Uitwerking casus + oefententamen van de hoorcolleges
66 vues 8 fois vendu
Cours
Civiele Rechtspleging (RGMPR10206)
Établissement
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Een uitgebreide uitwerking van de oefenvragen die per week zijn voorgeschreven. Ook heb ik het oefententamen wat op het laatste college is besproken uitgewerkt met vragen en antwoorden. Zelf heb ik het vak met een 8 gehaald.
Casus A
De 25-jarige Binne woont in Friesland en studeert in Groningen. Hij reist dan ook vaak met het openbaar
vervoer naar Groningen en reist aan het einde van de dag weer terug naar Friesland. De laatste tijd zijn
er veel stakingen in het openbaar vervoer. Binne heeft daar nogal last van omdat hij daardoor colleges
mist. Voor Binne is de maat vol als hij op 28 februari 2023 weer een college mist door de stakingen. Hij
wil een auto kopen zodat hij niet meer afhankelijk is van het openbaar vervoer. Binne heeft echter niet
genoeg geld en vraagt aan zijn beste vriend Abel of hij hem wat geld kan geven. Abel helpt Binne graag
en zegt dat hij 3.000 euro op de bankrekening van Binne zal storten. Binne heeft totaal geen verstand
van auto’s of hun waarde. Tijdens het zoeken naar een niet al te dure auto ziet Binne de auto van Cor.
Binne wil de auto graag hebben. Cor heeft een mooie sportwagen. Hij heeft zijn sportwagen voor een
hele lage prijs te koop gezet: 3.000 euro in plaats van de marktwaarde van 100.000 euro. Het gaat
namelijk niet zo goed met Cor. Hij is psychisch niet stabiel: hij heeft vaak last van waandenkbeelden.
Zo ook nu weer. Met zijn mooie opvallende sportwagen meent hij dat spoken hem volgen en ook in zijn
auto willen rijden. Hij denkt dat de spoken hem alleen met rust willen laten als hij zijn auto verkoopt.
Hij wil dan ook zo snel mogelijk van zijn auto af en is daarom bereid om de auto ver beneden de
marktconforme prijs te verkopen. Op de vraag van Binne waarom Cor de auto wil verkopen, antwoordt
Cor alleen dat hij graag van de auto af wil. Partijen komen een koopprijs van 3.000 euro overeen. Na
ontvangst van de koopsom overhandigt Cor de sleutels aan Binne.
Na een tijdje ontstaat ruzie tussen Binne en Abel, onder andere omdat Abel zijn geld wil terugzien.
Uiteindelijk vordert Abel voor de kantonrechter dan ook die 3.000 euro van Binne terug. Aan die
vordering legt Abel ten grondslag dat hij met Binne een overeenkomst van geldlening heeft gesloten,
op grond waarvan Binne het geld moet terugbetalen. Binne verweert zich en zegt dat hij het geld nooit
heeft ontvangen. Hij heeft dus niets geleend van Abel.
Vraag 1: Moet Binne nu bewijzen dat hij nooit het geld heeft ontvangen of moet Abel bewijzen dat er
wel sprake is van een leenovereenkomst en dat het geld wel degelijk is overgemaakt naar Binne?
Abel beroept zich op rechtsgevolg ‘verplichting tot terugbetaling’. Dit baseert hij op de
geldleningsovereenkomst.
• Feiten: overeenkomst van geldlening, 3.000 euro betaald
• Rechtsgevolg: Binne moet terugbetalen
• Verweer Binne: ik heb nooit 3.000 euro ontvangen
• Kwalificatie verweer? Beslissend voor antwoord op vraag over de bewijslastverdeling
Hoe lees je het verweer van Binne?
• Optie 1) Betwisting van het feit dat er geen geldleningsovereenkomst is gesloten. Abel stelt
dat er wel een geldleningsovereenkomst is. Dit is een bestrijdend verweer van Binne. Het
bestrijdt het feit dat een overeenkomst bestaat. Abel moet bewijzen dat er wel een
geldleningsovereenkomst is gesloten waar uit dit rechtsgevolg voortvloeit.
o Art. 150 Rv! De partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde
feiten of rechten, draagt de bewijslast van die feiten of rechten, tenzij uit enige
bijzondere regel of uit de eisen van redelijkheid en billijkheid een andere verdeling
van de bewijslast voortvloeit.
• Je kan het verweer ook anders lezen. Binne erkent wel dat er een overeenkomst is, maar
stelt dat ook Abel zich niet aan de verplichtingen uit de overeenkomst heeft gehouden.
Binne stelt dat er eerst geld gegeven moet worden, om tot een verplichting van
terugbetaling te komen. Er vloeien twee verbintenissen voort uit een
, geldleningsovereenkomst: een verplichting om het geld beschikbaar te stellen en een
verplichting om het geld terug te betalen. Binne beroept zich dan op 6:58 BW;
schuldeisersverzuim.
o Als je het op deze manier invult (schuldeisersverzuim), betwist je niet dat er een
geldleningsovereenkomst is. Er is sprake van een bevrijdend verweer door Binne.
Binne betwist niet de gestelde feiten, maar komt zelf met een nieuw rechtsgevolg
(schuldeisersverzuim). Art. 150 Rv brengt dat mee dat diegene die zich beroept op
een rechtsgevolg de feitelijke grondslag hiervan moet bewijzen. Binne moet dus
bewijzen.
• Het hangt er vanaf hoe je de casus leest voor de vraag wie de bewijslast draagt. Het moet
in een processtuk daarom duidelijk zijn op welk rechtsgevolg een partij zich beroept.
(Variant)
Stel dat Binne zich tegen de vordering van Abel verweert met de stelling dat hij het bedrag van 3.000
euro al aan Abel heeft terugbetaald.
Vraag 2 (variant op vraag 1): Wie moet bewijzen of het geld al dan niet is terugbetaald?
• Verweer Binne: ik heb al terugbetaald
• Kwalificatie verweer?
• Feiten Abel niet betwist (ovk van geldlening, 3.000 euro ontvangen)
• Ander rechtsgevolg: tenietgaan verbintenis
• Feit: terugbetaling heeft plaatsgevonden
• Bevrijdend verweer, bewijslast bij Binne
Feiten die Abel stelt zijn niet betwist. Dit verweer kwalificeert als een bevrijdend verweer. Hij
betwist namelijk niets, maar stelt dat er een ander rechtsgevolg moet volgen. Het terugbetalen van
een lening heeft als rechtsgevolg dat de verbintenis teniet gaat. De verbintenis is volbracht. Het
rechtsgevolg wat Abel voor ogen had (nakoming), treedt toch niet in. Als komt vast te staan dat
Binne al heeft terugbetaald, bevrijdt hij zich van het rechtsgevolg wat Abel voor ogen had;
betaling. De bewijslast ligt dus bij Binne.
(Vervolg)
Cor ontwaakt een paar weken later uit zijn waan. Hij realiseert zich tot zijn spijt dat hij zijn mooie
sportwagen voor een veel te laag bedrag heeft verkocht aan Binne. Cor neemt contact op met Binne en
stelt dat de koop in het geheel niet tot stand is gekomen vanwege wilsontbreken. Cor meent namelijk
dat hij last had van waandenkbeelden ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst en dat de
koopovereenkomst door hem onder invloed van zijn waan is gesloten.
Vraag 3: Moet Cor nu bewijzen dat hij (1) leed aan een psychische stoornis ten tijde van het sluiten van
de koopovereenkomst en (2) dat de koopovereenkomst door hem onder invloed van die stoornis is
gesloten?
Art. 3:34 BW duidt op wilsontbreken. Lid 2 verbindt hier de mogelijkheid tot vernietiging aan
vast.
1) Psychische stoornis
• Cor beroept zich op het rechtsgevolg ‘wilsontbreken’ als bedoeld in art. 3:34 lid 1 BW.
Het gaat dan om vernietigbaarheid van de overeenkomst. Cor moet een aantal dingen
stellen.
o Lid 1: Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord, iets
verklaard, dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken,
indien de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen
belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. Een verklaring
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sharrrr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,55. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.