In dit document lees je een beknopte maar volledige samenvatting van de nummers 1 tot en met 56 die Lokin bespreekt met betrekking tot het goederenrecht en het Romeinse recht.
Een absoluut recht onderscheidt zich van een relatief recht niet hierdoor dat men het kan
handhaven tegen opvolgers onder algemene titel, dat is bij beide mogelijk, maar dat men het
kan handhaven tegen opvolger onder bijzondere titel.
Opvolging onder algemene titel is overgang van heel vermogen (zoals erfopvolging). Onder
opvolging onder bijzondere titel wordt verstaan de overgang van een recht uit dat vermogen,
bijvoorbeeld overdracht van eigendomsrecht. Het recht is niet zozeer op persoon van eigenaar
gericht als op de zaak en was ook de zienswijze van de Romeinen, die zakelijke actie (actio in
rem) beschouwden als een rechtsvordering met betrekking tot een zaak, de persoon die op het
zakelijk recht een inbreuk maakte speelde daarbij een ondergeschikte rol.
Nr. 2 Kenmerken van een absoluut recht
Uit een overeenkomst ontstaat een relatief recht. Dat relatieve of persoonlijke recht kan alleen
tegen degene met wie de ovk is gesloten worden ingeroepen. Tegen diegene heb je een
persoonlijke actie (actio in personam). Als je een absoluut recht had willen vestigen, had dit
gemoeten met een notariële akte.
Er is ook nog het kwalitatieve recht. Dit is een persoonlijk recht, maar zit niet aan de persoon
vast maar aan de eigendom, in de kwaliteit van eigenaar en niet van persoon.
Romeinse recht kende ook beperkt aantal absolute rechten. De reden was de eigenaardigheid
van het formulastelsel. Beperktheid van formula’s bracht mee dat aantal acties en daarom het
aantal rechten beperkt was. Romeinse recht was een gesloten stelsel van subjectieve rechten.
Wij kennen een gesloten stelsel van absolute rechten.
Nr. 3 Droit de suite en droit de préférence
Kenmerk van absolute recht is de mogelijkheid om te handhaven tegen opvolgers onder
bijzondere titel, tegen derden. Deze eigenschap heet droit de suite (zaaksgevolg). Ook is dit de
mogelijkheid zijn recht te handhaven tegen iedereen die de zaak waarop recht rust onder zich
heeft. Het recht volgt de zaak. Andere eigenschap is droit de préférence (voorrangsrecht):
indien degene tegen wie men volstrekt of absoluut recht kan doen gelden onvermogend is
geworden, worden de betrekkelijk of relatief gerechtigden slechts voor gelijk percentage
voldaan. Uitgangspunt is namelijk de gelijkgerechtigdheid van schuldeisers, die tot gevolg
heeft dat ieder gelijk percentage van zijn vordering krijgt uitbetaald. Absoluut gerechtigde
staat buiten dit faillissement. Hij geniet in dit opzicht voorrang boven relatief gerechtigden,
ook wel separist.
Nr. 4 Opvolging onder bijzondere titel
,Bij de Romeinen kon opvolging onder bijzondere titel niet bij persoonlijke rechten. Alleen
zakelijke rechten waren voor afzonderlijke overdracht vatbaar. Bij vruchtgebruik en gebruik
en bewoning zijn verbonden aan het leven, daar was dus geen afzonderlijke overdracht
mogelijk. Men kan pas spreken van zakelijk recht als het voorwerp ervan een stoffelijk object
is. Dat is het geval bij recht van erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en bij eigendomsrecht.
Nr. 5 Lichamelijke en onlichamelijke zaken
Het woord res betekent zaak. In het Romeinse goederenrecht worden zaken onderscheiden in
lichamelijke en onlichamelijke. Als we over lichamelijke zaken (res corporales) spreken,
bedoelen wij daarmee eigendomsrechten op lichamelijke zaken.
Bedoelen Romeinen met lichamelijke zaken eigenlijk het eigendomsrecht op stoffelijke
voorwerpen, onder onlichamelijke zaken worden meestal vermogensrechten behalve recht van
eigendom verstaan.
Nr. 6 Aan het rechtsverkeer onttrokken zaken
Tempels, kerken en graven zijn uit het rechtsverkeer onttrokken omdat zij van godsdienstige
aard zijn, hetzij omdat ze bestemd zijn tot het gebruik van de overheid, zoals stadsmuur,
haven etc. Het kan ook zijn dat het van alle mensen is, zoals lucht, rivier, zee en stranden.
Omdat stranden van alle mensen waren, was een hutje bouwen toegestaan, mits niet in de weg
stond voor openbaar gebruik.
Nr. 7 Roerende en onroerende zaken
Voor het Romeinse recht was dit verschil voornamelijk van belang voor de verkrijgende
verjaring: voor roerende zaken na 1 jaar, voor onroerende zaken na 2 jaar. Florentinus zei dat
ook gebouwen onderdeel waren van de grond. Roerende zaken zijn alle zaken die niet
onroerend zijn, met inbegrip van slaven en dieren.
In het huidige recht is dit van belang omdat dit de wijze van levering bepaalt. Andere indeling
is registergoed, niet registergoed. Registergoederen moeten worden ingeschreven in openbare
registers.
Nr. 8 Res mancipi en res nec mancipi
Res mancipi waren de grond in Italië, slaven, getemde dieren en een beperkt zakelijk recht:
landelijke erfdienstbaarheid. Alle andere zaken zijn res nec mancipi. Res mancipi werd
overgedragen door mancipatio, res nec mancipi door de traditio. Justinianus schafte dit af,
omdat het verouderd was.
Nr. 9 Vervangbare en onvervangbare zaken
Roerende zaken zijn vervangbaar of onvervangbaar. Vervangbare zaken zijn die welke bij
getal, gewicht of maat bepaald worden, ook wel soortzaken of genus genoemd. Vervangbare
zaken komen niet aan op een bepaald voorwerp, maar ieder voorwerp dat tot dezelfde soort
behoort kan dienen om aan verplichting tot geven van soortzaken te voldoen. Uiteindelijk
hangt zij van de bedoeling van de partijen af, wat zij met de zaak voor hebben.
, Belang van onderscheid komt tot uiting bij overmacht, wanneer een zaak door een van buiten
komende oorzaak tenietgaat. Als het een vervangbare zaak is , gaat verplichting tot betaling
niet teniet. Dan moet hij dus alsnog betalen: genus non perit, soort gaat niet teniet.
Nr. 10 Deelbare en ondeelbare zaken
Zaken zijn deelbaar, die zo verdeeld kunnen worden dat de aard der delen niet verschilt van
de aard van het geheel. Waarbij de delen wel in omvang, maar niet in hoedanigheid van
geheel verschillen. Verdeelt men deelbare zaak, ontstaan er meerdere zelfstandige zaken die
een geheel vormen. Zijn geen deel meer maar een nieuw geheel. Je kan ook onstoffelijk
verdelen. Men kan recht op de zaak in meer rechten splitsen.
Ondeelbaarheid van een zaak blijkt wanneer meerdere personen die in een ondeelbare zaak
gerechtigd zijn, moeten presteren of kunnen opvorderen. Regel is dan dat iedere schuldenaar
afzonderlijk kan worden aangesproken de ondeelbare zaak in haar geheel te presteren en dat
iedere schuldeiser de ondeelbare zaak in haar geheel kan opvorderen.
Nr. 11 Vruchten
Onder vruchten verstaat men de natuurlijke en uit haar aard regelmatig terugkerende
opbrengsten van een zaak. Vrucht staat voor opbrengst. Er kunnen natuurlijke vruchten en
burgerlijke vruchten (huurtermijnen en renten) opgebracht worden. Natuurlijke vruchten zijn
zaken van andere zaken en burgerlijke vruchten zijn rechten van goederen.
Romeinse recht zegt: Zolang vrucht nog niet van vruchtdragende zaak is afgescheiden, maakt
zij nog deel uit van die zaak. Vruchtgebruiker verkrijgt eigendom niet eerder dan door
inbezitneming. Hij moet ze dus zelf plukken of oogsten, onvoldoende dat vruchten van de
takken op grond zijn gevallen.
Nederlandse recht zegt: zodra vruchten zijn afgescheiden komen zij de vruchtgebruiker toe.
Nr. 12 Omschrijving van eigendom, aan de eigenaar opgelegde beperkingen
Eigendom omvat het recht van een zaak de vruchten te trekken, te gebruiken en soms zelfs te
verbruiken. Eigendom is een onbeperkt recht, maar er kunnen wel beperkingen worden
opgelegd. Die beperkingen kunnen gegrond zijn op wettelijke voorschriften of op regels van
ongeschreven recht. Ook beperkte rechten van privaatrechtelijke aard kunnen volledige
uitoefening van eigendom niet verenigbaar zijn. Eigenaar op wiens erf een erfdienstbaarheid
van uitzicht drukt, mag geen werken aanleggen die dat uitzicht verhinderen.
De eigenaar op wiens zaak vruchtgebruik drukt, mist tijdelijk gebruik van die zaak en recht op
vruchten maar hij blijft volledig eigenaar. Hij verliest niet een deel van eigendomsrecht maar
wordt in uitoefening beperkt. Vruchtgebruik is geen deel van de eigendom.
Nr. 13 Eigendom van de grond
ten aanzien van eigendom van grond dient te worden opgemerkt dat deze tevens omvat
genotsrecht van ruimte boven en beneden bodemoppervlak. Mag zelfs als je daarmee water
uit de bron van buurman haalt. Ruimte boven bodemoppervlak wordt niet gezien als de lucht,
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Menthevgeuns. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,00. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.