Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting pedagogie €7,16
Ajouter au panier

Resume

samenvatting pedagogie

 4 vues  0 fois vendu

had ik zelf gebruikt voor mijn examen en was geslaagd!

Aperçu 4 sur 54  pages

  • 16 mars 2024
  • 54
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
ilaydaipek
h1: Inleiding
1.1 Wat is pedagogiek
Pedagogiek = destudie vd manier waarop volwassenen (ouders, onderwijzers, opvoeders,...) kinderen en
jongeren grootbrengen met een bepaald doel. = de wetenschap die de opvoeding v kinderen en jongeren
bestudeert  = opvoedingsleer of opvoedingswetenschap.
 ‘Pedagogiek’  Grieks woord ‘pais’ (= ‘kind’) en het woord ‘agogein’ (= ‘begeleiden of voeren tot’).
 Pedagogie richt zich op kinderen (en hun opvoeders, meestal de ouders).
 Agogiek kent geen leeftijdsafbakening = de wetenschap die bestudeert hoe mensen (v alle leeftijden)
veranderen en aanwijzingen geeft over de manier waarop deze veranderingsprocessen beïnvloed en
begeleid kunnen worden.
 Pedagogie: de praktijk vh opvoeden verstaan.
 Gespecialiseerde opvoeder bestudeert opvoeding, ontwikkelingsfasen, en relatie tuss kind en zijn omgeving
(familieleden, school, vriendjes en vriendinnetjes, de gebouwde omgeving, media...) Nadruk ligt op het handelen.
 is professional die systematisch kennis v zaken heeft opgedaan door pedagogiek te bestuderen.
Orthopedagogen = pedagogen die zich gespecialiseerd hebben in Problematische OpvoedingsSituaties (POS).
observeren en onderzoeken waarom de opvoeding moeilijk verloopt en welke interventie nodig is  laatste
vorm v onderzoek gedaan door universitaire pedagogen (Master in de (ortho)pedagogiek) adhv hun
onderzoek ontwikkelen zij nieuwe theorieën en methodieken.
Bachelor in de orthopedagogie richt zich op de praktijk denken en handelen wordt geïnspireerd en
beïnvloed door de pedagogiek en andere wetenschappen.
Opvoeden door gespecialiseerde opvoeder/begeleider  4 deeltaken :
1. Waarnemen, observeren en onderzoeken vh kind en/in zijn situatie
 Belangrijk om gedrag en ontwikkeling vh kind te kunnen begrijpen en er vervolgens een opvoedkundige
betekenis aan te geven  proberen de oorzaak vh gedrag te achterhalen.
Gespecialiseerde opvoeder/begeleider kan – na grondige observatie en gesprekken met ouders – de slaapproblemen ve peuter
koppelen aan veelvuldig uit huis zijn v ouders of de vele prikkels die het kind net voor het slapengaan opdoet
2. Begeleiden
 Aanbieden v hulpmiddelen en adviezen aan mensen die zelf een bepaald gedrag willen veranderen
Men neemt de zorg niet over maar helpt ouders om het zelf te doen.
Gespecialiseerde opvoedkundige kan advies geven rond plaswekker
3. Behandelen
 Opvoeders zijn geen therapeuten maar mogen wel trainingen geven dmv training kan men
vaardigheden aanleren om het gedrag te veranderen.
Gespecialiseerde opvoeder kan training geven rond straffen en belonen v kinderen
4. Voorlichten
 Voorkomen is beter dan genezen en dat geldt ook voor problemen in de opvoeding.
Opvoedingswinkel organiseert infoavonden over diverse onderwerpen om ouders en opvoeders te informeren : peuterpuberteit,..

1.2 De Pedagogiek als wetenschap
Pedagogiek = toegepaste wetenschap  richt zich in 1e instantie op praktijk, maar op wetenschappelijke
manier Pedagoog werkt methodisch en planmatig en drvr verzamelt gegevens uit praktijk en theorie.
 Praktijkgegevens verzameld dmv observatie  voor theoriegegevens worden meestal psychologische,
psychiatrische, sociologische, filosofische wetenschappen gebruikt  Slechts klein deel ontleent pedagoog
aan pedagogische wetenschap zelf Pedagogische wetenschap kenmerkt zich in vormen ve visie.
 Pedagogische visie nodig over alle zaken die we tegenkomen.visie en mening over opvoedvragen zijn
onmisbaar  geen mening of visie over onderwerp in pedagogiek dan niet betrokken en dus geen goede
opvoedkundige  pedagogiek = betrokkenheid: visie biedt standpunt over alle onderwerpen die kinderen
aangaan.


Pedagogiek = handelingswetenschap  wetenschap v opvoedend handelen  is beschrijvend en ook
praktisch
 Iemand die pedagogiek studeert, maakt zich wetenschappelijke inzichten eigen “professionele
hulpverleners: systematisch nadenken over eigen handelen, over methoden die ze gebruiken, over
beperkingen v die methoden, over relatie met cliënten en over maatschappelijke betekenis vh eigen werk.
Reflectieve professional : in staat tot deskundig handelen binnen één specialisme, en tot nadenken,
kiezen, oordelen en veranderen”  kunst vh opvoeden krijgt een basis in de pedagogiek.

,Beroepsmatig opvoeders gebruiken info uit andere wetenschappen Is pedagogiek dan een échte
wetenschap?  Antwoord: pedagogiek is wetenschap: door het combineren v inzichten uit versch
wetenschappen ontstaan nieuwe theorieën en methodieken die we nergens anders in de wetenschap
aantreffen  pedagogiek is een unieke wetenschap.
 Wetenschappelijke inzichten staan in dienst vd pedagoog die de opvoeding wil verbeteren/stimuleren
pedagoog hoort wetenschappelijke inzichten te gebruiken maar laat zich er niet kritiekloos door leiden.
Als methode in specifieke praktijksituatie niet blijkt te werken, is het tijd voor een andere methode.
1.3 Kan iedereen opvoeden?
Wat is verschil tuss dagelijkse opvoedingswerk v ouders en professionele bijdragen die opvoeders/begeleiders
leveren?  Iedereen is opgevoed, dus iedereen weet wat opvoeden is en wat het betekent om opgevoed te
worden  Is daarmee iedereen opvoedingsdeskundige?
 Nee, niet iedereen die opgevoed is, is opvoedingsdeskundige  sommigen hebben uit eigen opvoeding
wijze lessen getrokken ‘ervaringsdeskundigen’ = iemand die autoriteit op een bepaald gebied heeft die
niet gebaseerd is op beroepsmatig verworven kennis maar op eigen ervaring  kunnen wel ingezet
worden in opvoedingssituaties.
Gespecialiseerde opvoeders/begeleiders zijn wel opvoedingsdeskundigen.
1.4 Waarom Pedagogiek?
Wat is het bestaansrecht vd pedagogiek? Vroeger bestond er geen pedagogiek en toch werd er opgevoed, dus
waarom heeft men pedagogiek nodig ?
 Antwoord is tweeledig : 1) Maatschappelijke vraag naar opvoeden groter dan ooit. Pedagogiek wil een
antwoord formuleren op vragen in de opvoeding omdat daar nu een nood aan is + 2) men heeft in de loop
vd geschiedenis het eigene en unieke vh kind ontdekt en kregen kinderen recent ook eigen rechten. 1.4.1
De maatschappelijke vraag
Ouders willen dat kinderen gelukkig worden, goede baan krijgen en presteren op hoge niveauvele mogelijkheden om dit
te bereiken Vergeleken met vroeger is er meer info verkrijgbaar over opvoeden, maar dit betekent niet dat onzekerheid v
ouders is verdwenen en dat opvoeding nu vlekkeloos verloopt  door vele info die ouders kunnen raadplegen is
onzekerheid groter dan ooit Vanuit deze onzekerheid is nood naar opvoedingsdeskundigen groter dan ooit.
1.4.2 De geschiedenis van het kind
Lange tijd geen aandacht besteed aan geschiedenis vh kind 1960: verandering toen Philippe Ariès boek
‘L’Enfant et la vie familiale sous l’ancien régime’ schreef  betekent niet dat er pas dan over kinderen en
opvoeding gedacht werd Wetenschappelijke belangstelling voor eigenheid vh kind is pas goed op gang
gekomen aan eind vd vorige eeuw (Verhulst, 2003).
Verhulst: in de oudheid al sprake v belangstelling in de ontwikkeling vh kind
 boek “De ontwikkeling vh kind”: “Dat Plato v oordeel was dat het jonge kind, dat regelmatig gewiegd werd,
later een goede atleet zou worden, toont aan dat de oude Grieken al ideeën hadden over de invloed van
omgevingsfactoren die vroeg op de kinderontwikkeling inwerken  Grieken onderkenden dat kinderen met
hun relatieve hulploosheid en angsten speciale bescherming en affectie nodig hadden” + “Zo beschrijft Plato
dat door verwenning kinderen prikkelbaar worden en snel vd wijs raken door een kleinigheid, terwijl door
het omgekeerde, namelijk een strenge tirannieke houding, kinderen futloos en slaafs worden en ongeschikt
zullen blijken voor een goed functioneren in het dagelijkse leven”.
 Kinderen moesten vooral een maatschappelijk belang dienen: “Kinderen in de oudheid werden beschouwd
als belangrijke gezinsleden met wie affectie en plezier gedeeld kon worden. Er werd daarbij ook een grote
waarde toegekend aan toekomstige belang vh kind voor de maatschappij. De opvoeding stond op de plaats
1e in dienst vd maatschappij”
Middeleeuwen: kinderen gezien als volwassenen in zakformaat en deden mee met de rest vh gezin (Ariès,)
 Gezinnen waren hele tijd met proberen te overleven en voor andere zaken was dus minder tijd (Verhulst)
 Volwassenen werden anders gezien dan nu Als man/vrouw was je in 1e plaats lid ve groep en
individualisme en zelfstandigheid waren niet aan de orde Hoe je jezelf gedroeg was afh vd groep
 Meestal alleen sprake v opvoeding in families v hogere stand  opvoeding= vooral het lerenIn lagere
kringen groeiden kinderen op dmv socialisatie. Als ze de vaardigheden v volwassenen verworven hadden,
waren ze volwassen Verder golden voor iedereen de regels vh dorp en vd kerk.

,Verlichting bracht verandering  Invloed v kerk in vraag gesteld en gebruik v eigen verstand werd belangrijker.
 ontstaan nieuwe wetenschappen die uitgingen vh verstand en logica mensen slikten niet alles meer wat
de kerk zei  kwam omdat ze steeds meer zelf gingen nadenken  ze gingen nog wel naar de kerk, maar
geloof had minder grote invloed op dagelijks leven dan tijdens middeleeuwen.
 Door Verlichting en toepassen vd boekdrukkunst werd leren voor veel meer mensen toegankelijk
o Rousseau1 : niet blij met deze ontwikkeling Door vooruitgang in kennis waren regeringen alleen maar
machtiger geworden en werden persoonlijke vrijheden kleiner Materiële vooruitgang zorgde alleen
voor jaloezie, wantrouwen en afgunst En dat terwijl de mens volgens hem juist goed geboren was zoals
de natuur goed is  kind = ‘bon sauvage’ = nobele wilde  reden waardoor mensen slecht werden, was
door ervaringen met corrupte maatschappij die zich alleen door winst en macht liet leiden en de
onbedorven natuur vernietigde.
o Rousseau schreef romans en toneelstukken enige manier om zijn overtuigingen met breed publiek te
delen  1762 roman over Emile2, jongen uit goed milieu die door huisleraar opgevoed werd. Maar de opvoeding
vd huisleraar bestond niet uit overdragen v wetenschappelijke kennis zoals gebruikelijk was. In plaats daarvan liet de
leraar Emile opgroeien in de natuur waar de jongen leerde zwemmen, tuinieren en lange wandelingen door de bossen
maakte Emile leerde respect te hebben voor al het leven. En omdat hij van nature goed geboren was,
had hij geen religie of filosofie nodig.
o Tijdgenoten niet blij met boek dat inging tegen wat zij als vooruitgang zagen Naast bijdrage die
Rousseau leverde aan tegenstelling v natuur en wetenschap, leverde hij ook bijdrage aan manier waarop
mensen tegen opvoeding aankeken Opvoeden was meer dan maar voorzien in 1e levensbehoeften en
het overdragen v kennis Net als in de natuur ontwikkelde een kind zich als het de juiste invloeden kreeg
aangeboden, bij Rousseau was dat de natuur zette de intellectuelen aan het denken wat voor andere
invloeden nog positief zouden kunnen zijn voor ontwikkeling vh kind.


18e eeuw (opkomst industriële samenleving): ontstaan andere kijk op opvoeding  Kinderen uit rijkere klassen
gingen naar school of kregen thuisonderwijs  meerderheid vd kinderen moesten echter hard meewerken in
ongezonde fabrieken. Deze kinderen moesten snel mogelijk functioneren als zelfstandig individu.
 Vrouwen- en kinderarbeid waren kenmerkend voor 19e eeuw. Omdat lonen laag waren werkte het hele gezin mee in
fabriek. Zowel lonen v kinderen als v vrouwen waren lager dan die vd mannen. Kinderen deden eentonig en soms
gevaarlijk werk. Ze werden geslagen als ze niet genoeg hun best deden  Getuigenis ve arts die wantoestanden
aanklaagde : “Toen ik arts was in ziekenhuis werden er regelmatig slachtoffers v ongelukken binnengebracht. Kinderen
kwamen met hun handen en armen tussen machines terecht. In veel gevallen werd de huid tot op het bot weggeschrapt
en kwamen de spieren bloot te liggen. Soms waren er 1 of 2 vingers afgerukt.”
 Tegelijkertijd ontstond er vanaf einde vd 18e eeuw – een soort jeugdland waarin kinderen afgeschermd
werden v alle slechte invloeden v buiten af Lea Dasberg: “Maar in ieder geval staat vast dat bepaalde
verlichte geesten omstreeks 1750 de belasting vh kind te zwaar vonden en dat veranderende economische
omstandigheden het mogelijk maakten een deel vd last vd te jonge kinderschouders af te nemen. Het kind
hoefde niet meer zo hard mee te hollen. Dat gold eerst alleen voor kinderen uit de hogere kringen, veel
later, ook voor minder goed bedeelden. Naarmate de nieuwe taakverdeling norm werd, nam het vrijstellen
v taken de vorm aan vh buitensluiten v taken en vd daarmee samenhangende leefgebieden. Kinderen en
jeugdigen moesten nu zwijgen waar grote mensen bij waren, kinderen moesten apart eten, mochten niet
vragen naar het hoe en waarom v bevelen. Uit het kind dat niet volwassen hoefde te wezen, groeide het
kind dat niet meer volwassen mocht zijn. In de plaats vd ‘volwassene in zakformaat’ kwam het ‘kind’, en
men stelde zich wel ten doel om dat kind groot te brengen, maar door het klein te houden.”
 Vanaf 2de wereldoorlog: jeugdland verdwijnt langzaam Volwassenen kregen meer moeite om kinderen af
te schermen vd (boze) buitenwereld  “Op dit ideaal ve eigen wereld voor de opgroeienden, los vd boze
volwassen wereld, had men sinds 1750 zijn best gedaan. En dan komt de grote leugendetector in de vorm
vd 2e Wereldoorlog en de grote economische malaise” die hieraan vooraf ging (Dasberg)

, Tegenwoordig veel nagedacht en geschreven over kinderen en hun opvoeding. Hieronder volgen de meest
belangrijke kenmerken/trends vd hedendaagse opvoeding.
 Geen makkelijke opgave om duidelijk te omschrijven hoe kind in huidige samenleving gezien wordt
iedereen heeft een mening over ‘het kind’ Er is veel (tegenstrijdige) info over kinderen en opvoeding
 betekent niet dat onzekerheid v ouders is verdwenen en dat opvoeding nu vlekkeloos verloopt.
Integendeel veel ouders voelen zich onzekerder dan ooit en vinden moeilijk hun weg in de veelheid aan info
en goed bedoelde adviezen.
“Nog nooit zoveel aandacht en comfort voor kinderen en zijn kinderen nog nooit zo onderwerp v
hypothesen, onderzoek, interventies of projecten v volwassenen. Ouders, leerkrachten en hulpverleners lopen
mee in draaimolen vh ‘etiket’Tijd om te ontwikkelen op zijn tempo krijgt het amper. Misschien willen we
te veel diagnoses stellen omdat we het kind te veel als ‘minivolwassene’ willen zien, waardoor we dingen
missen in dat kindMaakbaarheid vh kind lijkt onbegrensd. Misschien vragen we te veel het maximale v
kinderen, ipv het optimale Eigenheid vd kindertijd wordt onvoldoende gewaardeerd. We miskennen te
veel het kind als kind zijn en hechten te veel belang aan wat het zou moeten worden.” (Haerden)
 Streven naar het perfecte kind, legt zware verantwoordelijkheid op schouders vh kind en zijn
opvoedersTegenwoordig heel wat reactie en spreekt men meer van good enough parenting = “ouders
die zich bewust zijn v hun eigen beperkingen en weten dat ze geen volmaakte opvoeders zijn. Dit is ook niet
nodig, goed genoeg is voldoende en houdt in dat een kind kan uitgroeien tot een evenwichtige
persoonlijkheid, die opgewassen is tegen de problemen in het leven”(definitie v Bettelheim)
Accent in opvoeding ligt vaak te veel op individuele opvoedingsdoelen (gelukkig worden, je eigen talenten
ontwikkelen, je goed voelen in je vel)vaak gaan deze individuele opvoedingsdoelen ten koste vh sociale en
algemene belang “in de zin v ‘deelnemen aan de samenleving op een verantwoorde manier” (Haerden)
 Men stelt professionalisering vd gewone opvoeding vast : “Waar vroeger de volwassenen rondom deze
jongeren hen aanspraken, hen corrigeerden of bijstuurden in situaties v lastig/onacceptabel gedrag, is het
zo dat de volwassene dat vandaag nauwelijks nog rechtstreeks durft te doen en schuift hij deze
verantwoordelijkheid af op de zogenaamde ‘professionele’ instantiesWaar deze volwassenen voor staan
en wat ze belangrijk vinden, komt de jeugd op die manier niet meer te weten. Zonder die verbinding (tuss
generaties) en zonder communicatie is wederzijds respect snel zoek” (Haerden) Vandaar steeds meer
gepleit wordt voor pedagogische civil society= “samenleving waar gemeenschappelijke activiteiten v
burgers plaatsvinden rondom het grootbrengen v kinderen.”In goed functionerende pedagogische civil
society bestaat er bij burgers de bereidheid om in eigen sociale netwerken en in publieke domein de
verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden v kinderen te delen (Van Heerwaarden)
 Ouders willen het goed doe willen dat hun kind gelukkig wordt en soms proberen ze dat té hard.
“Kinderen die hierdoor te gelukkig zijn en daardoor straks slachtoffers logische paradox: net omdat we
onze kinderen verhinderen om ongelukkig te zijn, verhinderen we ze om later gelukkig te worden Als
ouders doen we er alles aan om ons kind te behoeden voor ieder gevoel v frustratie/ angst/ontgoocheling.
Met als resultaat dat ze helemaal ten onder gaan of crashen wanneer deze frustraties hen wel
overkomen in het volwassen leven.” (Haerden)
 Ouders zijn vaak té sterk betrokken op kind en geven vaak te weinig vrijheid en experimenteerruimte
fopspeengeneratie & klittenbandouders= Kinderen die teveel betutteld worden en ouders die als
klittenband aan kinderen hangen. Wnr deze groter worden en gaan studeren, keren ze vaak na studies
terug naar ‘hotel mama’. De veilige haven biedt onderdak, eten en gezelligheid = boemerangkinderen.
 Ouders moeten leren om kind geleidelijk aan los te laten. “Iemand graag zien, is iemand met rust kunnen
laten en jezelf als ouder overbodig maken. En ophouden om als ouder krampachtig vriend te willen zijn v je
zoon of dochter Er moet gezonde afstand én spanning aanwezig zijn tuss versch generaties” (Haerden)
 Kinderen groeien op met het feit dat presteren belangrijk iets is. Kansen moeten gegrepen en benut worden
Falen is iets wat voor velen als taboe wordt gezien. Keuzes maken is niet altijd gemakkelijk en sommige
kinderen kiezen dan om alles naast elkaar te doen. Niet alleen omdat dit eigenlijk verwacht wordt, maar
ook omdat ze voor zichzelf de lat hoog leggen.
Eigenwaarde wordt verleend aan wat ze
presteren. Wanneer prestaties niet zo zijn als
verwacht is het een logisch gevolg dat het
zelfvertrouwen afneemt en kinderen faalangstig
worden (Nooyen).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ilaydaipek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53340 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,16
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté