Samenvatting Psychological Science, 6th International Student Edition - basiskennis
Samenvatting hoofdstuk 12 Sociale psychologie
Samenvatting hoofdstuk 9 Ontwikkelingspsychologie
Tout pour ce livre (15)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Toegepaste Psychologie
Basiskennis
Tous les documents sur ce sujet (128)
Vendeur
S'abonner
ninacgw
Aperçu du contenu
Basiskennis stof periode 2
HOOFDSTUK 3
(106-116)- Genen: de erfelijkheidseenheden die de kenmerken helpen bepalen van een organisme.
Genexpressie: of een bepaalde gen aanwezig of afwezig is.
Genoom: is de hoofdblauwdruk die gedetailleerde instructies biedt voor alles, van het laten groeien
van een galblaas tot waar de neus op een gezicht wordt geplaatst.
of een cel een onderdeel van een galblaas of een neus wordt, wordt bepaald door signalen van zowel
binnen als buiten de cel. het genoom biedt de opties en de omgeving bepaalt welke optie wordt
genomen.
Chromosomen: structuren in het cellichaam die zijn opgebouwd uit DNA, segmenten van die
individuele genen omvatten.
Dominante gen: een gen dat tot expressie wordt gebracht in de nakomelingen wanneer het
aanwezig is.
Recessief gen: een gen dat alleen tot expressie wordt gebracht wanneer het wordt gekoppeld aan
een vergelijkbaar gen van de andere ouder.
Genotype: de genetische samenstelling van een organisme, bepaald op dit moment van bevruchting.
(bloedgroep& temperament)
Fenotype: waarneembare fysieke kenmerken die het gevolg zijn van zowel genetische als milieu
invloeden. (haarkleur, oogkleur, sproetjes, littekens)
Polygeen: Afwijking of kenmerk die door meerdere genen wordt bepaald.
Zygote: Eerste cel van een nieuw individu, die tijdens de bevruchting is ontstaan door samensmelting
van een eicel en een zaadcel. Een bevruchte eicel.
Man heeft 23 chromosomen met een X & Y. Een vrouw heeft 23 met X & X.
Mutatie: Een verandering in een gen. Soms wordt hierbij ook de informatie van het gen veranderd,
zodat het gen niet goed werkt. Dit kan een genetische aandoening veroorzaken.
Sikkelziekte is een genetische aandoening die de bloedstroomverwerking van zuurstof verandert. Kan
leiden tot pijn, orgaan- en botschade en bloedarmoede. Recessief gen.
Monozygotische tweeling: 1 zygote die in tweeen is gesplitst, hierom dezelfde genen delen.
tweeeiige tweeling: 2 aparte bevruchtte eicellen en hierom niet meer genetisch gelijk dan niet-
tweelingen.
Erfelijkheid: overdracht van kenmerken van ouders tot nakomelingen door genen.
Erfelijkheid: een statistische schatting van de omvang naar welke variatie in een eigenschap binnen
een populatie is te wijten aan genetica.
Lagere maten van MAO(enzym monoaminen oxidase) worden vaak gevonden in agressief gedrag.
Geeindigd op blz 114.
Document The Genetic and Evolutionary Roots of Behavior uit Gleitman (2010) :
, Drie voorwaarden voor het optreden van Darwins natuurlijke selectie: variatie tussen individuen; een
hoger percentage reproductief succes voor individuen met enkele variaties; een manier om de
succesvolle variatie van de ene generatie op de andere over te dragen.
Mensen met een lager IQ sterven volgens de natuurlijke selectie niet uit omdat intelligentie geen
deel uitmaakt van natuurlijke selectie. Sommige eigenschappen doen er niet toe als het gaat om
overleven.
H3 (blz 69-80) – Centrale zenuwstelsel (CZS) : de hersenen en het ruggenmerg, hier bevinden zich
super veel neuronen.
Perifere zenuwstelsel (PZS) : alle zenuwcellen in het lichaam die geen deel uitmaken van het centrale
zenuwstelsel. Het perifere zenuwstelsel omdat het somatische en autonome zenuwstelsel.
PZS stuurt veel verschillende informatie naar de CZS, de CZS organiseert en evalueert die informatie
en geeft vervolgens de PZS opdracht specifiek gedrag te vertonen of lichamelijke aanpassingen te
maken.
Neuronen: de basiseenheden van het zenuwstelsel; cellen die ontvangen, integreren en informatie
overdragen in het zenuwstelsel. Ze werken door elektrische impulsen communiceren met andere
neuronen door chemische signalen en vormen neurale netwerken.
Sensorische en motorische (sturen bewegingen en acties aan) neuronen werken samen om
beweging te beheersen. Een reflex is een automatische motorische reactie, voor elke reflexactie zet
een aantal neuronen sensatie eenvoudig om in actie.
Dendrieten: takachtige uitbreidingen van het neuron die informatie van andere neuronen
detecteren.
Cellichaam: de site in het neuron waar informatie van duizenden andere neuronen wordt verzameld
en geïntegreerd.
Axon: Ieder neuron heeft maar één axon. Het is de langste neuriet die vanuit het cellichaam vetrekt:
een kabel met meerdere eindvertakkingen. Een axon voert elektrische signalen vanuit het cellichaam
weg naar andere neuronen.
Zenuw is een bundel van axonen die informatie draagt tussen het brein en andere specifieke locaties
in het lichaam.
Aan het einde van een axon zitten terminal buttons: kleine knobbeltjes die chemische signalen van
het neuron afgeven in de synaps.
Synaps: de kloof tussen de terminale knoppen van een 'zendend' neuron en de dendrieten van een
'ontvangend' neuron, de plaats waar chemische communicatie plaatsvindt tussen neuronen.
Het buitenoppervlak van een neuron is een membraan, een vetbarrière die niet oplost in de waterige
omgeving binnen en buiten het neuron.
Ionenkanalen: op het membraan, deze gespecialiseerde poriën laten ionen toe elektrisch geladen
moleculen, komen negatief geladen en sommige positief geladen. door de beweging van ionen te
regelen, speelt het membraan een belangrijke rol in de communicatie tussen neuronen; het regelt de
concentratie van elektrisch geladen moleculen die de basis vormen van het elektrische neuron.
Actiepotentiaal: een golf van elektrische ontlading over het membraan van een prikkelbare cel zoals
een neuron of een spiercel.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninacgw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,65. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.