Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht- tentamen 8-11-24
Samenvatting Arbeidsrecht blok 3 (Recht en bedrijf)
Samenvatting Burgerlijk procesrecht blok 3 (Recht en bedrijf)
Tout pour ce livre (66)
École, étude et sujet
Hogeschool Zuyd (HZ)
HBO recht
Inleiding in het Nederlands recht (SRECHTBO/KT18)
Tous les documents sur ce sujet (4)
32
revues
Par: Ismo23 • 2 mois de cela
Par: amalseghir • 5 mois de cela
Par: schoolaccount • 1 année de cela
Par: frederiquehendriks2004 • 1 année de cela
Par: lucasbeemster • 1 année de cela
Par: karimbenariba • 1 année de cela
Par: hichammtiwi • 2 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
Nadjasiebers
Avis reçus
Aperçu du contenu
Inleiding Nederlands recht
Hoofdstuk 1
1. Inleiding
Strafrecht valt onder publiek recht omdat het OM de persoon vervolgt.
Doel van rechtsregels: Het ordenen van menselijke gedragingen en daarmee ook te
uniformeren, doordat de rechtsregels voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn.
Het zorgt voor een maatschappelijke ordening van menselijk gedrag.
Inhoud van de meeste rechtsregels: Deze vloeit voort uit algemeen aanvaarde
opvattingen over goed en kwaad en uit de behoefte aan een doelmatige ordening
van de maatschappij.
De meeste rechtsregels hebben als doel het voorschrijven van gedrag om een zekere
gerechtigheid te bevorderen. Ook speelt doelmatigheid vaak een rol.
Het recht bestaat grotendeels uit een verzameling van regels die betrekking hebben
op het handelen van mensen als leden van de samenleving en op de organisatie van
die samenleving.
De regels moeten worden gehandhaafd. Het recht kent daarom veel regels die
betrekking hebben op het stoppen en oplossen van geschillen.
De vredestichtende en vredesbewarende rol van het recht in deze samenleving heeft
twee functies.
o Het recht ordent menselijk gedrag door het stellen van regels.
o Daarnaast zorgt het recht dat die regels worden gehandhaafd door
geschilbeslechting (einde maken aan geschillen)
2. Rechtsbronnen
Onder het recht verstaan we het geheel van geldende rechtsregels.
Positief recht: Het geheel van alle rechtsregels die hier op dit moment gelden.
Rechtsregels die nog niet zijn ingevoerd en rechtsregels die zijn afgeschaft behoren
niet tot het positieve recht.
Objectief recht: De rechtsregels van het objectief recht ordenen de verhoudingen
tussen personen door aan hen bevoegdheden en verplichtingen toe te kennen. Deze
rechtsregels komen alleen tot leven als het in de regel beschreven geval zich
voordoet.
Subjectief recht: De bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel
van objectief recht ontleent.
Betekenissen:
- Een recht is een aan het objectieve recht ontleende, individuele bevoegdheid.
- Het recht zijn algemene regels.
Iedere individuele bevoegdheid die iemand jegens een ander of jegens alle
anderen kan doen gelden, moet altijd berusten op een algemene regel.
Rechtsbronnen: Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht als het
ware voortvloeit. Bij rechtsbronnen gaat het om de vorm waarin rechtsregels zich
voordoen, en niet om de inhoud van de regels.
, - De wet
- De jurisprudentie
- De gewoonte
- Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
De rechtspraak: De rechter vormt ook rechtspraak. Wanneer een rechter een
onduidelijke regel uitlegt door het maken van een nadere regel of het zelfstandig
formuleren van een nieuwe regel en andere rechters deze regel in latere geschillen
ook toepassen, is er sprake van jurisprudentie. Deze heeft dezelfde rechtskracht als
het wettelijke recht.
De gewoonte: Als de rechter tot de slotsom komt dat een bepaalde regel van
gewoonterecht bestaat, kan hij die in zijn vonnis onder woorden brengen en hem
vervolgens toepassen in het geschil.
Verdragen: Verdragen en wetgevende besluiten van volkenrechtelijke organisaties
waartoe Nederland behoord zijn steeds meer van belang. Zij behoren ook tot het
positieve recht, omdat zij in ons recht dezelfde werking hebben als gewone wetten.
3. Nationaal en internationaal recht
Soevereiniteit: Ieder land is in beginsel vrij om in zijn wetgeving te regelen wat het
nodig acht, en te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke
macht toekomen.
Dat staten naar binnen soeverein zijn, blijkt uit het feit dat de overheid in elk land in
beginsel de exclusieve bevoegdheid bezit tot wetgeving, bestuur en rechtspraak. Het
nationale recht heeft uit zichzelf alleen binnen een nationale staat rechtskracht.
Naast het nationale recht geldt binnen staten ook recht van internationale oorsprong
(internationaal recht). Het verdrag is een van de rechtsbronnen, daarom bevat het
nationale recht ook regels van internationale oorsprong.
Volkenrecht: Het deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het
verkeer tussen rechtelijke organisaties. Het volkenrecht bestaat voornamelijk uit
verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en regels van gewoonterecht.
Verdragen: Een verdrag kan worden omschreven als een schriftelijke, bindende
regeling tussen staten onderling of tussen staten en volkenrechtelijke organisaties.
Er zijn verschillende soorten verdragen, zoals verdragen tussen staten en verdragen
met verplichtingen voor de wetgevers van de aangesloten staten tot het maken of
aanpassen van wetgeving
Rechtstreekse werking: Er zijn ook verdragen die meer ingrijpen in de
soevereiniteit van de staten. Het gaat dan om verdragen die rechtsregels bevatten
die in een staat zonder tussenkomst van de wetgever rechtstreeks in het nationale
recht kunnen gelden. (Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de
mens en de fundamentele vrijheden.)
Raad van Europa: De raad van Europa is vlak na de Tweede Wereldoorlog
opgericht. In het EVRM is vastgelegd dat elk individu eigen, onvervreemdbare
rechten heeft die de staat moet respecteren: de grondrechten. De grondrechten uit
het EVRM hebben een grote invloed op de rechtsorde van de aangesloten lidstaten.
Monistisch systeem: Rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het
nationale recht zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is. Met het
monisme heeft Nederland gekozen voor een vrijwillige inperking van zijn
soevereiniteit.
,Europese Unierecht: Het geheel van rechtsregels die afkomstig zijn van de
Europese Unie wordt het Europees Unierecht of het recht van de Europese Unie
genoemd. Het bestaat uit regelingen waarbij bevoegdheden tot wetgeving, bestuur
en rechtspraak worden opgedragen aan een internationale organisatie.
Voorrangsregel: Een internationale regel of besluit heeft voorrang boven de
nationale regel. Er geldt wel de voorwaarde dat de regel of het besluit in Nederland
eenieder naar zijn inhoud kan verbinden. (Verdragsbepalingen die voor iedereen
kunnen gelden)
4. Materieel en Formeel recht
Materieel recht: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van
personen in hun onderlinge verkeer. Zij zijn op inhoud gericht. Bijvoorbeeld:
Verkeersregels, recht op studiefnanciering etc.
Formeel recht(procesrecht): Regels over de wijze van procederen bij de rechter.
- Materieel strafrecht en formeelstrafrecht (strafprocesrecht)
- Materieel bestuursrecht en formeelbestuursrecht (bestuursprocesrecht)
- Materieel privaatrecht (privaatrecht) en formeel privaatrecht (burgerlijk
procesrecht)
5. De Rechtsgebieden
5.1 Staatsrecht:
Bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn
organen en op de bevoegdheden van die organen. Ook bevat het de verhouding
van de burgers tot de Staat en de mogelijkheden die de burgers hebben om
invloed uit te oefenen op het functioneren van de diverse staatsorganen.
Grondwet: Zij bevat een beknopte, geschreven regeling met daarin een aantal
hoofdlijnen van de organisatie van onze Staat. De Nederlandse Grondwet bestaat
uit 1815 en is voor het laatst ingrijpend gewijzigd in 1983.
Grondrechten: De grondrechten berusten op de gedachte dat de mens meer is
dan alleen onderdaan van een staat en dat de overheid dat meerdere moet
accepteren. De grondrechten bieden bescherming tegen eventuele inmenging
van de staat.
- Vrijheidsrechten: Onder meer vrijheid van godsdienst, de vrijheid van
meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
- Politieke rechten: Geven de burger zeggenschap over de samenstelling van de
overheidsinstellingen. Ook behoren het kiesrecht en het recht om een
openbaar ambt te bekleden tot de politieke rechten.
- Sociale grondrechten: Deze verplichten de overheid zich in te spannen voor
het algemene welzijn (onderwijs, gezondheidszorg en sociale zekerheid)
Organieke opbouw: De belangrijkste staatsorganen worden in de grondwet
genoemd en hun bevoegdheden worden summier omschreven.
Organische wetten: Op een aantal plaatsen in de grondwet wordt aangegeven
dat over een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden gemaakt in een
wet. Een wet die een uitwerking bevat van zo’n bepaling in de Grondwet, wordt
een organieke wet genoemd.
, Gewoonterecht: Het staatsrecht bestaat ook uit een aantal regels die geleidelijk
in het parlementaire leven zijn ontwikkeld en die niet in een wettelijke regeling
zijn vastgelegd. Het gaat met name om de verhouding tussen regering en het
parlement en om de gang van zaken bij de kabinetsformatie. Het gewoonterecht
speelt een belangrijke rol bij het oplossen van eventuele conficten in de regering.
Zij moeten zich op bepaalde terreinen aan de ongeschreven regels houden.
(Motie van wantrouwen)
5.2 Het bestuursrecht: Het gaat om de juridische bestuursactiviteit van
de overheid.
Eigen rechtsgebied: Oorspronkelijk was het bestuursrecht een onderdeel van
het staatsrecht. In de loop van de tijd is een eigen rechtsgebied ontstaat met
eigen regels over het optreden van de bestuursorganen tegenover de burger en
een eigen procesrecht voor de beslechting van geschillen.
De beschikking: Een beschikking is een besluit van een bestuursorgaan dat
rechtsgevolgen vaststelt voor en individu (of rechtspersoon). Beschikkingen zijn
overheidsbesluiten die slechts gelden voor een persoon: Deze wordt in de
beschikking dan ook bij naam genoemd.
Bijvoorbeeld:
- Het verlenen van een vergunning
- Het opleggen van een belastingaanslag
- Het verstrekken van een visum
- Het toekennen van studiefnanciering
- Het verstrekken van een WW-uitkering
- Het toekennen van een diploma
- De afgifte van een rijbewijs
Omvang: Het houdt zich in hoofdlijnen bezig met de bevoegdheid van
bestuursorganen tot het maken van beschikkingen en met de vereisten die aan
een rechtsgeldige beschikking worden gesteld.
Bestuursorganen: De regering is het hoogste bestuursorgaan. Daarnaast wijzen
vele wetten andere bestuursorganen aan die in bepaalde gevallen bevoegd zijn
tot het vaststellen van beschikkingen, bijvoorbeeld: minister, gedeputeerde
staten van een provincie, het college van burgemeester en wethouders van een
gemeente, de commissaris van de Koning, het bestuur van een waterschap en
ook een andere niet tot de overheid behorende instantie of een ‘persoon of
college, met enig openbaar gezag bekleed’.
Beschikkingen zijn alleen rechtsgeldig als ze in overeenstemming zijn met de wet
en met de zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Tegen een
beschikking kan de burger bezwaar maken bij het bestuursorgaan dat de
beschikking uitvaardigde. Zo zou de burger naar de rechter kunnen. De rechter
verleent aan de burger rechtsbescherming tegen beschikkingen waarmee iets mis
is (bestuursrechter in het bestuursprocesrecht). Tegen de uitspraak van de
rechter staat hoger beroep open.
5.3 Het strafrecht:
Bedreigt bepaalde gedragingen met straf.
- Materiele strafrecht geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn, wie de dader
is en welke strafen voor het plegen van strafbare feiten kunnen worden
opgelegd. (Wetboek van Strafrecht, Wegenverkeerswet, Opiumwet, Wet
wapens en munitie)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Nadjasiebers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.