Hoofdstuk 4: morfologie
Anatomische snedevlakken, richting en oriëntatie
Longitudinale sneden
Evenwijdig met de wervelkolom
Mediane snede= middellijn
Paramediane snede= doorsneden die parallel lopen aan de mediane snede
(dichtbij)
Sagittale snede= doorsneden die parallel lopen aan de mediane snede (verder
verwijderd)
Mediaan= in de middellijn
Mediaal= meer naar het mediane vlak gelegen
Lateraal= verder verwijderd van het mediane vlak
▪ Ipsilateraal= ligt aan dezelfde zijde t.o.v. het mediane vlak als een andere
structuur
▪ Contralateraal= dezelfde structuur, maar aan de andere kant van het
mediane vlak
▪ Bilateraal= bepaalde structuur is zowel aan de linker als aan de rechter
zijde
▪ Unilateaal= structuur die enkel aan 1 zijde is
Doorheen lengte-as van lidmaat
▪ Axiaal= dichter bij de lidmaatas
▪ Abaxiaal= verder van lidmaatas
Dwarse sneden
=tranversale snede
Loodrecht op de lengte-as van het lichaam
Ter hoogte van de hals, romp & staart
▪ Craniaal= naar de kop
▪ Caudaal= naar de staart
Ter hoogte van de kop
▪ Rostraal= naar neustop
Ter hoogte van de extremiteiten
▪ Proximaal= dichter tegen de romp
▪ Distaal= verder van de romp
,Dorsale sneden
Loodrecht op de voorgaande sneden, mee met de lengteas
Ter hoogte van de romp
▪ Dorsaal= naar de rug
▪ Ventraal= naar de buik
Ter hoogte van de ondervoet
▪ Dorsaal= naar hand-of voetrug
▪ Palmair= naar ‘handpalm
▪ Plantair: naar voetzool
Proximaal van de carpus en tarsus
▪ Craniaal en caudaal
Oriëntatie ten opzichte van het centrum
Pariëtaal= tegen de lichaamswand aan
Visceraal= tegen de ingewanden aan
Basaal= bij de inplantingsplaats
Apicaal= aan de vrije uiteinden
Specifieke terminologie voor oog & mond
Anterior= voorzijde
Posterior= achterzijde
Equatoriale doorsnede= vlak op gelijke afstand van anterieure en posterieure
pool
Superior= bovenzijde
Inferior= onderzijde
Vestibulair= naar vestibulum van de mond (tussen wang en eigenlijke kaak)
Linguaal= naar de tong
Mesiaal= naar de mediaanlijn
Distaal= zijde weggericht van de mediaanlijn
,Algemene anatomische termen en lichaamsregio’s
Achterhand= geheel van achterste ledematen en bekkenregio
Voorhand= voorste ledematen en borstkast
Achterkwartier= één helft van de achterhand
Voorkwartier= één helft van de voorhand
Voorbeen; van proximaal naar distaal
▪ Schouder
▪ Boeg
▪ Elleboog (cubitus)
▪ Pols (carpus)
▪ Brachium=tussen schouder en elleboog
▪ Antebrachium= tussen elleboog en pols
Achterbeen; van proximaal naar distaal
▪ Heup (cox)
▪ Knie (genus)
▪ Sprong (tarsus)
▪ Hak = uitsteeksel ter hoogte van de sprong
▪ Dij (femur)= tussen heup en knie
▪ Schenkel (crus)= tussen knie en tarsus
Specifieke regio’s
Regio intermandibularis= schaarstreek (tussen beide onderkaken)= keelgang
Nucha=nek
Truncus= romp
Pectus= borst
Fossa paralumbalis= hongergroeve
Umbilicus= navel
Clunes= kruis
Hoofdstuk 6: wervelkolom en schedel
Wervelkolom
Basisopbouw van een wervel
Corpus vertebrae= wervellichaam
▪ Crista vertralis = ventraal, longitudinale beenlijst
▪ Arcus ventralis= wervelboog
➢ Bestaat uit linker en rechter lamina arcus vertrebrae
➢ Laminae lopen verder uit tot spinaaluitsteeksel
➢ Incisura vertebralis cranialis/ caudalis= inkeping
➢ Foramen intervertebrale= incisurae van 2 aansluitende wervels
▪ Foramen vertebrale= open ruimte die de wervelboog en wervellichaam
omsluit
➢ Canalis vertebralis= wervelkanaal
▪ Foramen vertebrale laterale
▪ Processus transversus= dwarsuitsteeksel
▪ Processus articularis cranialis/caudalis= gewrichtsuitsteeksels
▪ Processus accessorius= tussen gewrichtsuitsteeksel en dwarsuitsteeksel
, Basisopbouw van de werelkolom
Spatium interarcuale= ruimte tussen wervelbogen
Ligamentum interarcuale= ligamenta flava
▪ Bescherming ruggenmerg
Discus intervertebralis= tussenwervelschijf
▪ Kern= nucleus pulposus
▪ Perifeer= anulus fibrosus
Ligamentum longitudinale dorsale/ ventrale
▪ Houden wervellichamen en tussenwervelschijven bijeen
▪ C2- sacrum
Ligamentum supraspinale
▪ T&L&S
▪ Craniaal van de schoft => funiculus nuchae = nekstreng
➢ Helpt gewricht van de kop passief dragen
➢ Uitgebreid bij paard en rund: lamina nuchae= nekplaat
➢ Ligamentum nuchae= nekband, nekplaat+nekstreng
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur karindebrabander. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €25,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.