Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Recht in cyberspace €5,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Recht in cyberspace

 26 vues  4 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Uitgebreide en duidelijke aantekeningen van de hoorcolleges van het vak Recht in cyberspace.

Aperçu 4 sur 37  pages

  • 19 mars 2024
  • 37
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hoorcollege 1 – Recht in cyberspace

Wat is recht?
 Rechtmatigheid
 Rechtvaardigheid

Ubi societas, ibi uis
 Recht is het geheel van regels of normen dat het maatschappelijke verkeer in banen leidt en
een remedie aandraagt wanneer mensen zich niet gedragen overeenkomstig hetgeen men
van elkaar mag verwachten.

 Het doel van recht is ordening aanbrengen die leidt tot rechtvaardigheid en vrede.

Verschillen recht en moraal
 Innerlijk versus uiterlijk.
 Informele versus formele sanctionering.
o Bij recht kan het volgen van regels worden afgedwongen, denk aan boetes.
o Bij moraal gaat het meer om bijvoorbeeld de sociale druk waardoor mensen zich aan
de regels houden, maar kan het niet worden afgedwongen.

Het recht is echter meer dan…
 ‘Orders backed by threats’.
 Wetgevingsprocessen die zich volgens bepaalde procedurele regels voltrekken.
 Wat rechters doen.

Onderscheid 1: Objectief en subjectief recht
 Objectief recht = Het geheel van regels of normen dat de samenleving ordent.
 Subjectief recht = Een persoonlijke bevoegdheid op basis van het objectieve recht.

 Is het objectieve recht afhankelijk van het subjectieve recht voor zijn ontwikkeling en
voortbestaan?

 Voorbeeld: Een beroep op artikel 3 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens door
levenslanggestraften:
o ‘No one shall be subjected to torture or to inhuman or degrading treatment or
punishment.’
o Levenslange gevangenisstraf is strijdig met artikel 3, daarom is nu bij wet voorzien in
een reële mogelijkheid tot herbeoordeling na 25 jaar door het Adviescollege
Levenslanggestraften.

 Een subjectief recht dat mensen pretenderen te hebben hoeft niet per se op het objectieve
recht te zijn gebaseerd…

Onderscheid 2: Positief recht en natuurrecht
 Positief recht = Het geldende recht dat door de staat wordt uitgevaardigd en als geheel
geldend geproclameerd.
 Natuurrecht = Een niet bewust door mensen gemaakt recht, maar een recht dat van nature,
onafhankelijk van menselijke wilsbeslissingen geldt.

, o Voorbeeld: Antigone.
 Een beroep op hogere, tijdloze, ongeschreven goddelijke wetten
(rechtvaardigheid).

o Niet religieus gefundeerd natuurrecht, wordt ook wel cultuurrecht genoemd.
 Grondbeginselen die een grote waarde hebben voor een
cultuurgemeenschap.

Onderscheid 3: Publiek- en privaatrecht
Verschillen:
 Staat of individu.
 Algemeen of particulier belang.
 Gelijkwaardigheid van de partijen.
 Initiatief tot handhaving.

Onderscheid 4: Dwingend of aanvullend recht
 Dwingend recht = Regels waarvan de belanghebbenden niet mogen afwijken, zelfs al zouden
ze dat bij onderlinge overeenkomst afspreken. Vaak gaan deze over de openbare orde of
goede zeden.
 Aanvullend of regelend recht = Recht dat geldt wanneer partijen zelf niets anders zijn
overeengekomen.

Onderscheid 5: formeel en materieel recht
 Formeel recht = Procesrecht = De regeling van de procedures van het rechtsgeding.
 Materieel recht = Geboden en verboden.

 Voorbeeld artikel 350 Wetboek van Strafvorering:
o Indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349,
eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op den grondslag der telastlegging en naar
aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat
het feit door den verdachte is begaan, en, zo ja, welk strafbaar feit het bewezen
verklaarde volgens de wet oplevert: indien wordt aangenomen dat het feit bewezen
en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den
verdachte en over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald.

 Voorbeel artikel 138ab lid 1 Wetboek van Starfrecht:
o Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie
wordt, als schuldig aan computervredebreuk, gestraft hij die opzettelijk en
wederrechtelijk binnendringt in een geautomatiseerd werk of in een deel daarvan.
Van binnendringen is in ieder geval sprake indien de toegang tot het werk wordt
verworven:
a. door het doorbreken van een beveiliging,
b. door een technische ingreep,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel, of
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid.


Privaatrecht

,  Centraal staan de afspraken die mensen met elkaar maken. Contracten en verbintenissen.
o Voorbeeld: e-commerce
 Elektronische handel, waarbij overeenkomsten op afstand worden gesloten.
Hoe moeten algemene voorwaarden worden overeengekomen. Welke regels
gelden er omtrent terugbetaling en garantietermijnen?
o Voorbeeld: hosting
 Artikel 6:196 lid 4 Burgerlijk Wetboek. Degene die diensten van de
informatiemaatschappij verricht als bedoeld in artikel 15d lid 3 van boek
Boek 3, bestaande uit het op verzoek opslaan van van een ander afkomstige
informatie, is niet aansprakelijk voor de opgeslagen informatie, indien hij:
a. niet weet van de activiteit of informatie met een onrechtmatig
karakter en, in geval van een schadevergoedingsvordering, niet
redelijkerwijs behoort te weten van de activiteit of informatie met
een onrechtmatig karakter, dan wel
b. zodra hij weet of redelijkerwijs behoort te weten, prompt de
informatie verwijdert of de toegang daartoe onmogelijk maakt.

Strafrecht
 Ultimum remedium: Het wordt ingezet als er geen ander, minder ingrijpend middel kan
worden ingezet.
 In het strafrecht gaat het om normen die zo belangrijk zijn voor de samenleving dat het niet
aan de burgers wordt overgelaten of zij daarover een procedure willen voeren.
 Sanctierecht: Leedtoevoeging.

 Voorbeeld: Artikel 139b Wetboek van Strafrecht:
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot of het gebruik van
een geautomatiseerd werk belemmert door daaraan gegevens aan te bieden of toe
te zenden.
2. Indien het feit wordt gepleegd met behulp van een aanzienlijk aantal
geautomatiseerde werken die getroffen zijn door het gebruik van een middel als
bedoeld in artikel 139d, tweede lid, dat hoofdzakelijk daarvoor geschikt is gemaakt of
ontworpen, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
3. Indien het feit ernstige schade veroorzaakt, of is gepleegd tegen een
geautomatiseerd werk behorende tot de vitale infrastructuur, wordt de schuldige
gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de
vierde categorie

Staatsrecht
 Het staatrecht bevat de belangrijkste regels van de nationale ordening van het
overheidsapparaat, van de invloed van burgers daarop en van de burgerlijke rechten en
vrijheden.
o Vooral neergelegd in onze Grondwet.
o Voorbeeld: Vrijheid van geloofsovertuiging, meningsuiting, vergadering.



Bestuursrecht

,  Het bestuursrecht omvat de regels betreffende de overheidsbemoeienis met het
maatschappelijke leven.
o Voor een deel te vinden in de Algemene wet bestuursrecht.
o Ook ongeschreven algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

 Voorbeeld: Toeslagenaffaire.

Rechtsbronnen
Iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen.

Erkende bronnen in ons rechtsstelsel
1. De wet.
2. De gewoonte
3. De rechtspraak
4. Het verdrag

 Alle regels die voortvloeien uit de rechtsbronnen in juridische zin, zijn rechtsregels. Regels die
behoren tot het positieve recht.
 Positief recht (het gestelde, geldige recht): Het geheel van regels dat op een bepaald tijdstip
en binnen een bepaalde gemeenschap geldt. Ongeacht hun inhoud ofwel
rechtvaardigheidsgehalte.

De wet als bron van recht
 Wet in formele zin = Een regeling die tot stand gebracht wordt door regering en Staten-
Generaal tezamen via de grondwettelijke wetgevingsprocedure.
 Wet in materiële zin = Iedere algemene, de burgers bindende rechtsregel, uitgaande van een
overheidsorgaan, dat zijn bevoegdheid daartoe direct ontleent aan een wet in formele zin.

 Hiërarchie in de wetgeving:

1. Lex superior derogat legi inferiori (hoger voor lager).
2. Lex posterior derogat legi priori (later voor eerder).
3. Lex specialis derogat legi generali (bijzonder voor algemeen).

 De rechter kan lagere wetten die in strijd zijn met hogere wetten onverbindend verklaren.
 De rechter kan niet aan de Grondwet toetsen, om niet op de stoel van de wetgever te gaan
zitten en de machtenscheiding te waarborgen.
o Anders dan in de VS, waar het Supreme Court kan toetsen aan de constitutie en dus
veel invloed heeft.
 Voorbeeld: Verbod op abortus ongrondwettelijk verklaard, maar dit is
recentelijk teruggedraaid.

Voordelen van wettenrecht boven andere rechtsbronnen
 De wet is de enige rechtsbron en de rechter beperkt zich tot een letterlijke toepassing van de
wet.
o Principe van machtenscheiding: Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
 Rechtszekerheid, duidelijkheid, voorzienbaarheid en voorspelbaarheid.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur VHouten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

81849 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,48  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter