Dit is een complete samenvatting van het vak goederenrecht
Ik heb zelf een 8,5 gehaald voor dit vak aan de hand van deze samenvatting!
Wat zit erin? alle jurisprudentie, alle verplichte leerstof incl Pitlo, quizvragen inclusief antwoorden zoals deze op het tentamen komne, oefenvragen inclusief an...
Vermogen
Het vermogen bestaat uit de goederen enerzijds en de schulden anderzijds.
Art. 3:276 BW: een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van de schuldenaar
verhalen.
Goederen - 3:1 BW
Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten, art. 3:1 BW.
Goederen worden dus opgesplitst in enerzijds zaken en anderzijds vermogensrechten.
Pand- en hypotheekrecht kunnen volgens art. 3:228 BW alleen gevestigd worden op een
goed. Dit betekent dat het pand-of hypotheekrecht ofwel op een zaak ofwel op een
vermogensrecht moet zijn gevestigd.
Zaken - 3:2 BW
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, art. 3:2 BW.
Voor dieren geldt dat dit geen zaken zijn, maar in het goederenrecht wel als zodanig
behandeld worden volgens art. 3:2a BW. Voor zaken is het van belang dat onderscheid
wordt gemaakt tussen onroerend en roerend art. 3:3 BW.
Onroerende zaken:
In art. 3:3 lid 1 BW is bepaald dat: onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen
delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen alsmede de gebouwen en werken die
duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere
gebouwen of werken.
HR Porta cabin:
Wanneer is er sprake van duurzame vereniging met de grond?
HR geeft stappenplan:
1. Naar aard en inrichting bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven
Bedoeling dat het gebouw er blijft staan? Niet van belang of de technische
mogelijkheid bestaat dat het gebouw kan worden verplaatst.
2. Gelet op de bedoeling van de bouwer, zover die naar buiten toe kenbaar is.
Dit houdt verband met derde bescherming, de bedoeling moet voor derden kenbaar
zijn.
3. Verkeersopvatting kan niet als zelfstandige maatstaf worden gebruikt, alleen in
samenhang met bovenstaande criteria.
Roerende zaken
Alle zaken die niet onroerend zijn, zijn roerend art. 3:3 lid 2 BW.
Vermogensrechten - 3:6 BW
Om een recht als vermogensrecht aan te merken moet er onderscheid worden gemaakt
tussen drie categorieën.
Categorie 1: rechten die overdraagbaar zijn
Categorie 2: rechten die ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te
verschaffen
Het gaat hier bijvoorbeeld om het recht van gebruik en bewoning art. 3:226 BW, dit recht is
niet overdraagbaar maar zorgt er wel toe dat aan de rechthebbende stoffelijk voordeel wordt
verschaft.
Categorie 3: rechten die verkregen zijn in ruil voor stoffelijk voordeel
De rechthebbende was bereid om hier iets tegenover te stellen, bijvoorbeeld recht van een
blinde om voorgelezen te worden in ruil voor stoffelijk voordeel.
, Goodwill is geen vermogensrecht, het is namelijk een feitelijke situatie en niet op een
recht. Bij overname van een bedrijf kun je geen recht hebben op het voorbestaan van de
situatie zoals die eerst was, personeel kan weglopen of de goede naam van het bedrijf
kan teniet gaan daardoor is het geen vermogensrecht.
HR ING/Thielen q.q.
Is een assurantieportefeuille aan te merken als vermogensrecht?
ING had een lening verstrekt aan een assurantietussenpersoon, die een
assurantieportefeuille had. ING had een pandrecht gevestigd op alle goederen van die
tussenpersoon incl. de assurantieportefeuille. Op een gegeven moment gaat de
tussenpersoon failliet en de curator verkoopt de assurantieportefeuille aan een derde partij.
ING stelt dat zij het pandrecht heeft op de assurantieportefeullie HR oordeelt dat het
pandrecht alleen gevestigd kan worden op een goed (art. 3:228 BW), dus
assurantieportefeuille moet aan te merken zijn als goed voor een pandrecht. HR oordeelt dat
de assurantieportefeuille niet is aan te merken als individuele zaak of vermogensrecht en
daarom geen goed is in de zin van art. 3:1 BW.
Registergoederen - 3:10 BW
Registergoederen zijn goederen waarvoor bij overdracht/vestiging inschrijving in het
openbare register noodzakelijk is, art. 3:10 BW.
Onroerende zaken art. 3:89 lid 1 BW: de voor overdracht vereiste levering van
onroerende zaken geschiedt door een daartoe bestemde notariële akte + inschrijving
daarvan in de openbare registers.
Andere registergoederen art. 3:89 lid 4 BW: lid 1 wordt van overeenkomstige
toepassing verklaard op andere registergoederen.
Deze staan in Boek 8, bijvoorbeeld zeeschepen en binnenschepen op het moment
dat ze te boek zijn gesteld. Let op: een auto met geregistreerd kenteken is
ingeschreven bij RDW en dit is geen openbaar register.
Niet-registergoederen zijn alle overige goederen.
Absolute en relatieve rechten
Absolute rechten: eigendom en beperkte rechten (goederenrechtelijk recht)
Absolute rechten zijn rechten die je hebt op een goed die zaaksgevolg hebben (droit
de suite). Bijvoorbeeld het recht van overpad, om het land van B te gebruiken om de
weg te bereiken. Dit recht berust op de zaak zelf en niet een recht van A tegenover B.
Ook wanneer B het stuk land overdraagt heb je het recht van overpad op het stuk
land als de zaak.
Relatieve rechten: vorderingsrechten (verbintenisrechtelijk recht)
Dit zijn rechten die je hebt tegenover een persoon, je kunt dus alleen tegenover die
persoon handhaven. Bijvoorbeeld een contractafspraak tussen A en B waarin is
neergelegd dat A over de weg van B mag lopen, alleen A kan dit tegen B inroepen.
Dit is een verbintenisrechtelijk recht.
Crediteuren bij faillissement
Hoofdregel art. 3:277 BW: schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om uit de netto-
opbrengst van de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van
ieders vordering (behoudens voorrang). Art. 3:278 BW bepaalt dat voorrang voortvloeit uit
pandrecht, hypotheekrecht of voorrecht. Zij hebben een separatistenpositie in geval van
faillissement.
Eigendom - 5:1 BW
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op de zaak kan hebben (lid 1
BW). Dit geeft de eigenaar een exclusief recht om de zaak vrij te gebruiken (lid 2 BW). De
eigenaar van de zaak wordt (behoudens rechten van anderen) ook eigenaar van de vruchten
van die zaak (lid 3)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jmschoon. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.