Dit zijn gestructureerde notities van alle lessen van Joeri Vananroye. Ik heb dit aangevuld met zowel informatie uit de reader als uit het handboek. Alles wat de prof zeer belangrijk vindt staat aangeduid in het rood. Ik heb ook informatie van de pal-sessies hierin verwerkt. Dit document is volledi...
Bij onrechtmatigheid
Geen geweld gebruiken
= verbod op eigenrichting
Enkel in geval van wettige zelfverdediging
Deelverzameling onrechtmatigheden
Misdrijven
= onrechtmatige gedraging waar het recht straffen aan verbindt
Contract niet nakomen, iets kapot maken, …
Geen echt misdrijf
Gewone sancties, burgerrechtelijke sancties
= Sancties die bedoeld is om de schade te herstellen (geen strafrecht)
Bij misdrijf
Sanctie heeft als doel extra leed op leggen
o Om de mensen af te schrikken, opdat je het nooit zal doen
Straffen zijn een manier om de prijs van gedrag te verhogen
Strafwetboek als menu
o Prijzen voor gedrag als demotivatie
o Staat niet in dat je het niet mag doen
Misdrijf = als er aan een onrechtmatigheid extra leed wordt opgelegd
Enkel dan treedt politie op (niet bij bv schade, burgerrechtelijk geschil)
Onrechtmatigheid dat geen misdrijf is: Wat als schuldenaar niet
vrijwillig nakomt?
1. Schuldeiser stelt schuldenaar in gebreke
a. Voorbeeld: Via email / aangetekende brief
Indien dit niet werkt
2. Schuldeiser vraagt aan de rechtbank voor veroordeling van de
schuldenaar/verweerder
a. Brief: ik nodig je uit om naar de rechtbank te komen -->
schuldenaar krijgt daar mogelijkheid zich te verweren
Dagvaarding komt via de deurwaarder
o Veroordeling bij verstek
= verweerder die dagvaarding weigert (komt niet opdagen) en
rechtstreeks ongelijk krijgt
3. Vonnis van de rechtbank --> verweerder wordt veroordeeld om iets wel of
niet te doen
, Een vonnis heeft twee belangrijke kenmerken
3.1. De rechter heeft gelijk (zelfs als hij geen gelijk heeft) = gezag van
gewijsde
Finaal: tussen dezelfde partij kan zelfde geschil niet meer gedaan worden
3.2. Formulier van tenuitvoerlegging (in naam vd koning)
OM mag de sterke hand verlenen (= geweld gebruiken)
Het vonnis heeft uitvoerbare kracht
= de overheid zal zijn geweldsmonopolie inschakelen indien dit niet
vrijwillig wordt uitgevoerd
o Deurwaarder die spullen komt ophalen/binnenbreekt als je niet open
doet
4. Indien het vonnis finaal is (of eerder als rechter het zegt) heeft vonnis
uitvoerbare kracht
Inleiding tot het economisch recht les 2
Wat is recht?
Recht is een vorm van geweld, machtsuiting.
Recht is geen rechtvaardigheid
Recht is geweld en dwang
Monopolie ligt bij de overheid
Noodzakelijk kwaad, de overheid is gevaarlijk
De overheid is ook zelf gebonden door het recht
o "U moet het recht volgen dat u zelf gemaakt heeft"
o Rechtstaat = de staat zelf is onderworpen aan haar eigen regels
Scheiding der machten
Uitvoeren van regels, voeren van beleid = uitvoerende macht
Beslissen van geschillen = rechtelijke macht
Verschillende machten controleren elkaar
Onafhankelijke rechterlijke macht
Trekt het geweld vd overheid op gang
Rechters moeten geen rekening houden met bv. Publieke opinie, politieke
meerderheid,…
Men kan een rechter bijna niet ontslaan
Geen perfect systeem !!!
Democratie
Zorgt ervoor dat er af en toe verandering kan komen
Grondrechten
= fundamentele rechten en vrijheden
Hieraan moeten ook die wetgever zich houden
Gekomen na WOII
Bevoegdheid = wie er handelt
,Procedure = hoe er gehandeld wordt
Beiden van belang !!!
Wat is recht niet?
Recht is niet gelijk aan de wet
Beslissing van een wetgever
Er zijn veel meer rechtsbronnen dan enkel de wet
Gewoonterecht: We hebben hier en daar nog een regel van gewoonterecht. Dat
staat nergens in een wet, maar we volgen de regel wel omdat we dat altijd al zo
gedaan hebben.
Algemene rechtsbeginselen: Deze regels zijn nergens terug te vinden. We zien ze
wel terug in toepassingen.
Voorbeeld: het recht op tegenspraak.
Voorbeeld: Tuchtprocedure. Er is nergens een wet die zegt ‘dan moet u
wederwoord geven’. Maar de rechters zeggen wel dat dit gerespecteerd
worden.
Rechtsleer: Juristen die schrijven over het recht. Als alle auteurs vinden dat het
zo moet worden geleerd, zullen rechters dat ook wel vinden.
Verdrag: Europese Unie die verordeningen en richtlijnen kunnen afkondigen.
Recht is veel complexer dan men denkt, beperkt zich niet tot enkel wetten.
Rechtspraak (vonnis) is de eindbeslissing van de rechter/rechtbank.
Niet wat staat er in de wetboeken, wat de rechter beslist is waar men
belang aan hecht.
Het is niet de wet die beslist, maar de rechter
Law is a prediction of what de judge will decide
We hebben telkens manieren om aan de wet te ontsnappen recht is zeer
onzeker
Law is what the judge had for breakfast
Concordia discordantium canonum
De taak van een jurist is om wetten die elkaar eigenlijk tegenspreken op elkaar
af te stellen.
Voorbeeld: Je mag niet doden, maar wel uit zelfverdediging
Recht is geen zekerheid.
Er is altijd menselijke oordeelsvorming
Bevoegdheidsregels: Voor bepaalde regels is dit orgaan geschikt.
o Als er een conflict is tussen partijen, kijken we wie geschikt is.
o Hierover zijn geen ‘regels’
Normen die geïnterpreteerd worden
o Interpretatie laat beleidsvrijheid voor degene die interpreteert
o We hebben interpretatieregels, maar die gaan alle kanten uit (je kan
er alles mee doen). Eerder zaken die achteraf dienen om je te
verantwoorden.
, Illustratie 1: mini-koningskwestie (1990)
De koning ondertekent de wetten. Hij heeft geen autonome bevoegdheid (om de
wet niet te ondertekenen), de koning moet doen wat de regering zegt. Koning
Boudewijn weigerde een wet te ondertekenen.
Oplossing in artikel 93 van de Grondwet.
1940: Eerste toepassing
Deze wet werd voor het eerst gebruikt in de regeerperiode van Leopold III
(1940). Hij zat toen in krijgsgevangenschap en op die manier in de
onmogelijkheid om te regeren. België is bezet. De verenigde Kamers konden niet
bijeen geroepen worden. De regering neemt de bevoegdheden van de koning
over.
1944: België bevrijd.
Leopold III was nog steeds krijgsgevangenen. Ze stellen dat hij in de ‘politieke’
onmogelijkheid zat om wetten te ondertekenen. Ze duiden zijn broer Karel aan
als regent.
1990: Boudewijn
Illustratie 2: affaire Marie Popelin (1888)
In de 19e eeuw hadden vrouwen nog weinig rechten. De Code Napoléon was
vrouwonvriendelijk. Vrouwen mogen pas stemmen sinds 1948. Marie studeert
rechten, niet in Leuven (mocht toen niet). Wil zich inschrijven als advocate in
Brussel.
Uitspraak: Hof van Beroep van Brussel 12 december 1888. Ze merken dat
er nergens een regel staat dat het beroep advocaat enkel bestemd is voor
mannen, maar toch weigeren ze Marie. Ze is nooit advocaat geworden.
Illustratie 3: Kiekenkot-arrest (27 april 1999)
Het kiekenkot verkocht kip aan ’t spit. Er was toen al een KB dat zei dat je niet
zomaar voedsel mag verkopen. Als u een maaltijd aanbied, moet u een
koksdiploma hebben (uitzondering: lichte maaltijd). Het KB zegt wat licht
maaltijden zijn (soep, croques en toosten, kroketten,…). De uitbater van het
kiekenkot heeft geen koksdiploma en biedt kip aan het spit aan.
Het parket van Leuven vervolgt de uitbater. Hij wordt strafrechtelijk
veroordeeld. Hij gaat in beroep.
Hof van beroep volgt de redenering van de uitbater. Vol-au-vent vergt
meer tijd dan kip aan het spit. En vol-au-vent staat in de lijst van lichte
maaltijden. De man wordt vrijgesproken. Het parket van Leuven is het er
niet mee eens. Ze gaan naar het Hof van Cassatie want de wet (het KB) is
geschonden. Het Hof van Cassatie geeft het parket gelijk.
(Na les 3) Nog een ander argument voor de uitbater: U vraagt aan de
rechter zelf om dit te toetsen (het is maar een KB). U zegt bijvoorbeeld
dat u vindt dat het KB in strijd is met de Grondwet. U behandelt
iemand die een simpel gerecht maakt strenger dan iemand die een
complex gerecht maakt en dat is in strijd met het Grondwettelijk
gelijkheidsbeginsel.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lenameuwis. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.