de identificatie, registratie en
toezicht op dieren”. Het was oorspronkelijk opgezet voor de voedselketen om dierenziek-
tes in te dijken, later ook voor de traceerbaarheid en kwaliteitsbewaking. Sanitel is gelinkt
aan beltrace. Beltrace is een systeem voor naspeurbaarheid en brengt gegevens van alle
vlees dat in Belgie geproduceerd wordt systematisch in kaart. Het verzameld gegevens
, over herkomst van dieren, keuring, weging, classificatie van karkassen deze worden in
een centrale computer opgeslagen.
Algemene levensmiddelenverordening omvattende oprichting van Europese Autoriteit voor
voedselveiligheid:
- Via General Food Law wordt gestreeft naar veilige productie methode, niet enkel
voor voedsel voor de mens maar ook voor veevoeder. Traceerbaarheid speelt een
grote rol.
Koninklijke besluit betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voed-
selketen (2003) en Ministerieel besluit betreffende de modaliteiten van de meldingsplicht:
- Het opzetten van het autocontrolesysteem om de “veiligheid van de voedselketen”
te garanderen is het verplicht in alle stadia van de voedselketen behalve in primaire
productie. De primaire productie en landbouw moeten de goede hygiëne praktijken
respecteren en registers bijhouden omtrent de toegepaste behandelingen van hun
dieren op gewassen. HACCP vormt de basis voor het autocontrolesysteem van
levensmiddelen.
Autocontrole: dit is het geheel van de maatregelen dat door exploitanten worden genomen
om ervoor te zorgen dat producten in alle stadia van productie, verwerking en distributie
onder hun beheer vallen en voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake van voedselvei-
ligheid, inzake van kwaliteit waarvoor het FAVV bevoegd is inzake van traceerbaarheid.
Traceerbaarheid: is de mogelijkheid om een product door alle stadia van productie, verw-
erking te traceren en te volgen.
Meldingsplicht: plicht van elke exploitant om het FAVV in kennis te steken als hij van
mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een door hem ingevoerd, gekweekt, ge-
produceerd, geteeld, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd product schadelijk kan zijn
voor de gezondheid van de mens, dier en plant.
Traceerbaarheid op 3 registratieniveaus:
1) Elke exploitant moet beschikken over systemen of procedures waarmee van ontvan-
gen producten wordt geregistreerd: aard, ontvangstdatum, identificatie en hoeveelheid
van product, identificatie van vestinginseenheid die product levert.
2) Zelfde geldt voor afgevoerde producten. Volgende moet geregistreerd worden; aard,
identificatie en hoeveelheid product, leveringsdatum, identificatie van vestigingseenheid
die product afneemt.
3) Elke exploitant moet beschikken over systemen of procedures waarmee verband tussen
aangevoerde en afgevoerde producten kan worden gelegd en waarmee ze in alle stadia
van productie verwerking en distributie traceerbaar zijn.
Het is niet de bedoeling dat rechtstreekse leveringen van levensmiddelen aan con-
sumenten geregistreerd worden enkel bij aflevering aan andere vestigingseenheden.