Luna Verhulst
Neuromotorische revalidatie bij
volwassenen : Theorie (Verheyden)
Algemene behandelingsprincipes
1. Introductie
Klinisch redeneren
- assess: onderzoek
o observeren van patiënt
o gebruik van gestandaardiseerde meetschalen
- interpret: interpreteren van informatie
o uitfilteren wat voor ons het belangrijkste is
o goal setting: doel zetten wat men wil bereiken
▪ zal niet meer tot normaal functioneren gebracht worden
▪ restprobleem zal behouden worden (beperkt tot extreem)
▪ patiënt zelf hierbij betrekken
- treat: behandelen van patiënt
o mobiliteit, functionaliteit, activiteit dagelijks leven
o participatieniveau verbeteren
o zelf-managment
- review: kritisch herbekijken
o met uitkomstparameters nagaan of doel bereikt is
o vragen of patiënt vindt dat doel bereikt is
2. Principes van motorisch leren voor neurorevalidatie
Intensiteit
- intensief oefenen nodig om te kunnen leren
- praktisch: laten uitvoeren van herhalingen
- aantal herhalingen hangt van patiënt af
o aangepast aan belastbaarheidsniveau van patiënt
- werken met sets
o dezelfde oefening vaker laten uitvoeren (vb. 3x 10)
o herhaling van eenzelfde oefening nodig voor vooruitgang
= dezelfde oefening mag dus
- rust ertussen
1
, Luna Verhulst
o JA ! (bv. 30 sec)
Progressie
- praktisch: oefening moeilijker maken
- aanvankelijk eerst makkelijker maken van oefening
o vaak overschatten we patiënt
o constante observatie nodig (bv. veel compensaties -> dan weet je dat het
te moeilijk is)
- te makkelijk: niet motiverend voor patiënt
- te moeilijk: ontmoedigend voor patiënt
- aantal succeservaringen in 10 herhalingen indicatie voor te makkelijk/moeilijk
o vaak streven we naar 7 à 8 succesherhalingen
o meer: te makkelijk
o minder: te moeilijk
▪ 5 à 6 keer: nog aan het leren
▪ ≤ 4 keer: kijken of progressie nog mogelijk is
Variatie
- praktisch: eenzelfde taak met andere elementen laten uitvoeren
o voorwerpen verschillen in gewicht, crushability, …
o vb. reiken arm naar beker, koffietas, flesje
▪ variatie van objecten die men tegenkomt in het dagelijks leven
- progressie vs. variatie
o progressie: moeilijker maken
o variatie: taak variëren
o grens hiertussen niet altijd even duidelijk
Doel-georiënteerd
- praktisch: patiënt naar duidelijk doel laten bewegen
o maakt duidelijk wat we willen als resultaat van beweging
o geen invloed op uitvoering van bewegen, wel resultaat
- vb. reikbeweging: met tas reikbeweging naar cirkel doen
- vb. naar voor komen in rolstoel: met neus tot voor voeten komen
Taak-gerelateerd
- praktisch: functioneel werken (ADL)
o laten uitvoeren van ADL activiteit of functionele taak
- dilemma in neurorevalidatie: selectief vs. functioneel bewegen
o beiden apart werken ze minder goed dan samen
2
, Luna Verhulst
o zelf zoeken naar goede mix !
o vaak gebruikte mix:
▪ beginnen met hele taak
▪ deelcomponent apart oefenen
▪ hele taak terug laten uitvoeren
- vb. oefenen op quadricepskracht
o selectief: leg-extensions
o taak-gerelateerd: traplopen
Feedback: deel van FAME
- praktisch: patiënt informatie geven over uitgevoerde beweging
- feedback dient constructief te zijn: niet te vaak
o vb. telkens na 10 herhalingen van taak
o ook zeggen als het goed was
- 2 belangrijke aspecten waar op gefocust kan worden
o KOP: knowledge of performance: kennis over uitvoering
▪ gelinkt aan kwaliteit van beweging
● vb. niet te veel compensaties
▪ in hoeverre is hoe patiënt bewogen heeft normaal
o KOR: knowledge of result: kennis over resultaat
o Je wil dus dat resultaat bereikt wordt (KOR), maar ook dat het goed
uitgevoerd wordt (KOP)
Enkele opmerkingen
- functionele oefening: is altijd taak-gerelateerd
- selectieve beweging: variatie is niet mogelijk
voorbeeld :
zit tot stand
- intensiteit = herhalingen (3x10 )
- progressie = lagere stoel, kleinere stoel, geen leuning, tijd
- variatie = andere stoel, zonder leuning (grijze zone met progressie)
- Doelgericht = rechtstaan, deur openen
- Taakgericht = in en uit stappen auto, zit tot stand is eigenlijk al taakgericht
- Feedback = spiegel, verbaal
3. Fotovraag
3
, Luna Verhulst
Afwijking (van het normaal bewegen)
- gerelateerd aan de beweging (bv. te weinig extensie, overdreven
evenwichtsreacties, …)
Hypothese
- mogelijke oorzaak van afwijking
- hypertonie, kracht, balans, …
Test
- moet een getal opleveren
- MRC, Ashworth, NSA, BBS
Behandeling
- oefening geven, gerelateerd aan afwijking en test
- een makkelijkere en moeilijkere variant geven
- toepassen van de andere principes
o intensiteit: vb. 3x 10 herhalingen
- ook veiligheid blijft belangrijk hierbij
ZIE VOORBEELDEN SLIDES
VOORBEELDVRAGEN EXAMEN :
Je behandelt een patiënt die graag voetbalt en dus besluit je de patiënt tegen een bal te
laten trappen. De patiënt is perfect tweevoetig en je laat de patiënt eerst met zijn rechterbeen
trappen en vervolgens met zijn linkerbeen. Welk principe van motorisch leren heb je hierdoor
gebruikt?
A. Progressie.
B. Variatie.
C. Feedback.
D. Taak-specifiekheid.
E. Ik wens deze vraag niet te beantwoorden.
Antwoord : B
Het basisprincipe ‘visuele controle’ uit het PNF concept is gelijkaardig aan welk principe van
motorisch leren?
OF
4