Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting biochemie en eiwittechnologie €6,49
Ajouter au panier

Resume

samenvatting biochemie en eiwittechnologie

 19 vues  0 fois vendu

Samenvatting biochemie en eiwittechnologie 2de jaar, 1ste semester

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 18 février 2024
  • 36
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (11)
avatar-seller
amber50
Biochemie en eiwittechnologie
Hoofdstuk 1: inleiding

Miller experiment
=> aantonen dat bepaalde aminozuren spontaan kunnen ontstaan
=> toont aan dat leven ontstaan is uit anorganische stoffen

Hoofdstuk 2: biomoleculen

1. Samenstelling mensen:
1.1 Water
Hoeveelheid is afh van de leeftijd
 Foetus: 94%
 Jong: 70%
 Oud: 45% bij vrouwen en 53% bij de mannen

Fysiologisch water = 0,9% NaCl
Zeewater = 3,5% NaCl

1.2 Macromoleculen
 Proteïnen, meest aanwezig
 Nucleïnezuren
 Lipiden
 Suikers

1.3 Zouten + kleine (an)organische moleculen
Anorganische bestanddelen met een specifieke functie:
 Mg2+ = kan enzymen activeren
 Ca2+ = bloedstolling
 Fe2+ = hemoglobine
 Na+ en K+ = integriteit celmembraan

EDTA: neemt bepaalde configuratie aan waardoor het ijzer en
andere zware metalen kan binden, het wordt dan ook gebruikt
om:
- Het lichaam te ontgiften van zware metalen (lood, kwik,
cadmium,…)
- Ontstollingsmiddel aangezien het Ca2+ kan binden

2. Soorten bindingen
In een organisme wordt er voortdurende aan oxidatie gedaan om
moleculen om te zetten

Te kennen moleculen:
Zie pagina 7-9

2.1 Acetyl CoA
Een SH-groep op het einde = een lege molecule = CoA

, Een functionele (acetyl) groep op het einde = een volle molecule
= Acetyl CoA

2.2 Belangrijke functionele groepen
CH3 = methaan => -CH3 = methyl
CH3COOH = ethaanzuur/azijnzuur => -COCH3 = acetyl

3. Gluciden
Glucose: de belangrijkste molecule in het lichaam, heeft
uiteenlopende functies:
 Als gluteiwit: is een glucosetransporter, haalt glucose naar
binnen om de concentratie glucose buitenaf te verlagen.
Glucose wordt omgezet naar glycogeen (glycogenine
katalyseert de aanmaak van glycogeen)

Glycolyse = het omzetten van glucose naar pyruvaat en
vervolgens naar CO2
Dit is een oxidatie
 Aan de buitenkant van het membraan = proteoglycanen;
kunnen veel H2O binden
 In een bacteriële celwand = peptidoglycanen

3.1 Alfa- en bèta glucose
Bèta = afwisselend een H naar boven en naar onder
Je telt de koolstoffen met de klok mee, je begint bij de rechtse C

Alfa- glucose is makkelijker om te knippen

3.2 Monosachariden en disachariden
Sacharose = glucose + fructose
Maltose = 2 keer glucose

3.3 Polysachariden
= Alfa 1,4- bindingen (= glycosidebindingen) en af en toe een
alfa 1,6-binding (= een vertakking)
De vertakkingsgraad geeft veel info over de moleculen

3.3.1 Voorbeelden:
 Pectine: in middenlamel celwand, kleeft cellen samen =>
vormen geleien
 Lignine: houtstof in hout, vezels, nootschalen => versteviging
 Chitine: in skelet schaaldieren en insecten en in celwand van
schimmels

3.3.2 Belangrijke polysachariden
 Dextran: plasmavervangingsmiddel, wordt gegeven aan
mensen die hevig bloeden voor ze de mogelijkheid hebben tot
een transfusie
 Inuline: in sommige plantenwortels, heeft geen zoete smaak
maar de afbraakproducten wel

, Goed oplosbaar in water
Kan niet opgenomen worden in de dunne darm door
afwezigheid enzym maar wel in de dikke darm
 Agarose: agar gewonnen uit zeewier

3.3.3 Glycoproteïnen en glycolipiden

0-gebonden N-gebonden
Covalent gebonden aan OH Covalent gebonden aan N

Bv. Glycolipiden, Bv. Glycoproteïnen en
glycoproteïnen (ser,thr),…. nucleosiden (mannose rijk
of complexe vorm)

Functies:
 Stabiliseren eiwitten
 Vereenvoudigen vouwing eiwitten
 Targetting eiwitten
 Celherkenning en receptorbinding

3.4 Verwante moleculen aan gluciden
 Glycerol: viskeuze, zoete, niet giftige stof
 Ethyleenglycol: giftig
 PEG: soms staat er een getal naast de PEG, dit wijst op de
molecuulmassa
= eiwitten in bloed langer actief
 Pyruvaat: pyrodruivenzuur
 Lactaat: melkzur
 Glycerolaldehyde-3-fosfaat
 Calciumpyruvaat: om sportprestaties te verbeteren

3.5 Biologische rol van gluciden

Koolstofbron Synthese celcomponenten
Energiebron ATP
Reserve Zetmeel, glycogeen
Structuurelement Cellulose, chitine
Regulatie en herkenning Glycoproteïnen in membraan
waterbinding Proteoglycanen, agarose,
dextran

4. Lipiden
Apolair: triacylglyceriden, sterolesters
Amfipatisch: fosfolipiden, galzuren en cholesterol
Cholesterol: voor aanmaak gal, steroïde hormonen en opbouw
celmembranen => stevigheid membranen
Steroïde: kunnen tekenen (pagina 15)

Te kennen structuren: pagina 16

, 4.1 Functies
 Brandstof
 Bouwelement
 Termische isolator
 Speciale functies: visueel pigment, signaal, cofactor,….

4.2 Homeostase tussen lever, bijnier en pancreas
Bijnier
Heeft een merg dat noradrenaline en adrenaline produceert
Heeft een schors die corticosteroïden produceert

Pancreas
Bevat bèta-cellen die insuline produceren => zetten de
levercellen aan om insuline op te nemen

lever
bevat ong 150g glycogeen (in de spieren nog eens 200 gram
glycogeen)
= verantwoordelijk voor de opslag van suiker

Hoofdstuk 3: pH en buffermengsels

1. Voorbeelden van veel gebruikte buffers
- Kaliumdiwaterstoffosfaat
- Dinatriumfosfaatdihydraat

2. Buffers
= belangrijk want alle reacties in cel vinden plaats in buffermilieu
Sterk zuur bij buffer = daling van pH
Buffercapaciteit: ∆C/∆pH (zie grafiek pagina 19)

Zuiver water + CO2 = H20 wordt zuurder; als je zuiver water wilt
moet je het rechtreeks van de machine nemen

3. pH in menselijk lichaam
normaal: tussen 7,35 en 7,45
alkalosis: >7,45; kan veroorzaakt worden door hyperventilatie =
verhoogde H+ afgifte
acidosis: <7,35; kan veroorzaakt worden door hypoventilatie =
verlaagde H+ afgifte

systemen om de pH op pijl te houden
- buffers (vangen schokken van H+ en OH- op)
- longen (uitscheiden CO2)
- nieren (uitscheiden zuren)

vorming H+ in het lichaam
H+ halen we uit ons eten en door inademen want CO2 + H20 ->
HCO3- + H+

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amber50. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53920 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté