DEEL 0: INLEIDING
HOOFDSTUK 1: CRIMINOLOGIE ALS ‘EEN HUIS MET VELE KAMERS’
Criminologie = mix van disciplines en van onderzoeksobjecten, ook vanuit verschillende denkbeelden
Wetenschapsdomein opgesplitst in een materieel en formeel voorwerp:
- Materieel voorwerp: onderwerp of studiematerie
- Formeel voorwerp: wijze waarop wetenschap wordt bedreven
1. HET MATERIËLE VOORWERP
Criminologie bestudeert: 1) het fenomeen en de samenhang met bio soc en psycho kenmerken
2) de processen van benoeming van criminaliteit
3) wijze waarop samenleving ageert via preventie repressie, nazorg,…
Criminografie: statistische en kwalitatieve beschrijving geven van criminaliteit
Etiologische criminologie: oorzaken van criminaliteit en onveiligheid zoeken en verklaren
Rechtssociologie: processen van criminalisering en decriminalisering beschrijft
Penologie: toepassing van straffen als antwoord op criminaliteit bestudeert
Politiestudies/politiewetenschappen: functioneren van politie bestudeert
Preventie: bestudeert hoe criminaliteit te voorkomen
Victimologie: focust op slachtofferschap
Zemiologie: studie van sociale schade
In wezen betwist: abstract & theoretische term zonder consensus doordat normatief en complex is
normatief: “gebaseerd op pol keuzes, mij waarden” wij vinden sommige gedragingen slecht
complex: veel opvattingen over criminaliteit, verschillende perspectieven/meningen
concept criminaliteit moet voortvloeien uit politie en morele keuzes
juridische, criminologische, politieke en andere maatschappelijke opvattingen doorworstelen
ook morele perspectieven en beeld dat media ophang over criminaliteit verwerpen
De legalistische definitie van criminaliteit volgens ‘online oxford dictionary’:
‘opzettelijke daad of omissie in strijd met strafwet en gepleegd zonder sprake van zelfverdediging’
Beperkingen: - gaat niet dieper in op ware aard van criminaliteit, enkel omdat de wet het zo zegt
- strafrechtelijke definities zijn dynamisch: verschil over tijd
- definities zijn niet steeds duidelijk: tegelijk crimineel & in strijd met civiel recht
- verschillen tussen landen
- bestraft gedrag dat voordelig kan zijn voor sociale vooruitgang: vb. M. Luther King
onduidelijk, dynamisch & relativistisch, schade?, gedrag voordelig?,…
Chalmers en Leverick: maakt inventaris van nieuwe strafbaarstellingen die werd gecriminaliseerd
strafrecht geen duidelijk afgebakend domein, maar 2 onderdelen:
klein aantal kernmisdrijven & al de rest (strafwetboek)
, Problemen voor criminologisch onderzoek:
- Veel gedragingen strikt genomen niet crimineel, maar wel relevant voor analyse = deviant G
- onderscheid strafrechtelijk categorie is niet steeds criminologisch relevant: vb. bij incest + cat
- Definitie van criminaliteit is problematisch
- Veel criminologen bestuderen niet
Alternatieve definities en concepten:
- Hirschi & Gottfredson: daden van geweld of fraude die worden ondernomen uit eigenbelang
- 2 projecten: *Lombrosiaans: fundamenteel onderzoek gericht op oorzaken van criminaliteit
*Gouvernementeel: praktische aanpak om strafrechtssysteem te ondersteunen
- Sutherland: study of process of law-making, law-breaking and law-enforcing (te breed/smal)
- Wikstrom: daad die een inbreuk vormt op een morele regel die omschreven staat in het recht
def toont moeilijkheid legalistisch definitie& maak geen verschil strafrecht & ander recht
- Sellin: gevolg van conflicterende gedragsregels & “een bastard science”
- Herman & Julia Schwendiger: schendingen van de mensenrechten
- Downes: “een rendezvous subject”
- Newburn: “a strange beast”
- Hulsman: Criminaliteit ligt niet aan basis van strafrechtelijk beleid, maar is een product van
- Garland: 2 kenmerken: empirisch gegrond, wetenschappelijk aanpak & focus criminaliteit
- Hirschi & Gottfredson: daden van geweld of fraude die worden ondernomen uit eigenbelang
- Historish oogpunt: gecriminaliseerd gedrag = beschouwd als schadelijk of moreel verkeerd
- Kritisch/links criminoloog: wil term weg, vb. Christie: geschil tussen aanwijsbare partijen
- Postmodernist: n 1 waarheid, maar klein & persoonlijk gevormd, vb. Gottfredson: crime-free
- Constructivist: problematiseren vanaf jaren 60 strafrechtelijke definities: gevolg interactie mij
- Zemioloog: term criminaliteit vervangen door schade, vb. Tombs: focus harm reduction
Greenfield & Paoli: term niet vervangen, erkennen wel centrale plaats van begrip ‘schade’
pleiten voor systematisch & empirisch inschatting van soorte schade
2. HET FORMELE VOORWERP
Wijze waarop criminologen onderzoek doen, kan verschillen:
- Keuze onderzoeksaanpak
- Eigen waardeschema of perspectief
, Multidisciplinair
integratie van basiskennissen omtrent het materieel voorwerp
synthesewetenschap, een kruispunt
Interdisciplinair
integratie verschillende invalshoeken
theoretische en methodische achtergrond vanuit meerdere disciplines
vb. geschiedenis, psychologie, sociologie, antropologie,…
om dan toe te passen in eigen domein
doet geen eigen wetenschappelijk onderzoek en theorievorming, ontleent & brengt samen
Ubersynthese nog niet gevonden: weten niet hoe verschillende disciplines te coördineren
Multidisciplinair: inzicht & methode uit diverse wetenschappen
Interdisciplinair: volledige integratie van diverse disciplines
3. CRIMINOLOGIE ALS ZELFSTANDIGE DISCIPLINE
Moet eigen materieel & formeel voorwerp hebben om te kunnen spreken over eigen discipline
wel discipline: kijk uit etiologisch denkkader waar CT erg onkritisch als vastelbaar wordt gezien
geen discipline: epistemologische, conceptuele, operationele en analytische basis ontbreekt
4. ACHT ONDERZOEKSLIJNEN BINNEN LINC (LEUVENS INSTITUUT VOOR CRIMINOLOGIE)
- Mensenrechten en justitie in transitie
- Ernstige en georganiseerde misdaad
- Jeugdcriminologie
- Herstelrecht en victimologie
- Bestuurlijke & strafrechtelijke rechtshandhaving in Europees en vergelijkend perspectief
- Beleid en management in het criminologische domein
- Criminologische diagnostiek en gedragsinterventies
- Bestraffing en controle
, HOOFDSTUK 2: INLEIDING TOT DE WETENSCHAPSFILOSOFIE
Paradigma = interpretatieschema waarin opvattingen over werkelijkheid, ‘wereld’, mens & relatie ligt
bepaalt hoe men een probleem analyseert, welke problemen, welke conclusies,…
goede onderzoeker moet zich bewust zijn van deze posities
1. ASSUMPTIES OVER KENNIS
1) Ontologie
= het vaststellen van de waarheid, wat geacht wordt waar te zijn,… 3 foci
- Mensopvatting: vrije wil van de mens? Verantwoordelijk?
neoklassiek & economen: ja & psychologen: nee, DNA & sociaal
- Wereldbeeld: werkelijkheid kunnen kennen en of dat überhaupt wel mogelijk is?
= externe realiteitsgehalte van de wereld
Objectivistisch: 1 waarheid, niet onder invloed van individu = positivist
Constructivistisch: + waarheden, subjectief = constructivisten
- Visie op samenleving: op vlak van recht en sociale orde
Consensusmodel: stabiel, collectieve wil is wet, niet benadeel, wel in subgroep bij CT
Pluralistisch model: ≠ soc groepen met ≠ visies, wet = conflictoplossend & waardevrij
Conflictmodel: continu verandering, dwang & druk in wet voor politieke machthebber
2) Epistemologie
= hoe weten dat een uitspraak over kennis legitiem is? Hoe weten wat we weten? Het ware?
ook over relatie tussen ‘realiteit’ en de onderzoeker
Objectivistisch standpunt: werkelijkheid onafhankelijk van bewustzijn, niet beïnvloeden
Constructivistisch standpunt: waarheid creëren/interpreteren met interactie
3) Methodologie
= praktische wijze, methode, regel & middel om wetenschappelijk kennis te vergaren
kwalitatief of kwantitatief kwantitatief = (neo)positivisten uit 18e -eeuwse traditie
naïeve vs. moderne positivist: 2de = kritischer ten aanzien van uitgangspunten
2. PARADIGMATA IN DE CRIMINOLOGIE
Ontologie = onderzoekt de aard van de realiteit betrekking op conclusie
Epistemologie = onderzoekt hoe je die realiteit kan onderzoeken betrekking op proces
1) Positivisme
zeer wetenschappelijke visie: natuurwetenschappen toepassen op criminaliteit Lombroso
waarheid buiten ons, onveranderlijke natuurwetten om sociale wereld te verklaren
via metingen verklaren en oorzakelijke verbanden vinden
reductionistisch: wetenschappelijke theorie reduceren tot klein/direct toetsbare concept
conclusie: kennis is objectief meetbaar, afstand bewaren, objectief, 1 waarheid