Deel 1: Inleiding tot het recht
1. Algemene inleiding
Wat is recht?
• Een geheel van algemeen geldende normatieve regels
• Verbodsbepalingen
• bv je mag niet moorden, je mag niet door rood licht rijden, je mag niet roken in
cafés, je mag niet stelen, je mag niet te snel rijden
• Gebodsbepalingen
• bv je moet registratierechten betalen, verzekeringen voorzien, voltijdse leerplicht
tot 2e middelbaar, waarheid zeggen in de rechtbank
• Normen die toelating bevatten
• Vergunningen!
• Organieke regels
• = regels die iets organiseren, zorgt voor organisatie zoals verkiezingen (wat zijn
de voorwaarden, leeftijd, ….), rechtbanken (hoeveel rechters?)
Dwingend recht
Verplicht na te leven, niet-naleving sanctie
Je kan er niet van afwijken, voor iedereen hetzelfde
kan betrekking hebben op:
o openbare orde, goede zeden (wat maatschappij acceptabel vindt),
zwakkere (zoals gehandicapten, verslaafden, voetgangers en fietser in
het verkeer, zwangere vrouwen, bejaarden, kinderen, huurder bij
verhuring (verhuurder is de sterke), koper bij verkoop , iedereen is in een
bepaald punt een zwakkere persoon)
Aanvullend recht
De rechtsbepaling is van toepassing tenzij dat we afwijken
Vb. we moeten alleen een fles cola betalen als we die in handen hebben, je koopt
een auto met allerlei opties zal de verkoper die bestellen en zegt de wet dat je
deze auto maar moet betalen vanaf je hem meeneemt uit de garage (van de
verkoper)
De wet zegt: het recht geldt alleen als je het goed in handen hebt
Algemene normen
= zijn voor iedereen van toepassing die zich in dezelfde situatie bevinden
zoals arbeidsrecht, recht op onderwijs
Individuele normen
= specifiek van toepassing op een bepaalde categorie van mensen
zoals de koning: de koning kan nooit iets verkeerd doen (hij kan nooit
veroordeelt worden, voor de rechtbank verschijnen bv hij rijdt door het rood ligt)
• Normen die ordening van maatschappelijke leven beogen (openbare orde)
• Door de staat opgelegde of ontvangen en bekrachtigde normen
• Afdwingbare normen
Recht:
Rechtsregels
Op verschillende niveaus (gemeenschappen, gewesten, gemeentes)
Overheid
Ordening: vanaf de structuur wegvalt is er chaos, plunderingen
Afdwingbaar: je moet het naleven en als je het niet naleeft zijn er sancties
1
,Zie case 1 dia 17
Verantwoording
• Recht is zaak van alle burgers
• Iedereen wordt met recht geconfronteerd
• Recht ≠ moraal (geweten en slecht geweten)
• Moraal: het geheel van normen die de bedrijvigheid van de individuele mens beheersen, en
hem leiden naar geestelijk welzijn
Gericht op geestelijke vervolmaking, oorsprong in de mens
Streeft niet naar ordening maatschappelijk leven
Bestaat uit algemene richtlijnen
Bij niet-naleving gesanctioneerd door slecht geweten
• Recht ≠ godsdienstige regels
Godsdienst beoogt de eeuwige zaligheid van de mens
Rechtstak :
Strafrecht strafprocesrecht
Verbintenissenrecht
burgerlijk recht burgerlijkprocesrecht
Gewoonlijk recht
economisch recht ondernemingsrecht
grondwettelijk recht
fiscaal recht
2. Indelingen van het recht
Rechtstakken:
Privaat recht:
Regelt de verhouding tussen de burgers onderling
(alles tijdens de lessen is hoofdzakelijk privaat recht)
bv personenrecht, familierecht (huwen, overlijden, ouders, kinderen)
Publiek recht:
Regelt de algemene belangen en heeft betrekking op de inrichting, de werking en de onderlinge
verhoudingen van de overheidsorganen en op de verhouding van de overheid tot de burgers
Speelt zich af tussen overheid en burger
bv grondwettelijk recht, administratief recht / bestuursrecht, milieu/bouw vergunningen,
strafrecht (niet privaat het is de overheid die zegt dat je niet mag stelen)
Gemengde rechtstakken
Zowel privaat als gemengd recht
vb sociaal recht: het is een arbeidsrecht en een sociale zekerheidsrecht, groeipakket,
consumentenrechten, economisch/ondernemingsrecht (privaat: hoe ondernemingen onderling
samenwerken, publiek: regels rond ondernemen), procesrecht (privaat: onderling, publiek:
toestemming krijgen overheid)
2
, Publiekrecht
Grondwettelijk of constitutioneel recht
Regels die de vestiging, structuur en de uitoefening van het soevereine gezag betreffen
Regelt inrichting staatsmachten, onderlinge verhoudingen en grondrechten aan burgers
Administratief of bestuursrecht
Regels betreffende inrichting en werking organen uitvoerende macht (regering en ambtenaren),
waarvoor principes in het grondwettelijk recht zijn neergelegd
Bepaalt hoe de staat en zijn onderverdelingen (provincies, gemeenten, openbare instellingen)
functioneren
Invoeren vergunningen, milieurecht, recht op natuurbehoud, ambtenarenrecht, onderwijsrecht,..
Strafrecht
Materiële strafrecht
o Beschrijft strafbare feiten (=misdrijven) + straffen
o Soorten misdrijven: politiestraf, correctionele straf, criminele straf
Formele strafrecht
o Regels over de wijze waarop een onderzoek naar eventuele misdrijven gevoerd moet
worden, hoe procedure verloopt, op welke wijze
Fiscaal recht
Regels betreffende het heffen en innen van belastingen
Privaatrecht
Burgerlijk recht
Gemeenschappelijk voor alle burger, zonder onderscheid
Regelt de courante verhoudingen tussen mensen
Personenrecht
o Regels met betrekking tot de persoon als enkeling in de maatschappij (vb
naamgeving)
Goederenrecht
o Regels die de verhouding rechtssubjecten ten aanzien van rechtsobjecten behandelt
Familierecht
o Verhoudingen van personen die met elkaar verwant zijn
Familiaal vermogensrecht
Erfrecht, schenkingen en testamenten
Huwelijksvermogensrecht
o Regels die van toepassing zijn op vermogens, goederen van echtgenoten tijdens en
na het huwelijk en de regels bij overlijden
Verbintenissenrecht
o Wijzen waarop vrijwillig aangegane verplichtingen ontstaan en tenietgaan + gevolgen
Internationaal privaatrecht
Regelt voor grensoverschrijdende gevallen de bevoegdheid van de Belgische rechters en de
aanwijzing van het toepasselijk recht
3