HOOFDSTUK 1: INLEIDING: DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN AANPAK
1. DEFINITIE: “GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKRECHT EN VAN DE POLITIEK”
1.1. Geschiedenis
We bekijken de geschiedenis van het recht als het ware door een achteruitkijkspiegel. We benaderen
het verleden dat vandaag de dag nog relevant is. Door de bouwstenen van het heden te onderzoeken,
kunnen we het heden ook beter verstaan.
1.1.1. De historische benadering is een metajuridische benadering
Metajuridische vakgebieden bestuderen het recht vanuit een andere wetenschap.
- Terwijl de jurist die met het positieve recht (recht dat op bepaald tijdstip en plaats geldt)
omgaat, binnen het rechtswetenschappelijke paradigma werkt, stapt de metajurist uit dit
‘kotteke’.
- Typerend voor zulken vakgebieden is hun hoge mate van interdisciplinariteit
- Bv. rechtsfilosofie, rechtssociologie en rechtseconomie
Ook de rechtsgeschiedenis is een metajuridisch vak. Dit wil zeggen dat de rechtshistoricus het
juridische paradigma bestudeert als een buitenstaander.
- Paradigma: veronderstellingen waarop een wetenschap gebaseerd en gebouwd is
- Het juridische paradigma: “nemo censetur ignorare legem” – niemand wordt geacht de wet
niet te kennen.
In de rechtsgeschiedenis reiken de juridische en de historische wetenschap elkaar de hand:
- De rechtshistoricus bestudeert de interactie tussen recht en macht, politiek, techniek, religie,
klimaat,…
In de negentiende-eeuwse Historische Rechtsschule ontstond er onder impuls van Carl
Friedrich von Savigny (1779-1861, Duitsland) een nieuw paradigma. Het paradigma houdt in dat
elk recht een eigen Volksgeist uitdrukt.
- Ontstaan van de wetenschap van de rechtsgeschiedenis – founding father
- Het is van belang om de historische context van een staat te kennen, om het recht ervan
te kunnen snappen, want het recht is een uitdrukking/ resultaat van de ‘volksgeist’.
- Maatschappelijk, ideologische, economische, … context geven vorm aan het
recht, dit zorgt ervoor dat elk nationaal recht een eigen kleur heeft/ verschilt.
- Om het recht van een land te kennen moet je zijn geschiedenis kennen om te weten
welke regels van belang zijn in die maatschappij, aangezien de geschiedenis en de
maatschappelijke context in elk land anders is (Volksgeist).
- Paradigma: veronderstellingen waarop een wetenschap gebaseerd en gebouwd is
1
, 1.1.2. De wisselwerking tussen rechts(wetenschap) en geschiedenis(wetenschap)
A. Geschiedenis “dient” recht
→ als je op een historische manier denkt, denk je ook op een juridisch correcte manier.
4 toepassingen:
1) Toepassing van de norm in de tijd – Heuristiek
= de kunde van het zoeken en vinden. Voor een jurist is het belangrijk na te gaan welke
wetten er op welk moment gelden (verbod van retroactiviteit, overgangsbepalingen).
‘Tempus regit actum’
- “de tijd regelt de vorm van de akte” – de tijd heeft invloed op het recht
- Akte moet aan de vorm en regels voldoen die gelden in de tijd waarin die is
opgesteld, deze blijft later ook geldig al zijn de vormelijke vereisten voor de
geldigheid veranderd.
- De inhoud van het document wordt echter wel volledig onderworpen aan de
nieuwe rechtsregels (= materiële vereisten) (zie testamenten)
Wetshistoriek in ‘geconsolideerde’ wetgeving
- Veel wijzigingen, inwerkingtreding nagaan
- Geschiedenis levert wetgeschiedkundige aanduidingen bij geconsolideerde
wetboeken. Op deze manier kunnen normen correct worden toegepast in de tijd.
2) Correct begrip van de norm – Historische interpretatie van een regel
100% objectiviteit is niet haalbaar. Het is mogelijk dat een wet al sinds een zeer lange tijd
niet aangepast is, maar dat de interpretatie wel veranderd door de maatschappelijke
context. Voor deze interpretatie is het interessant om naar de rechtsgeschiedenis van
deze wettekst te kijken, in de plaats je te beperken tot de wettekst zelf.
Wetshistorische interpretatie
= de jurist onderzoekt enkel de wettekst en de voorbereidende documenten vervaardigd
bij de totstandkoming van de wet
Voorbereidende documenten van de (formele) wet
1. Wetsontwerp
2. Wetsvoorstel
3. Memorie van toelichting of toelichting
4. Advies afdeling Wetgeving van Raad van State
5. Verslag van parlementaire commissie
6. Amendementen
2
, 7. Ontwerp goedgekeurd in 1 kamer
→ men gaat hier op zoek naar de ratio legis (reden van bestaan van de wet).
Rechtshistorische interpretatie
Bij deze vorm van interpretatie gaat men de indirecte bronnen van een regel
onderzoeken, dus niet alleen de voorbereidende documenten, maar ook de wetgeving,
rechtspraak en rechtsleer.
- Indirecte bronnen
- Voorbereidende documenten
- Wetgeving
- Rechtsleer/ spraak
Een jurist/ rechtshistoricus gaat opzoek naar de bredere maatschappelijke en
wetenschappelijke context waarbinnen een regel ontstaan en sinds afkondiging verder
geëvolueerd is – interpretatie kan veranderen zonder de woorden wijzigen.
3) Historisch argument – Inhoud van het recht
De geschiedenis levert vaak argumenten voor het verdedigen van publiekrechtelijke
standpunten. Dit komt vaak voor bij het constitutionalisme, waar “verworven” rechten een
belangrijke rol spelen. De geschiedeniswetenschap zorgt hier dus voor het aanleveren
van de inhoud van het recht.
Zo kan de geschiedenis dus belangrijk zijn om zich te beroepen op de al eerder
geleverde strijd voor het verkrijgen van bepaalde rechten.
- Bv. ontstaan van pro-deo advocaten door de Sint-Ivo verenigingen die aan armen en
rijken evenveel rechten wilden geven
- Rol stadsarchieven: belangrijk voor stadsrechten van een stad die niet zijn
opgenomen in de wet.
- Bv. vakbonds-acquis (‘verworven rechten’)
- recht op staken dat werd verworven door de sociale strijd in 19 de eeuw
4) Historische expertise – Inhoud van de feiten
= historische expertise als bewijs
- De historicus kan ingezet worden als gerechtelijk expert voor het bewijs van
feiten die juridisch relevant zijn.
- Negationismeprocessen:
erop toezien dat men een feit/gebeurtenis niet minimaliseert of ontkent
3
, - Tabaksprocessen
- Rechter moet oordeel van specialist niet volgen, maar wordt meestal gedaan
B. Recht “dient” geschiedenis
→ de instellingen zijn de dragers van de (politieke) macht
- Dynastieën op basis van erfrecht = erfrecht bepaalt de gehele geschiedenis
- Recht, juridisch erfrecht dient de geschiedenis
- Bv. vredesverdragen zijn juridisch geregeld
Als je weet hoe juridische bronnen in elkaar zitten kan je geschiedenis begrijpen en
beschrijven.
→ het recht dient de geschiedenis vooral omdat ze voor geschreven bronnen zorgt.
4