Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting college aantekeingen en literatuur Inleiding in familierecht met verdieping in de rechten van het Kind €5,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting college aantekeingen en literatuur Inleiding in familierecht met verdieping in de rechten van het Kind

4 revues
 245 vues  15 achats
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Volledige samenvatting van alle colleges en te lezen literatuur van het vak Inleiding in het familierecht met verdieping in de rechten van het kind.

Aperçu 8 sur 59  pages

  • Non
  • H1, h2, h3, h6, h8, h9, h10, h11, h13, h14, h15
  • 17 octobre 2018
  • 59
  • 2018/2019
  • Resume

4  revues

review-writer-avatar

Par: sohani • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: ambersluijk • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: famkehermans • 3 année de cela

review-writer-avatar

Par: MarloesvanLeeven • 4 année de cela

avatar-seller
Inleiding in Familierecht en verdieping in de rechten van het
kind
Samenvatting voorgeschreven literatuur en college aantekeningen.

Week 1: Inleiding & Afstamming, adoptie en gezag

Hoorcollege 1 + voorgeschreven literatuur
J.W.P. Verheugt inleiding in het Nederlandse recht. H1 – Par 1 t/m 5.
In de samenleving heeft het recht de taak om – zo mogelijk – conflicten te voorkomen en
bestaande conflicten op te lossen. Het recht tracht de vrede in de samenleving te
bewaren door de belangen van de gemeenschap en de belangen van de individuele leden
van de samenleving te beschermen.
Ordening van gedrag  Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te
ordenen en daarmee ook te uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht
zijn.
Inhoud rechtsregels  De inhoud van de meeste rechtsregels vloeit voort uit algemeen
aanvaarde opvattingen over goed en kwaad en uit de behoefte aan een doelmatige
ordening van de maatschappij.
Rechtvaardige samenleving  Het doel van het recht is het gedrag van mensen in hun
onderlinge verkeer te ordenen en te uniformeren, waarbij vanuit een perspectief van
een rechtvaardige samenleving ieders belangen zo veel mogelijk worden gerespecteerd
en veiliggesteld.

De term Recht  Onder de term ‘Recht’ verstaan we het geheel van geldende
rechtsregels, oftewel positief recht. Het positieve recht betreft alle nu in Nederland
geldende rechtsregels. Een synoniem voor positief recht is objectief recht.
Objectief recht  De rechtsregels van het objectieve recht ordenen de verhoudingen
tussen personen door aan hen bevoegdheden en verplichtingen toe te kennen. Ze (de
rechtsregels) komen als het ware tot leven als bijvoorbeeld nieuwe verkiezingen
worden gehouden voor de Tweede Kamer, tot leven komen van artikel 4 Grondwet, die
zegt dat alle meerderjarige NL bevoegd zijn om hun stem uit te brengen.
- Bijv. Art. 1:30 lid 1 (BW) Een huwelijk kan worden aangegaan door twee
personen van verschillende en gelijk geslacht.
Subjectief recht  Verstaan we de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan
een regel van objectief recht ontleent. Er zijn op grond van art. 4 Grondwet enkele
miljoenen NL op een bepaald moment stemgerechtigd, ieder van hen heeft een
subjectief recht om te mogen stemmen.
- Zie voorbeeld Art. 1:30 (BW) Jan heeft het recht om met Piet te trouwen.
Functies van het recht:
- Het ordenen van menselijk gedrag door het vaststellen van voorschriften die:
o Bevoegdheden toekennen.
o Verplichtingen opleggen.
- Het voorkomen en oplossen van geschillen.
- Het bestraffen van overtredingen: handhaving.

De rechtssubjecten:
- Soevereine staten
- Internationale organisaties
- Staatsorganen
- Bestuursorganen

, - Natuurlijk personen (mensem)
- Rechtspersonen

Rechtsbronnen  Zijn de bronnen waaruit het geldend recht voortvloeit. Hierbij gaat
het om de vorm waarin rechtsregels zich voordoen, en niet om de inhoud van de regels.
In het NL recht zijn rechtsbron:
1. De wet  Onder de wet wordt verstaan elke algemeen gelde geschreven
rechtsregel die afkomstig is van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan.
Ons positieve recht staat in de wet.
2. De jurisprudentie (de rechtspraak)  Soms ontbreekt er een wettelijke regel, is
deze niet compleet of voldoen de nationale rechtsregels niet aan de eisen van
verdragsbepalingen , in dat geval legt de rechter de regel uit door het maken van
een nadere regel of formuleert hij zelfstandig een nieuwe regel. Als andere
rechters deze regel in latere geschillen ook toepassen, is er sprake van
jurisprudentie (rechtersrecht) Deze heeft dezelfde rechtskracht als wettelijke
recht. Jurisprudentie: een verzameling van de door de rechters gecreëerde
rechtsregels.
3. De gewoonte  In veel sectoren van het bedrijfsleven, bijv. in de bouwwereld,
heersen tal van gewoonten die niet in de wet zijn vastgelegd, maar die daar wel
als bindende rechtsregels worden beschouwd en nageleefd. In een geschil kan de
rechter de geldigheid van zo’n rechtsregel uit het gewoonterecht beoordelen en
eventueel meenemen in zijn besluit.
4. Verdagen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties  Steeds
belangrijker voor ons positieve recht zijn verdragen en wetgevende besluiten
van volkenrechtelijke organisaties waartoe NL behoort. In beginsel hebben zij in
ons recht dezelfde werking als gewone wetten en daarom behoren ook zij tot het
positieve recht.

Hiërarchie van de wetgeving




Indelingen van het positieve recht (nationaal en internationaal recht)

,Soevereiniteit  Binnen zijn grondgebied bepaalt ieder land de omvang en inhoud van
zijn nationale rechtsstelsel. Het staat ieder land in beginsel vrij in zijn wetgeving te
regelen wat het nodig acht, en te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de
rechterlijke macht toekomen  Nationaalrecht.
Volkenrecht  Het deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het
verkeer tussen staten onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke
organisaties, wordt het volkenrecht genoemd. Het bestaat voornamelijk uit verdragen,
besluiten van volkenrechtelijke organisaties en regels van gewoonterecht.
Verdragsrecht  Kan worden omschreven als een schriftelijke, bindende regeling
tussen staten onderling of tussen staten en volkenrechtelijke organisaties.
- Nederland: monistisch systeem, verdragsregels kunnen rechtstreeks in NL
worden toegepast, zonder omzetting in de nationale wetgeving
Mits!!
- Verdragsregels rechtstreekse werking hebben (duidelijk genoeg zijn om zonder
nadere uitwerking toegepast te kunnen worden).
Europees Unierecht De EU heeft een eigen rechtsorde die deel uitmaakt van de
rechtsorde van elke lidstaat.
- Op grond van de EU-verdragen hebben de lidstaten een deel van hun
bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak overgedragen aan de EU.
- De EU heeft eigen organen die bevoegd zijn tot wetgeving, rechtspraak en
bestuur.
- De EU heeft een eigen rechtsorde die deel uitmaakt van de rechtsorde van elke
lidstaat.
- De EU heeft een eigen gerecht: het Hof van Justitie van de Europese Unie, in
Luxemburg.
Monistisch systeem (monisme)  rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken
van het nationale recht zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is. Dit geldt
in NL omdat de grondrechten uit het EVRM zonder meer deel uitmaken van het
nationale recht.
Duallistisch systeem  internationale verdragen/rechten worden eerst aangepast in het
nationale recht. Waarna men hier een beroep op kan doen.
Voorrangsregel  art. 94 Grondwet, daarin is bepaald dat een regel of besluit van
internationale herkomst voorrang heeft boven de nationale regel.

Materieel recht  Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van
personen in hun onderling verkeer. Zijn gericht op de inhoud. Regels die rechten en
verplichtingen van personen definiëren.
Formeel recht  Regels over de wijze van procederen bij de rechter worden regel van
formeel recht genoemd. Formeel recht wordt ook wel procesrecht genoemd.
Dwingend recht  Van regels van het dwingende recht kunnen partijen per
overeenkomst niet afwijken.
- Bijv. Moeder van een kind is een vrouw uit wie het kind is geboren (art. 1:198 lid
1 (a) BW). De partijen van een draagmoederschapsovereenkomst kunnen van
deze regel niet afwijken.
Aanvullend recht  Van regels van het aanvullende recht kunnen partijen per
overeenkomst wel afwijken. Die gelden als de partijen niks anders hebben afgesproken.
- Bijv. Van het ogenblik der voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de
echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van goederen (art. 1:94 lid 1
BW). Maar ‘Bij huwelijkse voorwaarden kan worden afgeweken van bepalingen
van deze titel (art. 1:93 BW).

Algemene en specifieke bepalingen

,Als op de casus zowel algemene als specifieke bepalingen van toepassing zijn, heeft een
specifieke bepaling voorrang.
- Bijv. regeling van alimentatieverplichtingen: Boek 1 BW: Titel 17
o Afdeling 1. Algemene bepalingen
Art. 1:400-1:403 BW zijn op alle onderhoudsverplichtingen van
toepassing
o Bijzondere bepalingen
Verplichtingen van de (ex) echtgenoten: art. 1:81, 1:84, 1:157-160 BW.
Verplichtingen van de ouders jegens minderjarige kinderen: art. 1:404-
1:408 BW.

De rechtsgebieden:
Staatrecht
Bestuursrecht
Strafrecht
Burgerlijk recht

Staatsrecht  Bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en
zijn organen en op de bevoegdheden van die organen. Het omvat tevens de verhouding
van de burgers tot de Staat en die mogelijkheden die de burgers hebben om invloed uit
te oefenen op het functioneren van de diverse staatsorganen.
Grondwet  het wettelijke fundament van het staatrecht wordt gevormd door de
Grondwet, de grondwet is dus de bron.
Grondrechten  De grondrechten vormen een bijzondere categorie rechten die
berusten op de gedachte dat de mens meer is dan alleen onderdaan van een staat en dat
de overheid dat meerdere heeft te eerbiedigen, op een aantal essentiële levensgebieden
moet de mens autonoom en in vrijheid kunnen leven zonder dat de staat zich daarmee
bemoeit. Grondrechten bieden bescherming tegen eventuele inmenging.
- Vrijheidsrechten  Zijn onder meer de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van
meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
- Politieke rechten  Geven de burger zeggenschap over de samenstelling van
de overheidsinstellingen. Hiertoe behoren het kiesrecht en het recht om een
openbaar ambt te bekleden.
- Sociale grondrechten  Verplichten de overheid zich in te spannen voor het
algemene welzijn (onderwijs, gezondheidszorg, en sociale zekerheid).
Organieke wet  Op een aantal plaatsen in de Grondwet wordt aangegeven dat over
een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden gemaakt in een wet. Een wet die
een uitwerking bevat van zo’n bepaling in de Grondwet, is een Organieke wet.
Gewoonterecht  Naast de Grondwet en de organieke wetten bestaat het staatsrecht
uit een aantal regels die geleidelijk in het parlementaire leven zijn ontwikkeld en die
niet in een wettelijke regeling zijn vastgelegd. Zo staat de regel dat een minister na een
motie van wantrouwen van de Tweede Kamer moet aftreden nergens op schrijft,
gewoonterecht.

Bestuursrecht/Administratief recht  Heeft de juridische bestuursactiviteit van de
overheid tot onderwerp. Belangrijkste wettelijke regeling van het bestuursrecht is de
Algemene wet bestuursrecht (Awb).
- Materieel: optreden van het bestuursorganen tegenover de burger.
- Formeel (bestuursprocesrecht): beslechting van de bestuursrechtelijke
geschillen (Awb als bron).
De Beschikking  In het bestuursrecht staat de rechtsverhouding tussen overheid en
burger centraal. Dit komt voor een groot deel tot uiting in de zogenoemde beschikking.
Uit art. 1:3 van de Awb volgt dat een beschikking een besluitis van een bestuursorgaan

,dat rechtsgevolgen vaststelt voor één individu. Bijv. het besluit van de gemeente
Alkmaar om aan meneer Piet Jansen een vergunning te verlenen voor het bouwen van
een serre aan zijn huis.
Rechtsbescherming  Beschikkingen zijn alleen rechtsgeldig als ze in
overeenstemming zijn met (onder meer) de wet en met de zogenoemde algemene
beginselen van behoorlijk bestuur. Tegen een beschikking kan de burger bezwaar
maken bij het bestuursorgaan dat de beschikking uitvaardigde.

Strafrecht
In het strafrecht worden bepaalde gedragingen bedreigd met straf. De reden daarvoor is
het voorkomen dat die gedragingen worden verricht, en daarmee het beveiligen van de
maatschappij.
Materiële strafrecht  Geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn, wie dader is en
welke straffen voor het plegen van strafbare feiten kunnen worden opgelegd, is
grotendeels neergelegd in het Wetboek van Strafrecht (Sr),.
Formele strafrecht (strafprocesrecht)  Bevat voorschriften omtrent de gang van
zaken bij opsporing van strafbare feiten, het onderzoek ter terechtzitting en de
tenuitvoerlegging van de straf. Dit is vrijwel volledig geregeld in het Wetboek van
Strafvordering (Sv).
Strafbaar feit  Een in de wet met straf bedreigde gedraging. Strafbare feiten kunnen
zowel door natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed) en door rechtspersonen
(bv of nv) worden gepleegd, uit het strafbare feit valt ook af te leiden of het ook door een
rechtspersoon kan worden begaan.
Handhaving  Het vervolgen en berechten van strafbare feiten is bij uitsluiting
opgedragen aan de overheid.
Sancties  De belangrijkste strafrechtelijke sancties zijn ingevolge art. 9 Sr de
gevangenisstraf, de hechtenis (een soort gevangenisstraf), de taakstraf en de geldboete.
De eerste twee grijpen diep in het bestaan van een burger omdat ze hem zijn vrijheid
ontnemen. In het Sr is bepaald dat een feit alleen strafbaar is als het voordien strafbaar
is gesteld in een wettelijke strafbepaling.

Burgerlijkrecht/Privaatrecht  Heeft de juridische betrekkingen tussen personen
onderling tot onderwerp. Burgerlijk recht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek (WB).
- Materieel: juridische betrekkingen tussen private personen onderling )bron: het
Burgerlijk Wetboek (BW).
- Formeel (burgerlijk procesrecht): oplossing van privaatrechtelijke geschillen
(bron: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)).
Materiële privaatrecht  Onder te verdelen in:
- Regels betreffende een persoon (zie aantekeningen boek familierecht
hieronder)
o Het personen- en familierecht.
o Rechtspersonenrecht.
 Publiekrechtelijke rechtspersonen  De Staat, provincie,
gemeenten, openbare universiteiten en hogescholen kunnen ook
zelfstandig aan het rechtsverkeer deelnemen.
- Regels treffende het vermogen van een persoon
o Vermogensrecht  Is het geheel van regels over het vermogen van een
persoon. Een vermogen is de optelsom van alle rechten en verplichtingen
van een persoon die op geld waardeerbaar zijn en in beginsel ook
overdraagbaar zijn. Bijv. eigendomsrechten (fiets, huis, boek),
koopovereenkomsten, huurovereenkomst en arbeidsovereenkomst.
- Handelsrecht  Tot het burgerlijk recht wordt mede gerekend het
handelsrecht dat te vinden is in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van

, Koophandel (K). Echter bestaat er tegenwoordig geen principieel verschil meer
tussen het burgerlijk recht en het handelsrecht.

Arbeidsrecht Wordt omschreven als het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft
op de arbeidsverhouding van personen die in loondienst werkzaam zijn. Zowel private
als publieke sector, zowel werknemers als ambtenaren. Bijv. arbeidsovereenkomst,
arbeidsomstandigheden, collectief overleg, collectie arbeidsovereenkomst, staking en
medezeggenschap. Maar ook de werknemersverzekeringen zoals de Ziektewet en
Werkloosheidswet.
Collectieve arbeidsrecht  Wordt de rechtspositie geregeld van groepen werkgevers
en werknemers in het sociaal overleg. Mondt uit in collectieve arbeidsovereenkomsten.
Het betreft verder het recht van werknemers en ambtenaren om zich in
vakverenigingen te organiseren en om bij een arbeidsconflict een staking uit te roepen.
Sociaal zekerheidsrecht  Houdt zich bezig met het stelsel van sociale voorzieningen.
Denk hierbij aan collectieve voorzieningen voor zieke, oudere of werkloze werknemers
en andere hulpbehoevenden. Bijv. arbeidsrecht, collectief arbeidsrecht en sociaal
zekerheidsrecht.

Schrama & Antokolskaia, Familierecht. Een introductie. + aantekeningen colleges
Personenrecht Regelt de rechtspositie van een natuurlijke persoon: het begin en
einde van een persoon, zijn naam en geslacht, zijn woonplaats, de
handelingsbekwaamheid en de bescherming van meerderjarige maken hiervan deel uit,
net al de regels over vermissing en afwezigheid.
Familierecht Heeft betrekking op de rechtsverhoudingen tussen natuurlijk personen
op het terrein van families en relaties. Het regelt zogenoemde verticale relaties die
ontstaan door afstamming van de ene persoon van de andere, zoals afstamming en
ouderlijk gezag, en zogenoemde horizontale relaties, die ontstaan door affectieve
relaties tussen volwassenen, zoals huwelijk en geregistreerd partnerschap. Eén
onderwerp behoort tot het familierecht, maar is vooralsnog niet door het familierecht
geregeld, de rechtsregels die betrekking hebben op de relatie tussen twee mensen die
ongehuwd samenleven. (afstamming, adoptie)
Het personen- en familierecht heeft zijn basis in het privaatrecht, maar kent ook
publiekrechtelijke elementen. Bijv. jeugdzorg.
Jeugdrecht  In brede zin: alle regels uit verschillende rechtsgebieden die op
minderjarigen en soms ook jongmeerderjarigen betrekking hebben.
In nauwe zin:
- Civielrechtelijk jeugdbeschermingsrecht (maatregelen van kinderbescherming
(titel 14, Boek 1 BW).
- Jeugdstrafrecht.
- Jeugdstrafprocesrecht.
- Jeugdhulprecht (de Jeugdwet).
Regels komen uit verschillende disciplines.

Bronnen van het personen-familie- en jeugdrecht
Nationale bronnen
- Personen- en familierecht: Boek 1 BW.
- Familieprocesrecht: art. 798-828 Rechtsvordering (Rv).
- Jeugdstrafrecht: titel VIII A van Boek 1, Wetboek van Strafrecht (Sr).
- Bijzondere wetten, zoals:
o De Jeugdwet
o De Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
o Pleegkinderen wet
o Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting

, o …etc.
o Jurisprudentie.
Internationale bronnen
- Internationale verdragen.
- Wetgeving van de EU
- Rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in
Straatsburg (Raad van Europa).
- Rechtspraak van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg (EU).
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden
(1950): EVRM  Raad van Europa.
- Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (1990): IVRK  Verenigde
Naties. Kent geen rechterlijk toetsingsmechanisme. Heeft een comité waaraan
landen rapporteren.
- Adoptieverdrag (2008)  Haagse Conferentie.

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden
(EVRM)




Artikel 8 EVRM
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en
gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit
recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische
samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de
openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, voorkomen van
wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de
goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Gezins- en familieleven bestaat volgens 8 EVRM tussen:
- Echtgenoten/geregistreerde partners:
- Moeder en kind
- Gehuwde ouders en hun kinderen
- Tussen het met behulp van KI verwekte kind en een instemmende lesbische of
transseksuele partner van de moeder
- De vader en het buitenhuwelijks geboren kind, mits:
o Vaste relatie tussen de vader en de moeder, of
o Contacten tussen de vader n het kind,

, o Of intentie van de vader om familieleven te vestigen
- Heteroseksuele ongehuwde samenwoners
- Homoseksuele ongehuwde samenwoners
- Tussen andere familieleden, mits feitelijk contact.
Gezings- en familieleven bestaat NIET tussen:
- Het kind en een louter biologische vader.
- Tussen het kind en een (anonieme) donor.

Jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg
(EHRM).
Gaat vooral over de EVRM en gaat vooral om mensenrechten.
Het Marckx arrest
- Dynamische interpretatie van het EVRM in het licht van de huidige
omstandigheden;
- Positieve verplichting van de lidstaten om de uitoefening van de onder het
verdrag vallende rechten te waarborgen;
- ‘Whole code of family law’
Het Johnston arrest
- Marge van appreciatie;
- Terughoudende opstelling van het Hof met betrekking tot de erkenning van het
recht tot echtscheiding.

Wetgeving van de EU
- Resoluties van het Europese Parlement
- Resoluties van de Europese Raad
- EU-Verordeningen op het gebied van het IPR
- Handvest van de Grondrechten van de EU

Jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg
Gaat vooral over grondrechten en verdragen van de EU.




Beginselen van het (familie)procesrecht
De rechtspraak in het algemeen
- Taak: rechtshandhaving door het berechten van geschillen
o De berechting van geschillen van burgerlijk recht (art. 112 lid 1
Grondwet).
o De berechting van andere geschillen, zoals bestuursrechtelijke
geschillen, (art. 112 lid 2 Grondwet).
o De berechting van strafbare feiten (art. 113 lid 1 Grondwet).
Familieprocesrecht: plaats  Is een onderdeel van het burgerlijk procesrecht.
Vormen van burgerlijke rechtspraak
- Contentieuze of eigenlijke rechtspraak, in de regel dagvaardingprocedure 
berechting van geschillen.
- Voluntaire of oneigenlijke rechtspraak: in de regel verzoekschriftprocedure. 
Hieronder valt het Familierecht!!

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Danouk97. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73243 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,99  15x  vendu
  • (4)
  Ajouter