Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide samenvatting LKT Rekenen+Wiskunde (aangevuld met aantekeningen, voorbeelden en afbeeldingen) €4,99   Ajouter au panier

Resume

Uitgebreide samenvatting LKT Rekenen+Wiskunde (aangevuld met aantekeningen, voorbeelden en afbeeldingen)

22 revues
 986 vues  195 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een uitgebreide samenvatting van het boek Rekenen + Wiskunde (boek zelf heb je niet meer nodig). Perfect voor de Wiscat en de Kennisbasis-toets voor leerkrachten basisonderwijs (LKT). De samenvatting is verrijkt met aantekeningen, afbeeldingen, voorbeelden en kleurcodering voor een overzichtelijke...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 7 mois de cela

Aperçu 5 sur 40  pages

  • Oui
  • 15 février 2024
  • 9 avril 2024
  • 40
  • 2023/2024
  • Resume

22  revues

review-writer-avatar

Par: evipeeters47 • 2 semaines de cela

review-writer-avatar

Par: Evavanaerle • 3 semaines de cela

review-writer-avatar

Par: 991225171 • 1 mois de cela

review-writer-avatar

Par: smnvandervelden • 1 mois de cela

review-writer-avatar

Par: s1135577 • 1 mois de cela

review-writer-avatar

Par: carmenderooij1 • 1 mois de cela

review-writer-avatar

Par: annefleurwillemsen • 1 mois de cela

Afficher plus de commentaires  
avatar-seller
Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs
Bronnen: boek reken + wiskunde uitgelegd en rekenenvoordepabo.nl

Hoofdstuk 1 Hele getallen (20 vragen op de toets)
1.2 Basisvaardigheden
Talstelsels
De romeinen gebruikten het volgende systeem voor hun getallen (additief talstelsel):
I=1 C = 100 ‘cent’
V=5 D = 500 ‘demi’
X = 10 M = 1000 ‘mille’
L = 50

Regel 1: een symbool gevolgd door een even groot of kleiner symbool à betekent de waarden van beide
symbolen bij elkaar optellen. Bv. XX = 10 + 10
Regel 2: een symbool gevolgd door een groter symbool à betekent dat de kleinste van het grootste getal
moet worden afgetrokken. Bv. IX = 10 – 1
Regel 3: maximaal 3 dezelfde cijfers achter elkaar zetten.
Regel 4: aftrekken mag alleen met I, C of X (à IV = 4)
Voorbeelden: 25 = XXV / 26 = XXVI / 999 = CMXCIX

Decimale positiestelsel: waarde ook bepaald door de plaats van het getal.
Positieschema op basis van het tientalligstelsel ingevuld voor het getal 3273:
Duizendtallen Honderdtallen Tientallen Eenheden
10³ (= 10 x 10 x 10) 10² (= 10 x 10) 10¹ (= 10) 10° (= 1)
3 2 7 3
Alle getallen kunnen worden uitgedrukt in machten van 10. Verder bestaat elk getal uit combinaties van
de cijfers 0 t/m 9 Het positiestelsel maakt het getal 0 noodzakelijk.

Voorbeeld: van het getal 2378:
o 2 x 1000 = 2 x 10³
o 3 x 100 = 3 x 10²
o 7 x 10 = 7 x 10¹
o 8 x 1 = 8 x 10°

MAB-materiaal (Multibase Arithmetic Blocks): leermiddel waarbij het tientallig stelsel is weergegeven in
losse blokjes (eenheden), staafjes van 10 (tientallen), plaatjes van 10 x 10 (honderdtallen) en kubussen 10
x 10 x 10 (duizendtallen).

Getallenlijn: model dat helpt bij het kijken naar de waarde van het getal en welke plaats het heeft binnen
een verzameling van alle cijfers.

Contexten en modellen
Model: schematische weergave van de achterliggende bedoeling van een bewerking of opgave. Bv. een
getallenlijn.
Context: betekenisvolle situatie gebaseerd op een model. De context bij een soms kan verschillend zijn.
Denk aan een verhaalsom.
Bewerkingen: rekenkundige activiteiten die met getallen uitgevoerd kunnen worden.
Alle bewerkingen leiden naar een resultaat à voorafgaand door het isgelijkteken (=).
Belangrijkste bewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.




1

, Bewerkingen Begrippen Voorbeeld opgave
Optellen Term + term = som 2+4=6
Aftrekken Aftrekgetal – term = verschil 6–4=2
Vermenigvuldigen Vermenigvuldiger x vermenigvuldigtal = product 6 x 2 = 12
Delen Deeltal : deler = quotiënt 6:2=3

1. Optellen: samenvoegen van hoeveelheden.
8 (term) + 7 (term) = 15 (som)

Modellen bij het optellen:
o Groepjesmodel
o Honderdveld: model voor rekenen tot 100.
o Lijnmodel: ook wel de getallenlijn. Heeft de voorkeur, want het helpt bij de ontwikkeling van
getalwaarden.
Rijgend optellen: getallen stap voor stap optelt door steeds kleine stappen te maken.

2. Aftrekken:
8 (aftrekgetal) – 7 (term) = 1 (verschil)

Vier manieren om naar aftrekken te kijken:
1) Splitsen: als bij hoeveelheid wordt gevraagd hoeveel er overblijft. Bv. Van de 25 kinderen mogen
er 6 kinderen meedoen aan een toneelstuk. Hoeveel kinderen mogen er niet meedoen?
2) Verminderen: gaat om het terugtellen. Bv. Een dvd-speler kost 135 euro. Hij wordt 19 euro
goedkoper. Wat is de nieuwe prijs?
3) Vergelijken: verschil tussen twee hoeveelheden. Wat is meer/minder? Hoeveel meer/minder?
Model hierbij is een dubbele strook.
4) Inverse: Hoeveel moet er nog bij om een bepaalde hoeveelheid te krijgen. Bv. Ik ben aan het
sparen voor een fiets van 530 euro. Ik heb al 375 euro. Hoeveel moet ik nog sparen?

3. Vermenigvuldigen: als veel dezelfde getallen bij elkaar moeten worden opgeteld.
8 (vermenigvuldiger) x 7 (vermenigvuldigtal) = 56 (product)
o 8 en 7 = factoren à getallen die je met elkaar vermenigvuldigd

De betekenis van vermenigvuldigen is afhankelijk van de situatie:
o Herhaald optellen: bv. zes rijtjes van vier flesjes (4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4). De modellen die hierbij
passen zijn: rechthoekmodel/groepjesmodel.
o Vermenigvuldigen met een factor: bv. een foto een x aantal keer vergroten of een hond loopt 3 x
zo snel als een konijn.

4. Delen:
16 (deeltal) : 8 (deler) = 2 (quotiënt)

Delen heeft meerdere interpretaties:
1) Eerlijk verdelen en uitdelen: gelijk verdelen van een hoeveelheid. Bv. 24 knikkers verdelen over 6
kinderen.
2) Inverse (omgekeerde van vermenigvuldigen): Bv. Maak bakjes van 6 appels uit een zak met 24
knikkers. Model hierbij à herhaald aftrekken (opdelen).
3) Ratio (verhouding): twee hoeveelheden met elkaar vergelijken. Bv. Een persoon van 2m is twee
keer zo groot als een persoon van 1m of een persoon verdient 3 keer zoveel (3 staat op 1 à
notatie 3 : 1)




2

, Eigenschappen van de bewerkingen
Handig rekenen met 7 eigenschappen van bewerkingen:
1) Commutatieve eigenschap (wisseleigenschap): de opgave een plezierig uiterlijk geven. Bv. 29 + 15
oogt beter dan 15 + 29. Dit kan je toepassen bij optellen en vermenigvuldigen.
2) Distributieve eigenschap (verdeeleigenschap):
o Splitsen:
- Vermenigvuldigen: 18 x 25 = 10 x 25 + 8 x 25
- Delen: 132 : 12 = 120 : 12 + 12 : 12 (bij delen kan je niet de deler splitsen)
o Inverse: (37 x 5,5) + (5,5 x 63) = 100 x 5,5
o 39 x 25 = 36 x 25 + 3 x 25 = 900 + 75
o 8x(5+7)=(8x5)+(8x7)
3) Associatieve eigenschap (schakeleigenschap): de volgorde bij optellen of vermenigvuldigen maakt
niet uit. Bv. 29 x 25 x 4 à 25 x 4 = 100 x 29 = 2900
4) Inverse eigenschap:
- Aftrekken is het omgekeerde van optellen Bv. 411 – 395 à 395 + ... = 411
- Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen Bv. 1250 : 25 à ... x 25 = 1250
5) Compenseren (transformeren/termen van veranderen): à zoek mooie getallen en maak het
daarna weer goed. Dit kan je toepassen bij optellen en aftrekken
o Transformeren: aanpassingen direct verwerken Bv. 25 + 17 = 30 + 12
o Compenseren: aanpassingen achteraf verwerken Bv. 25 + 17 = 30 + 17 – 5
o Optellen: als je aan de ene kant iets optelt, aan de andere kant afhalen Bv. 68 + 198 = (68
– 2) + (198 + 2) = 66 + 200
o Aftrekken: aan beide kanten doe je hetzelfde Bv. 10 – 9 = 11 – 10 (beide kanten + 1)
6) Groter EN kleiner maken (GEK)
Bij vermenigvuldigen aan de ene kant halveren en aan de andere kant van x verdubbelen.
Bv. 128 x 225 à 64 x 450 à 32 x 900 à 16 x 1800 etc.
7) Groter OF kleiner maken (GOK)
Delen zien als een verhouding.




Kenmerken van deelbaarheid

Een getal is Als
deelbaar door
2 Even getallen à Het eindigt op 0, 2, 4, 6 of 8
Alle tienvouden zijn deelbaar door 2, dus alleen naar het laatste cijfer kijken.
3 De som van de cijfers deelbaar door 3
34569 à 3 + 4 + 5 + 6 + 9 = 27 (en 27 kun je delen door 3)
4 De laatste 2 cijfers zijn deelbaar door 4.
2356 à 56 (en 56 kun je delen door 4)
Alle honderdvouden zijn deelbaar door 4, dus alleen naar laatste 2 cijfers kijken.
5 Eindigt op 0 of 5

6 Getal deelbaar is door 2 en 3
1368 à 1 + 3 + 6 + 8 = 18 (is deelbaar door 3) en 1368 eindigt op 8 (is deelbaar door 2)
7 Het laatste cijfer weglaten en 2 x aftrekken van het getal gevormd door de overblijvers.
7364 à 36 – 2 x 4 = 28
8 Het getal gevormd door de laatste drie cijfers zijn deelbaar door 8.
Alle duizendvouden zijn deelbaar door 8, dus alleen naar laatste 3 cijfers kijken.
9 De som van de cijfers is deelbaar door 9
34569 à 3 + 4 + 5 + 6 + 9 = 27 (en 27 kun je delen door 9).
10 Het eindigt op 0.




3

,Volgorde van de bewerkingen
Afspraken:
1. Bewerkingen tussen haakjes ( ) worden altijd het eerst uitgerekend.
2. Daarna machtsverheffen en worteltrekken.
3. Vermenigvuldigen en delen gaan voor optellen en aftrekken.
Vermenigvuldigen, delen, optellen en aftrekken gebeurt in de volgorde waarin ze staan.

Cijferen en schatten
Cijferen (onder elkaar rekenen/schriftelijk rekenen) = volgens algoritmen (vaste richtlijnen) uitrekenen
van opgaven.

Cijferend optellen:
Zowel kolomsgewijs rekenen (de kolommenmethode) als het gebruikelijke algoritme zijn onderdelen van
cijferen. Kolomsgewijs optellen: gebaseerd op splitsen met als achterliggende principe verdeeleigenschap
à getal splitsen in honderdtallen, tientallen en eenheden, deze respectievelijk bij elkaar op tellen en dan
het geheel weer samenvoegen.




Kolom C werkt alvast van links naar rechts om zo beter aan te sluiten bij het latere cijferen.

Cijferend aftrekken: (voorloper op het standaardalgoritme)




Voor het aftrekken met tekorten (tekorten methode) zijn er meerdere manieren om een tekort aan te
duiden.

Cijferend vermenigvuldigen:
In het rechthoekmodel (oppervlaktemodel) kunnen een paar belangrijke eigenschappen van
vermenigvuldigen herkend worden:
- Vermenigvuldigen is herhaald optellen
- De commutatieve eigenschap (wissel)
- De distributieve eigenschap (verdeel)
- De associatieve eigenschap (schakel)
- Groter en kleiner maken bij vermenigvuldigen (GEK)

Vermenigvuldigingstabel drie soorten (steeds korter):




4

, Cijferend delen:
Doel om tot een zo kort mogelijke sliert te komen à kolomsgewijs delen.
Methoden spreken ook wel over happen-werkwijze.
Rest à als een deling niet uitkomt. Er is sprake van rest als deze kleiner is dan de deler.

Drie niveaus van staartdelen:




Nieuwe en ouderwetse manier van staartdelen:




Opvermenigvuldigen: bv. als iemand wil weten hoe vaak 15 in 370 past.
10 x 15 = 150 | 20 x 15 = 300 | 4 x 15 = 60
15 past 20 + 4 = 24 keer in 370.

De rekenmachine
Bij didactische gebruik van de rekenmachine zijn de volgende 4 aspecten te onderscheiden:
1. De rekenmachine als vlotte rekenaar: als het rekenwerk niet de hoofdzaak is.
2. De rekenmachine als controlemiddel
3. De rekenmachine als middel tot ontdekking van wiskundige relaties: vooral de relatie tussen
breuken, procenten en verhoudingen kunnen hier onderwerp van studie zijn.
4. De rekenmachine als spelletjesbron: bv. woorden maken van digitale cijfers.

Geheugentoets op de rekenmachine: tussenuitkomsten kunnen bewaard worden in het geheugen, door
ze bij het geheugen op te tellen (M+) of ervan af te trekken (M-).
MRC à zien wat er in het geheugen is opgeslagen.




5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rosacelik. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,99  195x  vendu
  • (22)
  Ajouter