Tekstwetenschappen
Les 1: Inleiding
Les 1 – structuur en kernconcepten
1. Praktische informatie
2. Basisbegrippen
- Wat is tekst?
• kenmerken
• definities
- Wat is discours(e)?
• gebruik van de term
• definities
- Samenvatting: tekst vs discourse
3. Wetenschappelijk onderzoek – discourse analysis
- Verschillende benaderingen
Big D vs little d
- Kwantitatieve vs kwalitatieve benadering
• Corpusanalyse, domeinen en registerstudie
• Ethnografie, discourse-community en genre-analyse
- Voorbeelden van onderzoek
Werkvorm inleiding tekstwetenschap
• Extra materiaal op Toledo
o Kennisclips (leerstof) – concepten en voorbeeldanalyses
o Corpusmateriaal
o Uitgebreide citaten en papers (geen leerstof)
• Verwerkingstaken (voor én na)
Leerstof
• Leerstof = onderwerpen cfr powerpointpresentaties
• Ppt aangevuld met eigen notities en met informatie uit handboek (thema’s uit handboek die
niet in les aan bod komen NIET);
• Kennisclips die bepaalde kernconcepten verder uitdiepen;
• Methoden voor tekstanalyse;
Evaluatie
• Schriftelijk examen tekstwetenschap (gesloten en open vragen)
o Bv definieer, leg het verschil uit tussen, bespreek benadering, pas benadering toe op
taalmateriaal
o voorbeeld volgt later
1
,Basisbegrippen
Wat is tekst?
- Waaruit bestaat tekst ?
- Natuurlijke taal d.i. “taal die in een menselijke gemeenschap gebruikt wordt voor algemene
communicatie en die een kind, opgroeiend in zo’n gemeenschap, als zijn moedertaal leert”
(Brône, s.d.)
- Tekst, taal en communicatie zijn verwante elementen. Maar er kunnen ook andere
communicatiemedia gebruikt worden (dia van Mona Lisa), tekst kan ook multimodaal zijn.
- Een tekst hangt niet samen met een medium.
- Samenhang is heel belangrijk om een tekst te zijn, een verzameling van losse zinnen is geen
tekst
- Tekst is ingebed in een interactie, het maakt deel uit van een interactie maar niet altijd van
de hele interactie.
- In een bepaalde context kan voor een bepaalde groep kan iets een tekst zijn maar voor een
andere niet (dia van Engels verhaaltje, voor een kind is dit een samenhangend verhaal maar
voor een volwassene niet).
- Lengte van een tekst is irrelevant, functie is wel relevant
Voorbeelden: Is dit een tekst?
1. Ja, het is fictief, maar nog steeds informatieve + structuur
2. Ja, het is een afgerond geheel + er is een samenhang
3. Ja, Neerschrijven is niet iets dat een ‘tekst’ maakt. Er is geen auteur. Er zijn meerdere personen.
Het is een afgerond geheel. Er is samenhang. Het is functioneel in de context
2
,4. Het is een neerslag van wat een kind vertelt, vanuit het oogpunt vh kind is dit wel een tekst,
maar als je die informatie (context) niet hebt is het geen tekst. Het is een tekst in wording.
5. Nee, het zijn losstaande zinnen die achter elkaar zijn gezet over hetzelfde onderwerp. Er is geen
samenhang.
6. Ja, maar enkel als het op een kaartje (geboorte aankondiging) staat. Enkel in die context
7. Ja, het is een volledige boodschap met een duidelijk doel.
8. Ja, in die context. De boodschap is duidelijk
9. Ja, boodschap is duidelijk. Ookal is het talige tot het minimum
10. Nee, enkel zin
11. Ja, met de afbeelding is er een boodschap + context
3
, Wanneer wordt een stuk taal tekst
- NIET omdat het neergeschreven wordt
- NIET omdat het een bepaalde omvang heft
- NIET enkel omdat het samenhangend is
- NIET enkel omdat het gebruikt wordt
“We can define text, in the simplest way perhaps, by saying that it is language that is functional. By
functional, we simply mean that it is doing some job in some context, as opposed to isolated words
or sentences that I might put on the blackboard. […] So any instance of living language that is playing
some part in a context of situation, we shall call a text.” (Halliday and Hasan, 1989:10)
- Tekst is functionele taal die een bepaalde taak verricht in een bepaalde context.
Definities van tekst
• “The difference between a text and a clause is that a text is a semantic entity, i.e. a construct
of meaning, whereas a clause is a lexicogrammatical entity, i.e. a construct of wording. A text
is an intersubjective event in which speaker and listener exchange meaning in a context of
situation. Texture is what makes a text into a coherent piece of language […]” (Halliday,
2009: 362)
• “We can continue regarding text as a primarily linguistic cultural artefact, but develop ways
of analyzing other semiotic forms which are co-present with language, and especially how
different semiotic forms interact in the multisemiotic text.” (Fairclough, 1995:4)
• “Texts are social spaces in which two fundamental social processes simultaneously occur:
cognition and representation of the world, and social interaction.” (Fairclough, 1995:6)
• “In the final analysis, therefore, the answer to our opening question, ‘what is a text’, is
theory dependent and […] in view of its dependency on a particular context and situation,
cannot be entirely unambiguous.” (Titscher et al. 2000:20)
Wat is ‘discours’?
- DutchWeb2014Corpus (Sketchengine): 1,47/miljoen; concordantie:
o volgen zij blindelings het discours van de NVA
o Hij ontmaskert het discours van de multiculturele mandarijnenkaste.
o Hij beheerst het landschap zoals hij zijn discours en zelfs zijn dood lijkt te beheersen.
o Alsof hij net aangekomen is en zijn discours begint te vertellen
o Het is een discours dat, ook in Vlaanderen, aanslaat.
o met het moment dat mode inderdaad een eigen discours had ontwikkeld.
o Zijn discours is bondig en to the point.
o In het wetenschappelijke discours wordt gediscussieerd over
- Collocaties: politieke, dominante, publieke, huidige, wetenschappelijke
- EnglishWeb2013(Sketchengine): 8,46/million; BNCorpus: 24,09/million
o Should I launch into a discourse on why I didn't value male above female children?
o they would be acknowledged within the discourses of medicine as having equal
power to argue
o The focus on argumentative discourse
4