Hoofdstuk 1: Wetenschapsfilosofie van de pedagogiek
Wetenschappelijke kennis
à Wetenshap is een vorm van kennis en steunt op rationeel onderzoek
à Gaat uit van en wordt geleid door bepaalde vooronderstellingen
à De filosofie vd wetenschappen/wetenschapsleer en de theorie vd kennis/ epistemologie reiken
conceptueel kader aan om deze vooronderstellingen verder te onderzoeken
Wetenschapsfilosofie & kentheorie van de pedagogiek
à Is rationeel-kritische reflectie over de fundamenten vd pedagogiek en het pedagogische
onderzoek
à Is een nadenken over het wetenschappelijk denken, wat essentieel is voor eigen plaatsbepaling
vd bewuste wetenschapper
1.1. Wat is filosofie?
Om inzicht te verwerven id natuur, aard, eigenheid en de plaats vd filosofie beginnen we met het
extern afgrenzen vd wijsbegeerte als met het intern opdelen vd filosofie in filosofische subdisciplines.
Ontstaan na de 5e eeuw v.C., heeft zeer lang geduurd eer er eenheid was tss wetenschap en filo : 16e
en 17e eeuw. De ontwikkeling toen was Coopernicaanse revolutie, omslag van geocentrisch naar
helios. Op dit moment splitsten de natuurwetensch zich vd filosofie. 19e eeuw was er 2e afsplitsing vd
menswetenschappen. Filosofie is de rationaal/radicaal kritische reflectie over de fundamenten vd
werkelijkheid.
De mens oriënteert en situeert zich id werkelijkheid adhv 4 verschillende wereldoriënterende
betekeniskaders :
1. Common sense en ideologie
Common sense:
• Drukt uit wat men denkt, zegt en doet. Dit ‘gezond verstand’ geeft de grootste gemene
deler in overtuigingen en evaluaties die leven in een bepaalde cultuurkring op een
bepaalde plaats & tijd.
• Deze algemene aanvaardbare overtuigingen en waardeoordelen zijn meestal impliciet
& gaan over van de ene generatie op de andere.
• Common sense-houdingen zijn vaak contradictorisch
Ideologie:
• Krijgt soms statuut van ideologie omdat meestal om onkritische vooroordelen en
vanzelfsprekendheden gaat. Het gaat hier om ideologie in pejoratieve zin: geheel van
opvattingen& waarderingen met praktische strekking in de context v sociopolitieke
invloed en machtsuitoefening, zonder dat deze geheel kritisch/ rationeel kan
gerechtvaardigd worden
• Conservatieve ideologie = bedienen zich v valse legitimaties om het status quo te
behouden of om selecte minderheid te bevooroordelen
• Revolutionaire ideologie = utopische justificaties in termen van toekomstige
droomwerelden hanteren
• Hier heerst probleem vh vervalste/vervreemde of irreële/ideële bewustzijn ( vb Hitler)
, 2. Godsdienst en mythe
• Deze betekeniskaders geven wereld- en levensbeschouwing obv geopenbaarde of
overgeleverde waarheid ( vb Prometheus-sage, Antigone-tragedie, Sisyphus-legende)
• Wereldgodsdiensten geven meestal een volledig betekeniskader waarbij de oorsprong,
plaats en bestemming vd mens verbonden w met goddelijke/ sacrale dimensie vd
kosmos
• Bieden de mens, die zoekt nr zin vh bestaan, verlossing
3. Filosofie (wijsbegeerte)
• Is een rationeel (radicaal) kritische reflectie over de fundamenten vd werkelijkheid:
hierin verschilt ze zowel v common sense& ideologie (deze zijn onkritisch) als van
godsdienst& mythe ( deze zijn irrationeel, of ten minste arationeel = buiten de
rationaliteit)
• De methode vd filosofie: de reflectie/ het nadenken is rationeel-kritisch omdat de
filosofie gebruikmaakt vd radicale kritiek en het rationele argument
• Het doel vd filosofie: ligt in het bereiken van intelligibiliteit en waarheid betreffende
de werkelijkheid en het menselijke bestaan
: dit ideaal is onmgl te bereiken, dus is filosofie een streven nr waarheid en
inzichtelijkheid, de motor is het verlangen nr waarheid en liefde vr redelijk inzicht in
de wereld & mens
4. Wetenschap
• Onderscheid tussen filosofie en wetenschap is artificieel en arbitrair
• Filosofie is chronologisch en structureel de eerste wetenschap: ze is niet alleen de
oudste ( 5e eeuw v.C.) maar ook de meest fundamentele wetenschap
• Er is geen wezenlijk verschil tss het filosofische en het zogenoemde ‘nafilosofische’,
maar wel accentverschuiving
: de wetenschappelijke methode steunt op empirische observaties & maakt gebruik v
experimenten en testen, de wetensch resultaten knn empirisch geverifieerd worden
: het doel vd wetenschap is niet alleen intelligibele verklaring en de waarheid maar
ook en vooral de praktische bruikbaarheid, de wetenschappelijke finaliteit ligt in
technologische toepassing
De domeinen van de psychologie
De filosofische reflectie: zowel betrekking op de fundamenten vd werkelijkheid als geheel,
als op die van bepaalde domeinen vd werkelijkheid
De rationeel-kritische reflectie heeft betrekking op 2 fundamenten
1. Het praktische aspect: gaat over het menselijk handelen, omvat de moraalfilosofie, sociale en
politieke filosofie en de handelfilosofie
2. Het theoretische aspect: omvat de metafysica, epistemologie, de logica en de wetenschapsleer
( hierop ligt nadruk ih boek)
,3 concentrische cirkels van filosofische domeinen en disciplines
1. De traditionele koninginnenstukken: de metafysica, epistemologie en de logica
De metafysica:
• De leer van het zijn, komt van Aristoteles die ‘na’ zijn boek Fysica kwamen
• De ontologie is eveneens, maar meer etymologosich correct, de leer van het zijn
: bestudeert de verschillende dingen die bestaan, gaat over wat er is/bestaat en is de
studie van het zijn(de) als zijn(de)
De epistemologie
• De leer van de kennis
• Bestudeert de natuur, de bronnen en de limieten van de menselijke kennis
De logica
• De leer van het redeneren
• Geeft de minimale voorwaarden waaraan rationeel-kritisch onderzoek moet voldoen
2. De moraalfilosofie/ethiek, de filosofische psychologie, de filosofie vd wetenschappen
3. De sociale en politieke filosofie, de filosofie van X, Y en Z
1.2 De moraalfilosofie/ethiek, de filosofische psychologie
De wetenschappen zijn op te delen in 3groepen:
1) Formele wetenschappen
: wetenschappen met als studieobject formele structuren ( logica en wiskunde)
: getalkunde en geometrie/ meetkunde
: er is geen empirische input nodig, kan ze niet "waarnemen/tegenkomen", een getal is niet
concreet maar abstract figuur, verschillende representaties mogelijk voor een getal
: zonder onmiddelijke input van de empirische wereld buiten ons, waarneming gaat via
zintuigen : nl het zien, zien als de basis van waarneming
-> contrasteert dikwijls met inhoud
2) Empirisch-formele wetenschappen
: wetenschappen die zowel formaliseerbare structuur als empirische inhoud hebben
: formeel is enkel toegankelijk voor het denken, empirisch voegt hier waarneming bij
waardoor je zeer breed kan gaan denken, het waarneembare is niet betrouwbaar
: de wiskunde gaan toepassen op het empirische
: kwantitatief, “erklären”
: de natuurwetenschappen (fys, che, bio) vs sociale/ menswetenschappen ( psycho, socio,
eco, dit is twistappel)
3) Hermeneutische wetenschappen : cultuurwetenschappen
: beketent uitlegkunde, de kunde vh uitleggen van cultuurobject, dit is studieobject samen
met culturele fenomenen en symbolische systemen die moeten geïnterpreteerd worden
: grootste cultuurobject is taal, mr ook bijbel, archeologen
: niet in getallen uit te drukken, maar dus in taal : kwalitatief “ Verstehen”
, De wetenschap kan benaderd worden op 3 verschillende manieren:
1) Logisch-epistemologisch perspectief
: wetenschap is een georganiseerde vorm van rationeel weten/kennen en stelt men
kennistheoretische problemen betreffende de aard, structuur en geldigheid vd wetensch
kennis (boek is meestal vnuit dit perspectief )
: hierbinnen zijn 5 belangrijke basisproblemen aan de orde, het inductie- en
confirmatieprobleem, het demarcatieprobleem, het probleem vd dynamiek vd
wetenschappelijke kennis, het reductieprobleem en het verklaringsprobleem
2) Socio-historische perspectief
: gaat het socio, historische, psycho en andere probleemvelden ivm het wetenschapsbedrijf
als onder meer individueel beoefende en tevns sociaal verankerende onderzoeksactiviteit
3) Etnische perspectief
: situeren zich een reeks problemen die samenhangen met waardeoordelen betreffende de
wetenschap en haar zin en plaats in het gehele bestaan vd mens en de gemeenschap waarin
hij leeft
: Wetenschap en technologie, vb klimaatcrisis
Het normatieve ideaal van wetenschappelijkheid:
• We hebben verschillende antistructuren tegen de wetenschap, de claim dat is goed is wordt
auto gesteld wnnr iets wetenschappelijk is
• Normatief ideaal v wetenschap w gehanteerd wnnr we willen zeggen dat wetenschap de
basistructuur om de werkelijkheid te leren kennen
• De wetenschap vergist zich soms, maar ideale is dat we ons nooit vergissen, dit ideaal is
normatief demarcatiecriterium en maakt onderscheid tss enerzijds wetenschap en
anderzijds pseudo-wetenschap
• Astrologie is zoals sterrenbeelden, astronomie is de sterrenkunde en de gerespecteerde
wetenschap -> wrm is er hier verschil in?
• Het instellen vn een norm, wat beantwoord er aan de norm om wetensch te zijn?
: hoewel wetenschappelijke kennis aan een dynamiek/ geschiedenis van verandering
onderworpen is, hanteert men sinds oudheid al een normatief ideaal van
wetenschappelijkheid, wetenschap als rationele of objectieve kennis
Het normatieve ideaal van wetenschap omvat 3 componenten:
1. De systematische component
• wetenschap als een systeem van weten, niet als een verzameling losstaande weetjes,
wetenschap als verklaring door de veelheid terug te voeren op een eenheid dmv principes
• moet dus teruggebracht worden op bepaalde principes, uitgangspunten die overal kunnen
gelden ( vb chemie tabel v mendelief)
2. De logische component
• alle wetenschap moet voldoen aan de wetten van de logica, voldoen aan de rationaliteit en
coherentie van de afleidingen
3. De funderingscomponent
• wetenschap als gefundeerde of gegronde kennis; wetenschap als stabiele en zekere kennis,
ondersteund door redenen