Dit word-document bevat een samenvatting met het volgende:
- Boek: Thema's maatschappijleer
- Niveau: havo 4
- Hoofdstuk: 2, rechtsstaat
- kernwoorden: rechter, straffen, politie, officieer van justitie, misdrijven
Heb je nog vragen? contact me!
Samenvatting Maatschappijleer - Hoofdstuk 3 (Nederland is veranderd).
Samenvatting Maatschappijleer - Hoofdstuk 4 (Migratie naar Nederland).
Tout pour ce livre (8)
École, étude et sujet
Lycée
HAVO
Maatschappijleer
4
Tous les documents sur ce sujet (635)
1
vérifier
Par: juliemiesen08 • 2 semaines de cela
Vendeur
S'abonner
jillherijgers
Avis reçus
Aperçu du contenu
Maatschappijleer samenvatting H2
Paragraaf 2.1
Rechtsnormen, het zijn gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Het totaal van
alle wettelijk vastgelegde regels noemen we ‘het recht’. Sommige rechtsnormen sluiten zich aan bij
normen en waarden.
Binnen het recht bestaan verschillende rechtsgebieden, met belangrijkste onderscheid het verschil
tussen publiekrecht en privaatrecht.
Publiekrecht: regelt de relatie tussen burgers en overheid. Bijv. strafrecht
Privaatrecht: regelt hoe burgers onderling met elkaar omgaan en alles wat met mensen te
maken heeft. Bijv. hoe richt je een vereniging op, maar ook huwelijk.
Rechtvaardigheid: de opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad. Soms gaan regels
in op ons rechtvaardigheidsgevoel. Als veel mensen het niet eens zijn met wettelijke regels dan komt
het recht in beweging.
In 1789 werd in Frankrijk de ‘verklaring van de Rechten van de Mens en Burger’ opgesteld, die moest
zorgen voor een rechtvaardigere en gelukkigere samenleving. Een rechtstaat is een rechtssysteem
waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van
medeburgers en overheid.
In een rechtstaat heeft de overheid twee kerntaken:
1. Rechtshandhaving: de staat moet ervoor zorgen dat we ons aan de wet houden. Dit gaat
gepaard met geweldsmonopolie, de staat heeft meer macht dan de burgers.
2. Rechtsbescherming: wetten beschermen ons tegen machtsmisbruik van de overheid.
In een autoritaire staat bepaalt één machthebber of een kleine groep wat de regels zijn. Het zijn
dictaturen zoals Noord-Korea, Turkije, Rusland en Polen.
Paragraaf 2.2:
De rechtstaat is er om burgers te beschermen tegen de macht van de overheid en ervoor te zorgen
dat burgers gelijk worden behandeld en in vrijheid kunnen leven. Hij voldoet aan 3 eisen:
1. De grondrechten zijn vastgelegd in de grond wet
2. Er is een verdeling van macht
3. Er geldt het legaliteitsbeginsel WAT IS DAT?
In de grondwet staat wat de grondrechten van de inwoners zijn en hoe de staat is ingericht.
Grondrechten zijn basisrechten die je nodig hebt om een menswaardig leven te leiden. Het worden
ook wel mensenrechten genoemd. Je kunt ze verdelen in 2 soorten:
Klassieke grondrechten: rechten die de overheid moet garanderen en die je bij de rechter
kunt afdwingen zoals vrijheid rechten
Sociale grondrechten: zoals het recht op werk en woonruimte. De overheid kan deze niet
garanderen maar moet zich er wel voor inspannen.
, Nederland heeft sinds 1798 een grondrecht. Als je de grondwet wilt aanpassen dan moet er twee
keer gestemd worden met tussendoor een verkiezing. De eerste keer is het gewoon de meerderheid
van de stemmen, en de tweede keer is het twee derde meerderheid.
De machtsverdeling gaat volgens de trias politica:
De wetgevende macht: maakt wetten waaraan de burgers zich moeten houden. De minister
komt meestal met een wetvoorstel namens de regering, het parlement geeft dan
goedkeuring of niet.
De uitvoerende macht: uitvoering van goedgekeurde wetten. Dit doet de regering.
De rechterlijke macht: doet uitspraak in conflicten en beoordeelt of iemand de wet heeft
overtreden.
De belangrijkste taak van de trias politica is dat de staatsmachten elkaar controleren. Dit noemen we
ook wel checks and balances.
Rechters hebben een bepaalde onafhankelijkheid, hiermee kunnen ze burgers beschermen als de
overheid iets doet wat in strijd is met de wet. Ook kunnen rechters niet zomaar ontslagen worden als
hun vonnis de regering niet bevalt. Ze zijn neutraal. Je kunt een wraking indienen, dan verzoek je om
de zaak door een andere rechter te laten behandelen.
De overheid heeft te maken met het legaliteitsbeginsel, volgens dit beginsel mag de overheid alleen
de vrijheid van burgers beperken als die beperkingen in wetten zijn vastgelegd. De overheid heeft een
wettelijke basis en dat geeft rechtszekerheid. Iedereen kan precies nagaan wat de overheid wel en
niet mag.
Paragraaf 2.3:
Het strafrecht gaat over opsporing en berechting van strafbare feiten. Misdrijven en overtredingen
staan in het wetboek van strafrecht.
Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten, zoals diefstal, mishandeling en moord. Het zijn
handelingen die we afkeuren en die in veel landen strafbaar zijn.
Overtredingen zijn minder ernstige strafbare feiten, zoals fietsen zonder licht, wildplassen of
vandalisme. Deze handelingen keuren we niet goed, maar we rekenen ze ook niet tot de
echte criminaliteit.
Maximale straf voor misdrijf: levenslang, voor overtreding: één jaar. Ook krijg je voor misdrijven een
strafblad. Voor overtredingen hangt dat af van het strafbare feit en de hoogte van de straf.
Criminaliteit zijn alle misdrijven die in de wet staan. Iemand die een misdrijf pleegt is dus officieel
een crimineel.
Procedure misdrijf opsporen:
1. Politie: verzamelt informatie zoekt naar sporen en hoort getuigen en slachtoffers houdt
verdachte aan legt alle gegevens vast in een proces-verhaal.
2. Officieer van justitie: heeft 3 mogelijkheden; de officieer seponeert, doet de zaak zelf of stapt
naar de rechter. Alle officieren van justitie werken voor het OM, die is onderdeel van de
rechterlijke macht.
Opsporingsbevoegdheden politie: pas als de politie een redelijk vermoeden heeft dat iemand een
wet overtreedt, mag de politie dwangmiddelen gebruiken: aanhouden, arresteren, fouilleren,
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jillherijgers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.