Dit is een samenvatting van alle Lean en Creatief-informatie die in de pdf-files stonden in de LOI-omgeving en van diverse internetpagina's die door LOI werden geadviseerd voor dit vak. Tevens bevat de samenvatting enkele opdrachten inclusief antwoorden die door de LOI zijn aangeboden.
Wat is Lean?
1. Een (business/bedrijfs) strategie → manier v werken waarbij alles en iedereen in de onderneming
zich richt op het creëren van waarde voor de klant in alle processen
2. Een filosofie → een betrokken houding v alle medewerkers → een mindset die ook toepasbaar is in
eigen leven → studie, huishouden, inrichting administratie, kledingkasten, koelkast e.d.
Waarom Lean:
Lean kan een organisatie helpen om te blijven bestaan in een wereld die altijd veranderd → elimineer
verspillingen → leven wat leuker en makkelijker
Eindresultaat: bereiken v doelen → streef naar perfectie, ook al zie die nooit bereikt worden
Wat nodig voor Lean?
Een creatieve en inventieve ‘mindset’ is belangrijk
Doorzie processen en blijf kijken naar wat beter kan → wees kritisch en neem geen genoegen met
1e/beste oplossing → ga echt op zoek naar de kern vh ‘probleem’
In een Lean organisatie is de vraag ‘wat wil mijn klant?’ een zeer belangrijk uitgangspunt → iedereen
(leidinggevende en collega’s) moet denken vanuit de klant → de bedrijfsprocessen vorm te geven
Basis v Lean:
TPS → Toyota Productie Systeem (TPS) vd Japanse autofabrikant Toyota → de methoden en technieken
van TPS kennen we vandaag de dag als ‘Lean’.
Lean teams → gedrag en randvoorwaarden voor continu verbeteren – 3G:
1. Gedrag → deel info met elkaar; rond prestatieborden staan; hoe goed doen we het en hoe kunnen
we ons verbeteren en/of uitvoeren; sommigen nemen leiderschap
2. Gevoel → goede en verbonden sfeer speelt mee → zo creëer je veiligheid; geef fouten toe en
bespreek conflicten op constructieve manier → zo kan je ook weer ontwikkeling maken
3. Gedachten → cruciaal waar gaat team en organisatie naar toe → kan je dit als teamlid zelf uitleggen
en wat kan je hier aan bijdragen
Belangrijke doelen toepassen van Lean-methodiek:
1. verhogen vd kwaliteit van projecten en diensten
2. verhogen v productiviteit en kostenverlaging
Vb. obstakels bij het toepassen van Lean:
medewerkers worden onvoldoende betrokken
focus vooral gericht op de korte ipv lange termijn
Lean en creatief in de praktijk gaat over de volgende onderwerpen:
inleven in de klant/patiënt/cliënt
(klant)vraag formuleren
doelen stellen
creatieve denktechnieken toepassen
lean-technieken toepassen
ideeën en (verbeter)voorstellen overtuigend presenteren
De module is opgebouwd rond 5 onderwerpen:
1. Oriëntatie op de module – 5 principes v Lean
a) klantwaarde
b) waardestroom
c) (work)flow
d) pull
e) perfectie
2. Lean en creatief: een introductie
3. Creatieve denktechnieken
4. Lean technieken
5. Lean en creatief in de praktijk
De module is opgebouwd rond 5 onderwerpen:
1. Oriëntatie op de module – 5 principes v Lean:
1
, a) (klant)waarde – startpunt: Wat wil de klant en Waar wilt hij voor betalen
* bij vaststellen waarde gaat het om een specifiek product/eigenschap/prijs, gemaakt voor specifieke klanten
* waarde product ligt op ander niveau dan het product zelf → lastig te bepalen → door verschil waarde voor
klant en voor gebruiker → ga in gesprek met de klant → laat hem zelf vertellen welke waarde hij eraan geeft
b) waardestroom – Het geheel vd verschillende acties (activiteiten/stappen vh productieproces) die
nodig zijn om een product/dienst te realiseren (doe geen taken waar klant niet om vraagt)
* waarde ‘stroomt’ door het proces en wordt daardoor stap voor stap toegevoegd aan product/dienst, zoals
1. activiteiten die waarde toevoegen voor de klant → vb: lassen vd balken in een fiets
2. activiteiten die hij niet ziet als waardevermeerderend → vb: inspecteren lasnaden ivm kwaliteitsgarantie
3. activiteiten die geen waarden toevoegen → vb: opnieuw vastschroeven ve zadel bij verkeerde bouten
c) (work)flow – Creëer flow/uitvoering activiteiten (Continue beweging v producten/diensten)
* samenhang proces is uitgangspunt NIET de organisatiestructuur → producten staan niet stil en er is geen
of veel minder wachttijd → proces verloopt gelijkmatig en vloeiend → er ontstaat balans
d) pull – de flow worden verbonden met de vraag vd klant
* alleen producten die klant vraagt worden geproduceerd → productieproces start pas als
klantvraag binnen is → er is geen sprake v overproductie
e) perfectie – Blijf altijd streven naar perfectie v product en proces
* de moeilijkste stap → nooit helemaal haalbaar → door continue te verbeteren wel ernaar
streven → dus precies volgens klantspecificaties, op het juiste moment, tegen juiste prijs en met
minimum aan verspillingen
2. Lean en creatief: een introductie
Wat is nodig voor een inventieve mindset en om (bedrijfs)processen te verbeteren → ontwikkeling, (pers.)
verandering, initiëren, innoveren, verbeteren en zelf-reflecteren → doel: doe vandaag beter dan gisteren
3. Creatieve denktechnieken → doel: om lastige problemen op te lossen
a) analogie:
Vergelijk een onderwerp met een heel ander onderwerp en bekijkt welke overeenkomsten er zijn
b) bloemassociatie:
Maak cirkels met onderwerpen en groepeert daar cirkels met gerelateerde onderwerpen/ associaties
omheen (lijkt op mindmap → dat werkt met lijnen ipv cirkels)
c) brainstormen en negatief brainstormen (→ speel advocaat vd duivel):
Individueel of met meer in groepjes; verzamel memo/grote vellen en stiften → rustige inspirerende plek →
bepaal doel sessie → bedenk ideeën (alles mag) → evalueer/bespreek het → kies beste
Brainstormen: een techniek om creatiever te denken en om buiten de bestaande kaders te denken. Het is
zeer geschikt om op een creatieve manier een probleem of uitdaging te lijf te gaan
Doel: bedenk zo veel mogelijk ideeën zonder kritisch te zijn over toepasbaarheid en uitvoerbaarheid → alles
mag/niets is te gek
Negatief brainstormen: probleem wordt gespiegeld om zo tot positieve oplossingen te komen
Geef zoveel mogelijk ideeën om doel NIET te bereiken → maak actieplan om al die dingen te voorkomen
Doorloop volgende stappen:
Stap 1: Probleem identificeren
Stap 2: Probleem omkeren
Stap 3: Ideeën verzamelen
Stap 4: Ideeën omkeren
Stap 5 Oplossingen evalueren
d) de superheld:
1. bedenk wat hij zou doen in uw situatie
2
, 2. bedenk hoe je dat in een realistische situatie zelf kan verwezenlijken
Voorbeelden:
1. Haal deadline morgen → actie held: tijd stilzetten tijd reizen → actie jij: stel taken uit of vraag uitstel
2. U hebt een vergadering die om half drie is afgelopen, maar u moet om drie uur thuis zijn omdat uw
oppas dan echt weg moet. U kunt uw kind van vijf jaar echter geen kwartier alleen laten. U kunt
echter niet eerder vertrekken dan half drie, maar de reistijd is drie kwartier.
Actie held – zet zijn technologie in en gebruikt slimme gadget. Dat kunt u ook doen! Bel vanuit auto
met uw smartphone uw kind als oppas weggaat en praat met kind tot u weer thuis bent!
e) denken in metaforen
Overmatig logisch nadenken kan een creatief proces behoorlijk doodleggen. Door te denken in metaforen,
probeert u op een andere manier over iets na te denken. Door het vraagstuk naar een totaal andere context
te brengen, kunt u op nieuwe en verrassende ideeën komen
Voorbeelden:
Het leven is een weg met kuilen en hobbels
Haar ouderlijk huis is nog steeds een veilige haven
Voetbal is oorlog
f) mindmappen → info samenvatten met linker- en rechter hersenhelften
Een diagram dat opgebouwd is uit begrippen, teksten, relaties en/of plaatjes → geordend in vorm ve
boomstructuur rond centraal thema → verbonden mbv lijntjes. Het geeft totale structuur ve onderwerp weer.
Hoe: alle informatie die in uw geheugen vertalen naar een visueel plaatje → een mindmap
Doel Mindmap:
1. beter leren en onthouden ivm visuele dimensie
2. overzicht houden ivm visuele dimensie
3. stimuleert de creativiteit
Doorloop de volgende stappen:
Stap 1: centraal beeld/woord in het midden en omcirkel het → de mindmap
Stap 2: maak verschillende takken vanuit de mindmap met evt. submappen
Stap 3: gebruik sleutelwoorden → max. 1 woord per (sub)tak
Stap 4: van globaal (tak) naar specifieke informatie (subtak)
Stap 5: werk in een richting (start 13.00 en dan met klok mee) → dat geeft structuur → zo beter leesbaar
Stap 6: gebruik verschillende kleuren voor de (sub)takken → doel: aanspreking rechterkant vd hersenen
waardoor er een balans komt met links (= gestructureerd en richting) en rechts (= kleuren en verbinding)
Stap 7: ga tekeningen maken → symbolen (smileys/duimpjes) of plaatjes
g) onbewust problemen oplossen → doe iets waarbij je gedachten kunnen dwalen (vb:
wandelen, douchen, mediteren) → oplossing schiet dan vaak vanzelf te binnen
Goed toepasbaar als u vastloopt en ergens niet uitkomt. Onderbewuste processen gaan nl gewoon door
h) schaven
Onderzoek of er door een verandering v iets bestaands een probleem opgelost kan worden of een heel nw
idee ontstaat. Je vraagt je af of je iets moet Substitueren (vervangen), Combineren, Herschikken
(omkeren), Aanpassen, Vergroten/Verkleinen, Elimineren of Nieuwe toepassing kunt geven.
Voorbeeld:
De laatste 50 jaar zijn er allerlei nwe apparaten verschenen die oude apparaten vervingen. Pas techniek toe:
Modeluitwerking:
Bandrecorder naar cassetterecorder → Verkleinen band, Combineren met cass.syst., Vervangen mech.
Cassetterecorder naar walkman → Verkleinen, Vervangen mech., Vervangen speaker door koptelefoon
Walkman naar mp3-speler → Vervangen band door geheugen, Vervangen mechaniek door chips,
Vervangen knoppen door touchscreen, Vervangen batterijen door accu, Verkleinen
mp3-speler naar smartphone → Combineren met telefoon, hardware door software Vervangen, knoppen
door user-interface Vervangen.
i) storyboarding (heet ook: scenario)
Door ideeën te tekenen/schrijven op storyboard begin je verbindingen te zien, hoe ideeën zich tot elkaar
verhouden en hoe alle delen samenkomen → mensen gaan op elkaars ideeën meeliften → zie Big Picture
3
, j) vooronderstellingen (= aannames) doorbreken
Denk ‘outside the box’ → doorbreek vooronderstellingen → durf te denken “Waarom is dat eigenlijk zo?”→
resulteert in andere manier v kijken/denken/benaderen.
k) zes denkhoeden
Elke hoed staat voor manier v kijken naar een probleem → iedereen kan een ‘hoed’ opzetten en
zo een rol spelen zonder dat dit persoonlijk is (voel je niet verlegen of aangevallen) → patronen
doorbroken/voorkomen → enthousiast persoon, wordt zo ook gedwongen om er kritisch/negatief
naar te kijken.
1. Witte hoed: nuchtere feiten en cijfers
U gaat uit v objectieve, feitelijke informatie (objectief) → Wat weet ik feitelijk? Wat weet ik niet?
2. Rode hoed: gevoel en intuïtie
U reageert primair, dus vanuit emotie (emotioneel) → Wat voel ik hier bij? Wat zegt mijn intuïtie?
3. Zwarte hoed: negatief/pessimistisch
U bent advocaat vd duivel en zoekt naar doemscenario’s → Wat zijn de risico’s? Waar zit het gevaar
4. Gele hoed: positief/optimistisch
U bekijkt het zonnige kant en zoekt naar voordelen→Wat is positieve hieraan?Wat is goed haalbaar?
5. Groene hoed: creatief
U mag freewheelen in manier v denken (vrij associëren, altern. bedenken) → Hoe kan het anders?
6. Blauwe hoed: beschouwend, controlerend
U bekijkt het geheel procesmatig (regisseur) → Waar we en wat is de volgende stap
Voorbeeld:
pas techniek toe op onderwerp brainstormsessie: ‘Te veel medewerkers brengen te veel tijd in de file door’
Modeluitwerking
1. Witte denkhoed: nuchtere feiten en cijfers; uitgaand van objectieve, feitelijke informatie. Bijvoorbeeld:
“Om hoeveel medewerkers en tijd gaat dat dan precies?”
2. Rode denkhoed: gevoel en intuïtie; primaire reactie, vanuit emotie (let op: dit kan zowel positief als
negatief zijn!). Bijvoorbeeld: “Ik geloof echt nooit dat het mogelijk is daar iets aan te veranderen!”
3. Zwarte denkhoed: negatief/pessimistisch; advocaat van de duivel, zoeken naar doemscenario’s.
Bijvoorbeeld: ‘En hoe zouden we dat kunnen veranderen, je kunt ze moeilijk dwingen te verhuizen?’
4. Gele denkhoed: positief/optimistisch. Bijvoorbeeld: “Het lijkt me een goed idee om de mogelijkheden
voor verbetering te onderzoeken, ik denk bijvoorbeeld aan flexibele werktijden of thuiswerken.”
5. Groene denkhoed: creatief. Bijvoorbeeld: “De medewerkers wonen door het hele land, misschien
zouden we gebruik kunnen maken van organisaties zoals Seats2Meet, daarmee kun je ook nog
eens heel handig je netwerk uitbreiden dus twee vliegen in één klap!”
6. Blauwe denkhoed: beschouwend, controlerend. Bijvoorbeeld: “Het is belangrijk om hier een
organisatiebreed beleid voor op te stellen en het projectmatig aan te pakken.”
Alternatief: zet allemaal dezelfde kleur op om vanuit 1 perspectief te kijken
Parellel denken → één van de mogelijke denkmethoden; een gestructureerd denkproces, wat betekent dat
individuen een specifieke volgorde v stappen moeten volgen om het probleem te verkennen.
Natuurlijk denken → rauwe, eenvoudige of primitieve denken (= rechtlijnig); het lijkt veel op het denken in
extremen, clichés en vooroordelen → ze vestigen zich gemakkelijker dan gemiddelde patronen
Een waarneming heeft een vooraf bepaald gevolg → het is denken in zeer rechte korte lijnen van oorzaak
naar gevolg → is gevoelig voor herhalingen (iets lijkt meer juist als het meerdere keren gebeurt) én vatbaar
voor dominantie in waarnemingen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur svdklink. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
