Biochemie: Studie van de verschillende interactes van levende componenten op moleculaire schaal
Beschrijvende biochemie: De leer van de chemische samenstelling
Dynamische biochemie: De leer van chemische veranderingen
Moleculaire celbiologie: De leer van de werking van de cel op moleculair niveau
Metabolische processen:
1. Reactes die instaan voor de energievooriiening (Bv. odemhalingo
2. Processen die de groei en vermenigvuldiging bevorderen (bv. Eiwitsyntheseo
3. oanpassingsprocessen aan factoren in de omgeving (bv. Mutateo
Precursor = uitgangsstof = stof die als voorloper dient voor een andere stof en deel uitmaakt van een
nieuwe stof.
30-35 precursoren: 22 oZ + 5 organische basen + glucose + veriuren
Vanuit precursoren worden monomeren gevormd die iorgen voor macromoleculen en
vervolgens macromoleculaire structuren.
CO2 H2O en N2 Precursoren Macromoleculen Structuren Organellen cellen Weefsels
oZ oZ Eiwit
Base Nucleotde Nucleineiuur
Glucose Mono/disacchariden Polysaccharide
Veriuren Veriuren Vet
Hoofdstuk 2: De biomoleculen
92 natuurlijke elementen waarvan 30 essenteel voor levende weiens
11 bio-elementen of bouw elementen (99 %o
Zuurstof
Koolstof
Waterstof
Stkstof
Calcium
Fosfor
Kalium
Zwavel
Natrium
Chloor
Magnesium
Spoorelementen: Elementen die in ieder organismen voorkomen in microhoeveelheden (0,05
%o
Toevallige spoorelementen: Elementen die toevallig in een organismen aanweiig iijn.
, Open systeem: uitwisseling van materie en energie met hun omgeving
a) Water
60-90 % van het gewicht van een levend organisme
Watersamenstelling is afankelijk van ouderdom en geslacht en vetgehalte
Foetus (94 %o en gemiddelde mens (70 %o
octef levende delen van een organisme heeft een hoog watergehalte
Water = belangrijk: Vertoont een aantal bijiondere fysische en chemische eigenschappen
Belang van water:
1. Water = sterk elektrisch dipool met een hoge diëlektrische constante: Water is een goed
oplosmiddel voor elektrolyten en voor polaire stofen = Reacte midden van levensprocessen
2. Transportmiddel: Vervoeren van stofen
3. Zuur-base evenwicht= iwakke splitsing in ionen en bevordert splitsing in ionen van iuren en base
4. Grote warmtecapaciteit: Constant houden van lichaamstemperatuur
5. Hoge verdampingswarmte: Overtollig water te verlieien = transpirate
6. Interacte van cellulaire macromoleculen met water = biologische eigenschappen
7. Reagens: Water treedt in vele biochemische reactes op als reagens
Hydrolyse reactes
Hydratate en dehydratatereactes
b) C, O, N, H
Hoofdelementen = ie kunnen een onbeperkt aantal verbindingen vormen.
Elektropositeve bouwelementen: Na, K, Ca en Mg (neiging om elektronen afstaan in watero
Integiteit van celmembramen: Na + (extracellulairo en K + (intracellulairo
Ca2+ (bloedstollingo en Mg2+ (cofactor eniymeno komen voor als vrije katonen
Elektronegateve bouwelementen: Chloor, HCO3-, H2PO4-, HPO42- en SO42-
Rol van elektrolyten:
1. Bepalen van osmolariteit der biologische vochten: buferstelsel: CO32-, HCO3-, H2PO4- en
HPO42-: Regelen van pH in bloed en cel
2. Belangrijk voor ionensterkte -> heeft invloed op het metabolisme
3. Eniymfuncte en behouden van integriteit van celmembramen
4. Bouwstof: Ca3(PO4o2 is aanweiig in tanden en beenderen (oplossen bij pH 5,5o
d) Fosfor
Zouten: H2PO4- en HPO42-
Fosfaatester: fosfolipiden, fosfoproteïne, nucleïneiuren, oTP en tussenproducten
2
, onhydrides : oTP = één esterbinding en twee reacteve anhydridebindingen
e) Zwavel
SO42-: oxidate van aminoiuren van de voeding in de lever
= Sulfaten afomstg van het metabolisme van iwavelbindingen
f) Jood
Door ieewinden en regen verspreidt in landbouwproducten
Jood is bestanddeel van thyroxine = schildklierhormoon
g) Ijzer
Essenteel bestanddeel van hemoglobine, myoglobine (opstapeling 02 in spiereno, ferritne en
hemosiderine (ijieropstapelingo.
Te weinig ijier iorgt voor bloedarmoede.
Fe kan ook voorkomen als eniymijier
h) Gluciden en lipiden
Belangrijke monosachariden
oldoses: Riboses en hexoses: D-ribose, D-Xylose, L-arabinose, D-glycose, D-mannose en D-
galactose.
Ketoses: D-ribulos, D-fructose
Deoxyaldoses: 2-Deoxy-D-Robose of L-fucose
ocetyl aminoiuren: N-acetyl-D-glucosamine of N-ocetyl-D-galactosamine
Zure monosacchariden: D-glucuroniuur of L-iduroniuur of N-acetylneuramineiuur
Zure alcoholen: D-sorbitol of D-mannitol
Dextran als plasmavervangingsmiddel want bij groot bloedverlies is er kans op falen van de
bloedsomloop. Vervanging kan door combinate van water, iouten en vervangingsmacromoleculen
of colloïden die de bloedbaan niet te snel verlaten (moeilijk glomerulair te fltereno en vanwege de
colloïd osmotsche druk. Ze iijn ook veilig want bevaten geen virussen.
Tegenwoordig 3 groepen: dextran, hydoxy-ethylietmeel en gelatne.
Dextran 60 (ca. 60.000 Dao en dextran 40 (40 kDa; laagmoleculaireo worden vaak gebruikt
Pectne: oanweiig in celwand (kleeft cellen sameno en vormt geleien
Lignine: Houtstof in hout, veiels en nootschalen en iorgen voor versteviging
3
, Chitne: In skelet van schaaldieren en insecten en in celwand van schimmels
2.1 Glycosylering
O-gebonden: Covalent gebonden met een OH-functe = glycolipiden en glycoproteïnen
N-gebonden: Covalent gebonden met een N-functe = glycoproteïne en nucleosiden
Functee:
Stabiliseren van eiwiten
Vereenvoudigen vouwen van eiwiten
Targetng van eiwiten
Celherkenning
Receptorbinding
2.2 Biologische rol van gluciden
Koolstofbron Synthese van celcomponenten
Energiebron D-glucose wordt omgeiet naar oTP
Reserve Zetmeel of glycogeen
Structuurelement Cellulose of chitne
Regulate en herkenning Glycoproteïnen in membraam
Waterbinding Proteoglycaan
Glycerol Propaan-1,2-3-triol
Ethyleenglycol ontvries
PEG Polyetheenglycol macrogol = laxeermiddel
2.3 Basisstructuren lipiden (KT)
Mag: Monoacylglycerol
Dag: Diacylglycerol
Tag: Triacylglycerol (veto
Veriadigd: Geen dubbele bindingen (= hogere smeltemperatuuro
Onveriadigd: Wel dubbele bindingen
Palmitneiuur (C16o: Zit in palmolie
Linoleeniuur (18:2o: Zit in lijniaadolie
Biologische rol:
Brandstof: Vet Vetiuren + glycerol CO2 + H2O (iuurstof toevoegeno
Bouwstenen: Fosfolipiden dubbellaag
Warmteregelaar
Speciaal: Signalisate, cofactor, visueel pigment en anker
2.2 Het instant houden van de homeostasis
Cellen streven naar een constant chemisch evenwicht
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mlt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.