INTRODUCTIELES: WAT IS METHODOLOGIE
Methodologie = regels die onderzoeker volgt om geldige & betrouwbare kennis te bekomen
Methodologie als wetenschapsinstrument: wijze waarop we kennis verwerven
Het is de kerncompetentie van een wetenschapper onderscheidt van journalist, burger,…
essentieel tijdens studies: om vakliteratuur te begrijpen, kritisch te analyseren, zelf onderzoeken,…
1) Theorie doornemen
2) Hypothese opstellen (verwachting)
3) Operationaliseren (concepten
meetbaar maken)
4) Design uitwerken (hoe concreet
onderzoeken)
5) Dataverzameling (afnemen/uitvoeren)
6) Data analyseren
7) Bevindingen/conclusies (terugkoppeling theorie)
Of je begint bovenaan en test een
theorie OF je begint onderaan bij dataverzameling
, HOOFDSTUK 1: ONDERZOEKSVOORSTEL & ONDERZOEKSDESIGN
1. KEUZES BIJ EEN ONDERZOEKSOPZET
= 6 fundamentele keuzes over methodologie, ontologie en epistemologie niet of/of, continua
1) Deductief vs. inductief:
= betrekking op fundamentel logica gebruikt voor theorie te testen of theorie te ontwikkelen
deductief = van algemeen naar specifiek theoretische, abstracte concepten testen
= Door de bril van een conceptueel kader kijken naar de empirische realiteit
inductief = van specifiek naar algemeen uit empirisch realiteit daaruit theorie “ontwkl”
= vb. grounded theory
2) Eenmalig vs. iteratief:
= proces dat men doorloopt doorheen een onderzoek (eenmalig doorlopen of herhaaldelijk)
eenmalig doorlopen onderzoekscyclus: onderzoekscyclus doorlopen als streng schema
iteratief doorlopen onderzoekcyclus: herhaaldelijk, dialoog tss theorie en empirie (verrijk)
3) Beschrijvend vs. verklarend:
= doel van onderzoek
Beschrijvend: wie, wat, waar, wanneer, hoeveel 1 variabele/fenomeen beschrijven
Vb. Hoeveel gevangenen in België? wat is de prevalentie van stalking
Verklarend: hoe, waarom (quasi-) experiment (kwanti & beetje kwali) & causaliteit
Vb. Impact plaatsen van camera’s? factoren van recidiveren?
verschillende visies op invulling ‘beschrijvend’ (eng/breed) en ‘verklarend’ (breed/eng)
alles wat niet focust op causale relaties, is beschrijvend onderzoek
zodra onderzoek focust op samenhang of risicofactoren is het verklarend onderzoek
Verklaring van respondent meestal beschrijving van verklaring, niet verklarend op zich
4) Waardenvrij vs. normatief:
= streven naar waardeoordelen, verwachtingen en wensen van onderzoeker
waardenvrij: waardeoordelen onderzoeker spelen weinig, onderzochte = object
normatieve keuzes = bias moet vermeden worden (afstand object)
normatief: waardeoordelen onderzoeker spelen rol wil ook wereld veranderen
5) Kwantitatief vs. kwalitatief:
= verwijst hier naar types data, niet naar paradigmata (mix: kwantitatief met extra interview)
kwantitatief: aselecte steekproef, grote dataverzameling via schalen, data-analyse (stat)
kwalitatief: doelgerichte steekproef, kleine dataverzameling via interview, data (coderen)
6) Theoriegericht (fundamenteel) vs. praktijkgericht:
, = verwijst naar de relevantie van het onderzoek (fundamenteel onderzoek kan praktisch zijn)
fundamentel = theoriegericht: bijdrage wetenschappelijke discipline met aandacht metho
praktijkgericht onderzoek: bijdrage aan praktijk met ambitie werkelijkheid te beïnvloeden
- Samenhang tussen de keuzes:
Bij uitwerken onderzoeksvoorstel neemt men op elk van hoger genoemde continua positie in
Kan posities op continua vrij combineren, wel typische clusters van posities (= paradigma)
deductief, 1x, verklaar, waardenvrij, kwantitatief = kwantitatieve benadering (=neopos)
inductief, iteratief, beschrijf, normatief, kwalitat = kwalitatieve benadering (normatief)
nuance: niet extreme pool op 1 continuüm, maar tussenpositie op 6 kleine continua
tussenpositie = supra of verschillende polen worden gecombineerd:
2. ONDERZOEKSVOORSTEL
= document dat wordt opgesteld voor de start van eigenlijke onderzoek en bevat info hoe uitzien
3 doelen: andere informeren (relevantie/metho) & overtuigen & hulpmiddel onderzoeker zelf
Onderdelen van onderzoeksvoorstel: probleemstelling literatuurstudie conceptuel
kader
onderzoeksopzet planning
1) Probleemstelling
Onderzoeksdoelstelling:
- algemene omschrijving thema in vorm van doel & verantwoording zinvol & relevantie
maatschappelijke & wetenschappelijke relevantie waarom?
Onderzoeksvragen:
- Wat onderzoeken = precies formuleren bij begin onderzoek, maar evolueert in de loop
- Moet in vraagvorm geformuleerd zijn onderzoek wordt antwoord op vraag
- Essentieel: De onderzoeksvraag moet ingebed zijn in de literatuur
- Niet te veel onderzoeksvragen onderscheidt hoofd & deelvragen
- Empirische vs. normatieve onderzoeksvraag:
Empirisch: Hoe ziet de wereld eruit (descriptief) & hoe kunnen verklaren (verklarend)
vb. Vinden criminologiestudenten de doodstraf aanvaardbaar?
Normatief: Hoe ideale wereld essentieel om normatieve criteria te expliciteren
vb. Is de doodstraf aanvaardbaar?
- Vier criteria voor goede onderzoeksvraag:
Klaar & duidelijk geformuleerd & voldoende focus
Ethisch toelaatbaar & geen schade aanrichten in basisprincipes
Haalbaar: tijd, geld, bereikbaarheid en bereidheid van onderzoeksobjecten
Ingebed in wetenschappelijke literatuur
- Typologieën van onderzoeksvragen:
Continua: deductief vs. inductief, beschrijvend vs. verklarend,…
Maar ook andere typologieën: vb. vragen naar verschillen vs. vragen naar verandering