Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Media onder de loep 2018 €3,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Media onder de loep 2018

3 revues
 196 vues  9 achats

Volledige samenvatting van het boek Media onder de loep 2018 analyse van de belgische massamedia, hogeschool PXL 1ste jaarsvak

Aperçu 4 sur 49  pages

  • Oui
  • 6 septembre 2018
  • 49
  • 2017/2018
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (1)

3  revues

review-writer-avatar

Par: feyzguzey • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: willempeeters • 4 année de cela

review-writer-avatar

Par: joranG2 • 5 année de cela

avatar-seller
nicolinevandriessche
Samenvatting mediabedrijf en
mediakennis
1. Massamedia algemeen

Media-evolutie

1. Mondelinge tradite
Eerste medium: onze stem was het middel tot communicatee mondeling werd de informate
doorgegeven
Informateoverdracht is belangrik!
 Nadelen
 We !unnen niet controleren of het de waarheid is omdat we en!el mondelinge
communicate hadden.
 De verhalen worden doorheen de tkd steeds een beetke aangepast waardoor het originele
verhaal niet behouden blikf
 Voordelen
Mensen !onden meer onthouden dan dat wik !unnen. Wik vertrouwen meer op het internete
onze digitale agenda en digitale memory-saver
bv. Mythen en verhalen werden bik de mensen erin geramd terwikl bik ons hebben wik het
internet om opzoe! wer! te verrichten. Vroeger !enden ze deze informate vanbuiten.

2. Letterschrift: mansscritten en etigraiee
Men ging informate opschrikven zodat het verhaal onveranderd bleef en zodat de informate
opzoe!baar en hanteerbaar is. Epigrafe = serieuze te!sten zoals wete!sten werden in steen
gebeiteld omdat ze zo langer meegingen

 Dit is nog geen massamedia
 Er was vaa! maar 1 steen of 1 manuscript  niet toegan!elik! voor een groot aantal mensen.
 Analfabeten begrepen niet wat er geschreven stond

3. Boekdrskksnst (ca 1500)
Men !on meer mensen tegelik! informeren door boe!dru!!unst
Voor Johannes Gutenberg was er oo! al boe!dru!!unste maar hik wordt toch als 1 ste dru!!er gezien

 Dit is nog geen massamedia
 Censuur stond in de weg (ke !on niet schrikven wat ke wou)
 Boe!dru!!unst was een revolute maar hoe !omt de info bik de lezer terecht?

4. Ontstaan van de krant (17de eesw)
Vlugschrifen = pamfeten: papier met nieuws op dat werd opgehangen op verschillende plaatsen
opdat mensen ze zouden lezen. Hieruit groeit de !rant

5. Krant als massamedism (19de eesw)
 Toenemende persvrikheid: kournalisten !rikgen toestemming om info te verwerven
 Stkgende alfabetseringsgraad en scholing : meer mensen verdienen geld dus meer !inderen
gaan naar school  meer mensen !unnen lezen en dus oo! een !rant gebrui!en

1

, Probleem: !rant was een luxeproduct en bleef te duur voor de armen
 Verstedelik!ing van maatschappik
 Industrialisate: sneller en goed!oper dru!!en
 Snellere nieuwsverspreiding (telegrafe)
 Advertentemar!t zorgde ervoor dat de priks voor consument goed!oper werd
 Afschafng dagbladzegel = belastng op !rant door de overheid om ervoor te zorgen dat niet
iedereen de !rant in handen !reeg

6. Otkomst otinie -en sensateters
 Meer entertainment en sensategerichte informate
 Bloei Yellow press: cartoonse misleidende !oppene opvallende foto’s tre!!en de aandacht en
dienden vooral om de censuur te omzeilen
 Verzuiling: er was een verdeling tussen bv een liberale !rant en socialistsche !rant die
afgestemd zikn op de verschillende samenlevingen

7. Analoge technologieën
Nieuwe technologie: analoog = geluid via antenne: geluidsgolven sturen ( = ele!trische trillingen)e
deze worden via een andere antenne terugontvangen en omgezet in geluid
 Antenne was beper!t in ruimte (en!el Vlaamse posten ontvangen)
 Daarna: via satelliet  groter berei!
 Nu: Belgacom of Telenet.
 Vroeger: internet via telefoon!abele dan !on ke niet bellen.
 (Tele)communicate via !oper!abel (telefonie)
o Uitvinder telefoon: Graham Bell
 Radiosignalen doorheen ether (terrestriële transmissie)
o Later oo! beeldsignalen  televisie
o Uitvinder draadloze telegrafe: Guillelmo Marconi
 Jaren ’60: Satellietransmissie
 Jaren ’70: (Coax-) !abelverbinding

Waarom zeten mediabedrikven nieuwe zenders in als het aantal !ik!ers naar de toe!omst toe toch
gaan afnemen?
Kanalen zoals Netlix en YouTube vormen een bedreiging voor de digitale TV. Daarom lanceert men
nieuwe zenderse nieuwe programma’s en !an ke shows opnemen en herbe!ik!en.

8. Digitale technologieën
Voordelen:
 Geen !waliteitsverlies
 Ma!!elik!er te bewer!en
 Nemen minder bandbreedte ine minder opslagruimte
 Interactviteit mogelik!

Distributemogelik!heden
 Terrestrieele via !abel of satelliet
 Mobiele 3-e 4- en 5G-technologie: Telenete Proximuse …

9. Internet en nieswe media
Belangrik!e uitvinding: ARPANET
 World Wide Web = toegan!elik!ere manier om internet te gebrui!ene vooral voor industrie en
bedrikven (later consumenten).
 Na 2000: men wou internet interactef ma!en: Web 2.0 is opene iedereen !an eraan mee doen

2

, Het Web 3.0 volgt  alles wordt opgeslagen en gearchiveerd (semantsch web = web 2.0 en 3.0)
 Hieruit ontstond sociale media en nieuwe convergente dragers (tablete smartwatche..)

Het begrip massamedium

1. Massamedia = alle mogelik!e communicatemiddelen die bik openbare communicateprocessen
voor het doorgeven en overbrengen van de boodschap noodza!elik! zikn. Massamedia is
persoonlik!e convergerend en partcipatef

2. Massa = grote hoeveelheid mensen bik el!aar op eenzelfde ple! en tkd. Nu verwikst het naar de
neutrale verzamelnaam voor alle individuele leden van verschillende soorten publie!sgroepen.
 De boodschap is voor iedereen toegan!elik!
 Evolute van ‘uniforme massa’ naar pluriform en divers publie!
 Van anonieme ‘passieve’ naar individuele ‘acteve’ ontvanger

 Moderne publie! bestaat uit diverse mensen:
 Die gelik!tkdig of ongelik!tkdig berei!t worden
 Die niet bik een sociale groep of bevol!ingsgroep horen
 Die verbonden zikn door dezelfde doelen en belangen

 Relate tussen massamedia en ontvangers: men bestudeert de efecten van massamedia op de
ontvanger m.b.v. theorieën
 Inkectenaaldtheorie = stmulus-responstheorie = waarnemen van een bepaalde boodschap
heef een direct efect op de ontvangers
 Uses & gratfcatons theorie = mediagebrui! is een bewuste selecte die individuen ma!en
o.b.v. persoonlik!e behoefe

3. Medium = gebrui! van zender en ontvanger staat centraal bik het voortbrengen van een
boodschap. Middel tot overdracht van de communicate ontwi!!eld om communicate in
afstand en tkd te overbruggen
Kanaal = fysie!ee materiële en technische vorm van drager van de boodschap. Het is een
technische doorgeefui! van de communicatestroom bv beeldscherm

Functies massamedia

 Nieuws en informate selecteren: media zikn bron van informate. e selecterene vergaren
verwer!en nieuws.
 Opinievorming: ontstaan vanuit bepaalde ideologie en richten zich tot bepaald publie!.
 Cultuuroverdracht/opvoeding: media hebben publie!e role namelik! informeren van bevol!ing.
 Ontspanning en amusement: media zikn bron van ontspanning bv flmse series
 Servicefuncte: weerberichte beursnoteringene mobiliteit
 Infotainment = mengvorme informate dat een bepaalde ontspanning met zich meeneemt

Maatschattelijke fsnctes
 Expressiefuncte/spiegelfuncte = overheid duidelik! ma!en wat er leef onder de burgers
 Krite!functe = media be!ritseerd het overheidsbeleid. Pers als 4 de macht in onze democrate bv
!rite! op asielbeleide GAS-boetes




3

, 2. Media als organisatie

Functies in een mediaorganisatie

 Raad van bestssr: hierin worden LTstrategieën uitgedo!terd en de fnanciële controle gedaan
 bestaat uit:
 Vertegenwoordigers van aandeelhouders
 Vertegenwoordigers van managementeam
 Onafan!elik!e bestuurders/experten

 Managementteam: formuleert de strategie en wer!t deze uite directe bevoegdheid
 Bestaat uit:
 CEO (bestuurder)
 CFOe HRMe hoofdredacteure.. (functonele managers)

 Redacteraad: vertegenwoordigen kournalisten en bewa!en de onafan!elik!heid v.d. reacte
tegenover het management en de eventuele commerciële en polite!e dru! die uitgeoefend !an
worden.

Organigram

3 niveass mediamanagement:
 Niveau van de mediadirecte
 Niveau van de businessunits
 Operatoneel niveau

Liknfuncte (boven-onder) =
Liknfunctonarissen zikn betro!!en
bik het ma!en en uitvoeren van het beleid en beslissingen op alle niveaus in de hiërarchische
structuur van de organisate. Hebben beslissingsbevoegdheid
Stafuncte (lin!s – rechts) = stafmedewer!er zikn specialisten die met een bepaalde expertse de
organisate !unnen ondersteunene ze hebben geen bevoegdheid om te beslissen

Beïnvloedende factoren

Structuur van mediaorganisate wordt beïnvloedt door:
 Diverse interne (groote organisatee missie) en externe factoren (contact met overheide publie!)
 Doelstellingen
 Prestatedoel: informerene educate en vernieuwen
 Profktdoel: winst willen ma!en  Medialaan = private zender = wil winst ma!en.
 Specifteit van het product: Mediaproducten blikven veelal specife! gericht: !rant wil
informeren en een popzender wil ontspannene …

Nieuwsproces

Nieuws = verzamelen van info over bepaalde gebeurtenissen door de kournalist en deze weer te
geven m.b.v. zoveel mogelik! feiten


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nicolinevandriessche. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  9x  vendu
  • (3)
  Ajouter