Inleidend hoofdstuk: Examen
Inleiding
Over dit hoofdstuk komt er één vraag op het examen. Dit zal wellicht gaan over de methode die
professor Storms hanteert. Er zijn in totaal 40 examenvragen. Elke vraag bestaat uit vier
antwoordmogelijkheden. Drie afleiders en één correct antwoord. Het doel van een examen is de
leerstofbeheersing te testen en niet de logica.
Psychometrie is een tak van de psychologie die gaat over de manier waarop op een accurate manier
kennis en vaardigheden getest kunnen worden. Hoe langer de test, hoe betrouwbaarder en dus hoe
accurater. Dit is de reden waarom er 40 examenvragen zijn en geen twintig.
Verder is het niet de bedoeling dat alle namen gekend zijn die in deze cursus worden besproken.
Namen zoals Skinner, Freud, Jung, … zijn uiteraard wel namen die te kennen zijn, maar experten die
een bepaald experiment hebben uitgevoerd, zijn niet te kennen.
1. NADELEN OPEN VRAGEN EN MONDELINGE EXAMENS
Professor Storms is tegenstander van mondelinge examens, omdat dit verhaaltjes zijn die worden
verteld. Het is eveneens zeer moeilijk voor de docent om een correct resultaat te geven. Het is
duidelijk wanneer iemand een 18/20 krijgt en iemand een 9/20. Maar het geven van een 13/20 of
een 14/20 is zeer moeilijk te bepalen en dat is wel mogelijk via een schriftelijk examen. Er bestaat
wetenschappelijke literatuur dat bevestigd dat het niet gemakkelijk is voor docenten om mondelinge
examens te beoordelen. Examen is een vorm van een test om de leerstofbeheersing van studenten
na te gaan.
1.1 Primacy effect en recence effect
Experiment: Groep 1 krijgt vijf karakteristieken en vijf foto’s in deze volgorde: vriendelijk,
behulpzaam, verlegen, opvliegend, gierig.
Groep 2 krijgt exact dezelfde karakteristieken en foto’s, maar in een andere volgorde: gierig,
opvliegend, verlegen, behulpzaam en vriendelijk.
Beiden groepen moesten op een schaal van 1-7 aangeven met wie men het liefst op café zou willen
gaan. De gemiddelde beoordeling is positiever wanneer de positieve eigenschappen vooraan worden
gegeven. Informatie die in het begin wordt gegeven, wordt meer aandacht aan geschonken.
Tijdens een mondeling examen kan je dus best beginnen met de vraag die je het beste kan. Nadien
pas je slechtste vragen. Dit heet het primacy effect: mensen hechten meer belang aan de info die als
eerste werd gegeven, dan de latere informatie.
Na dit experiment werd het experiment opnieuw uitgevoerd, maar nu werd het primacy effect
duidelijk vermeld en aangewezen om hiermee rekening te houden. Dit leidt tot het recency effect,
het omgekeerde van het primacy effect.
2. PUNTENTELLING
Eliminatie quotering wordt niet gebruikt in dit vak. Wel bestraffing voor foutieve antwoorden (=
correctie voor raden). Professor Storms vindt de naam ‘correctie voor raden’ een ongepaste naam. Er
is een punt te verdienen voor elke correcte vraag, nul punten als er geen antwoord is en -1/3 voor
foutieve antwoorden. Aangezien dit examen op 40 staat, moet dit herleid worden naar 20. Via de
1
Inleiding in de psychologie
,schoolmeestermethode wordt het totaal gedeeld door twee, maar In dit vak is er een andere
methode.
Er wordt gebruik gemaakt van ‘de methode van De Groot’. Er worden vooraf het examen een tiental
vragen gekozen die gelden als censuurvragen. Dit zijn vragen waarvan hij het gemiddelde neemt van
correcte antwoorden. Na het examen wordt de P-waarde vastgelegd. Van de censuurvragen wordt
de gemiddelde P-waarde genomen. Dit percentage is het percentage studenten dat zeker moet
slagen op ‘Inleiding in de psychologie’. Bij dit percentage wordt er gekeken naar de cumulatieve
frequentie. Hoe hoger de punten die studenten behalen, hoe lager het percentage ligt om geslaagd
te zijn. Met andere woorden door dit systeem is 20/40 niet vereist. Het hangt af van de scores van de
studenten. Het ene jaar moet je minstens een 18/40 behalen om een 10/20 te krijgen. Het andere
jaar moet je minstens een 21/40 behalen om een 10/20 te krijgen. Hiermee kan hij grensstudenten
aanduiden of de zeer slimme studenten.
Nadat het resultaat op 40 bekend is, wordt er gebruik gemaakt van een lineaire transformatie.
2
Inleiding in de psychologie
, Hoofdstuk 1: Om te beginnen
Inleiding
Wat is psychologie? We worden constant geconfronteerd met psychologie. Dit in kranten,
tijdschriften, boekenwinkels, radio of op televisie. Deze bronnen maken geen gebruik van
wetenschappelijke psychologie.
De wetenschappelijke discipline psychologie wordt vaak onderschat of overschat. Overschatting:
wanneer er een psycholoog in de buurt is, zal je letten op alles wat je zegt. Dit omdat velen denken
dat een psycholoog alles zal analyseren. Maar er is in de opleiding leerstof over mensenkennis, maar
die komt zelden voor in de opleiding. Ook wordt de psychologie en in het algemeen de sociale
wetenschappen vaak onderschat. Toegepaste wetenschappen, zoals burgerlijk ingenieur, kijken
negatief naar de psychologie en sociale wetenschappen. De sociale wetenschappen kunnen niets
bereiken. De exacte wetenschappen daarentegen kunnen een brug bouwen waar vrachtwagens en
auto’s over kunnen rijden, dit zonder in te storten.
1. WAAROVER GAAT DE CURSUS?
Waar Niet waar
Veel dingen die we meemaken worden niet Een leugendetector is opmerkelijk accuraat in
bewaard in het geheugen. het opsporen van lichamelijke reacties die erop
wijzen dat een verdachte liegt.
-> Het grootste deel van info komt niet in het -> De gerechtelijke politie is ervan overtuigd dat
geheugen terecht en wat wel in het geheugen deze methode werkt, maar psychologen denken
komt, wordt vervormd hier anders over. Er is opvallend weinig bewijs
tegen
Alleen mensen herkennen zichzelf in hun Intelligentie is een zuiver aangeboren trek die
spiegelbeeld (dus dieren herkennen hun eigen onveranderbaar is gedurende het leven.
spiegelbeeld niet).
-> Skinner en zijn medewerkers toonde aan dat -> Intelligentie is het resultaat van zowel
er Columba livia domestica (= huisduif) zichzelf erfelijkheid als omgevingsinvloeden en kan
herkent in de spiegel. MAAR: het experiment is veranderen doorheen het leven
opnieuw gedaan en geen enkele duif herkende
zichzelf in de spiegel. Is het experiment van
Skinner dan nog betrouwbaar?
Beiden vierkanten in het midden zijn gelijk. Het herhaaldelijk zien van hetzelfde gezicht
zorgt ervoor dat we er minder van gaan
houden.
-> Dit heeft te maken met contrasteffecten
-> Vertrouwde gezichten vinden we in het
algemeen aangenamer dan onbetrouwbare
gezichten.
De meest frequente mentale stoornis komt
voor bij 30% van de bevolking.
-> Een depressie is de meest voorkomende
mentale stoornis en komt bij 30% van de
bevolking ooit voor in hun leven.
3
Inleiding in de psychologie
, 2. WAT IS PSYCHOLOGIE EN WAT NIET?
Er zijn verschillende definities terug te vinden over psychologie en iedere wetenschapper heeft zijn
eigen definitie. Hieronder enkele definities van bekende of minder bekende psychologen.
Volgens Roediger (1996) is psychologie de wetenschappelijke studie van de mentale
processen en gedrag.
Volgens Zimbardo (2006) is de psychologie de empirische studie is van het gedrag en mentale
processen.
Volgens American Psychologiscal Association (= APA) zijn er 48 divisies in de psychologie.
Deze 48 divisies, is de verscheidenheid waar psychologen zich mee bezig houden. Deze 48
divisies zijn niet te kennen, weten dat er verschillende aspecten zijn waarmee de psychologie
zich bezig houdt, bijvoorbeeld: klinische psychologie, schoolpsychologie, arbeidspsychologie.
Naast de psychologie zijn er ook andere studies die gedrag bestuderen, zoals economie,
sociologie, criminologie. Het verschil ligt in de verschillende gebruikte methodes.
2.1 Pseudowetenschap
Psychologie betwist ongefundeerde uitspraken van pseudowetenschappelijke aard. Wat is
pseudowetenschap? Elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te verklaren die niet
gebaseerd is op empirische observaties of de wetenschappelijke methode. Astrologie, grafologie of
toekomstvoorspellingen zijn hier mooie voorbeelden van. (bv. het lezen van sterrenbeelden in een
magazine. Deze sterrenbeelden zouden zogezegd je komende week voorspellen. Maar dit is geen
wetenschap, er is geen wetenschappelijk bewijs dat sterrenbeelden iets kunnen voorspellen). In de
VS is er 40% tot 75% dat gelooft in telepathie en helderziendheid. Dit is één van de verklaringen
waarom er zovelen in de VS zich niet laten vaccineren.
Recent is er een paper gepubliceerd van Daryl Bem. Hij zegt
dat mensen in staat zijn om de toekomt te voorspellen. Hij
heeft hiervoor 11 experimenten uitgevoerd. En dit leidde
tot veel kritiek, want hoe kan deze onzin gepubliceerd
worden?
Beschrijving experiment: de 100 proefpersonen zaten voor
een computerscherm en kregen op het scherm twee
keuzes. Telkens nadat de proefpersoon zijn keuze had
gemaakt, koos de randomprocessor wat het correcte
antwoord was op de vraag. Belangrijk om te weten is dat
het enkel mannelijke proefpersonen waren. Nadat de
mannen een correct antwoord gaven, werden ze beloond met een erotische scène. Er was 50% kans
om het ‘juiste’ gordijn te kiezen. Bem kon met dit experiment aantonen dat mensen in staat zijn om
de toekomst te voorspellen. Maar dit experiment is nooit meer uitgevoerd met dezelfde resultaten.
Andere onderzoekers zijn er nooit in geslaagd om een bewijs te vinden dat de toekomst voorspelt
kan worden. Na 90 jaar is er nog steeds geen wetenschappelijk bewijs om de toekomst te
voorspellen, wat dus in de wetenschap betekent dat de toekomst voorspellen onmogelijk is.
2.2 Freud-probleem
Wanneer mensen aan psychologie denken, wordt er meteen gedacht aan Sigmund Freud. Maar
Freud was geen psycholoog, hij was een arts. Minder dan 10% van de APA-leden onderschrijven de
ideeën van Freud. Dit wil zeggen dan minder dan 10% bevestigd de ideeën van Freud, maar toch
wordt hij gezien als een zeer belangrijk figuur in de psychologie (door mensen zonder kennis van
deze opleiding).
4
Inleiding in de psychologie
