Samenvatting leerjaar 2 periode 2 dieetleer, patho, praktijk, sociale wetenschappen en voedingsleer
26 vues 1 fois vendu
Cours
Pathofysiologie
Établissement
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Samenvatting leerjaar 2 periode 2 dieetleer, pathofysiologie, praktijk, sociale wetenschappen en voedingsleer (met voedingsdeskundige analyses). De leerdoelen zijn uitgewerkt, de powerpoints zijn compleet overgenomen en alle stof is samengevat. De samenvatting kan je zo gebruiken voor de kennistoet...
,Dieetleer
Week 1
Momenteel heeft ongeveer de helft van de Nederlanders overgewicht en de prevalentie van bijna alle
hieraan gerelateerde ziektebeelden zoals cardiovasculaire aandoeningen en diabetes mellitus, blijft
stijgen. Dit betekent voor de patiënt meer ongezonde levensjaren, een lagere kwaliteit van leven en is
voor de Nederlandse overheid en belastingbetaler een enorme kostenpost. De diëtist in de wijk kan
niet alleen preventief maar ook curatief een belangrijke rol spelen bij het voorkomen dan wel
behandelen van deze ziekten. Hierin is het belangrijk dat de diëtist meer disciplines betrekt bij het
oplossen van problemen in de wijk en niet alleen cliënten behandelt. Voor het goed kunnen
voorlichten over deze veelvoorkomende ziekten leert de DIO de pathofysiologie achter deze
ziektebeelden om hierover goede uitleg aan patiënten te kunnen geven en een volwaardig
gesprekspartner van de arts of andere hulpverleners te kunnen zijn. Voedingskundig is er veel
discussie over de rol van bepaalde nutriënten bij het voorkomen dan wel behandelen van deze
ziekten, de diëtist dient hierin een goed onderbouwd standpunt te kunnen innemen. Bij sociale
wetenschappen wordt ingegaan op motivatie, omgaan met ziekten en groepsdynamiek waarmee je in
de rol van voorlichter te maken krijgt.
Leerdoelen:
- De DIO krijgt zicht op de rol van voorlichter voor de thema’s in periode 2
- De DIO vormt begin van een visie op inname van vet i.r.t. het lipidenspectrum
- De DIO kan de preventiepiramide toepassen op het thema CVRM
Hart- en vaatziekten zijn de meest voorkomende ziekten in Nederland. Het gaat bijvoorbeeld om een
hartinfarct, angina pectoris, een beroerte, hartfalen of etalagebenen. Veel hart- en vaatziekten
ontstaan doordat slagaders langzaam dichtslibben of zelfs verstopt raken.
Het proces van dichtslibben heet slagaderverkalking of atherosclerose. Slagaderverkalking is een
normaal verouderingsproces. Slagaderverkalking begint met een kleine beschadiging aan de
binnenkant van een slagader. Hierin kunnen bloedcellen en vetachtige stoffen achterblijven. Daardoor
ontstaat er een verdikking. Dit leidt tot nauwe slagaders of zelfs tot verstopping. Er kunnen ook
bloedstolsels ontstaan (trombose). Als een bloedstolsel loslaat, kan dit door de bloedstroom worden
meegevoerd en een kleiner bloedvat afsluiten. De slagaders naar het hart, de benen en de hersenen
slibben meestal het eerst dicht. Het hart, de benen of de hersenen krijgen dan te weinig of geen bloed
meer. Het gevolg is een hart of vaatziekten.
In Nederland leven meer dan één miljoen mensen die een hart- en vaatziekte (HVZ) hebben
doorgemaakt. Bij een op de drie Nederlanders die overlijden, is een HVZ de oorzaak van het
overlijden (circa 40.000 mensen per jaar). HVZ zijn deels te voorkomen of te vertragen door de
risicofactoren voor atherosclerose/ atherotrombose te behandelen. Atherosclerosevorming is een
langzaam, progressief verlopend proces, dat vaak onregelmatig verloopt en kan leiden tot een
chronische aandoening of tot een acute situatie. Het kan toevallig ontdekt worden of (nog)
onopgemerkt zijn ondanks de uitgebreide aanwezigheid ervan. Diverse cardiovasculaire ziekten
kunnen ontstaan afhankelijk van de plaats van de plaques in de slagaders. Deze ziekten kunnen zich
lokaliseren in de coronaire arteriën (angina pectoris en myocardinfarct), de arteriën naar de hersenen
(transient ischemic attack en cerebraal vasculair accident), perifere circulatie (claudicatio intermittens
en gangreen), en de renale arteriën of het vaatbed in de nieren (nierziekten) en in het netvlies.1-2.
Het risico op het krijgen van HVZ wordt door meerdere factoren bepaald. Factoren die van invloed
zijn, hebben betrekking op roken, voeding, alcoholgebruik, lichamelijke activiteit, bloeddruk,
body mass index (BMI), middelomtrek, lipidenspectrum, glucosegehalte, nierfunctie (creatinine
en geschatte glomerulaire filtratiesnelheid) en stress. Daarnaast speelt de leeftijd, geslacht,
erfelijkheid, vroegtijdig HVZ bij ouders/broers en zussen, de etniciteit en de aanwezigheid van
comorbiditeit (bijvoorbeeld diabetes, reumatoïde artritis) ook een rol.
Of het risicoprofiel wordt opgesteld bij patiënten die bekend zijn met:
- systolische bloeddruk (SBD) > 140 mmHg of gebruik van antihypertensiva;
,- een totaal cholesterol (TC) > 6,5 mmol/l of gebruik van statines;
- rokers ≥ 50 jaar;
- een belaste familieanamnese voor HVZ (ouder, broer of zus met HVZ < 65 jaar);
- chronische nierschade.
De diagnostiek naar het risico op HVZ bestaat uit:
1. anamnese (familie, roken, voeding, alcoholgebruik, lichamelijke activiteit, medische
cardiovasculaire voorgeschiedenis, medicatiegebruik);
2. lichamelijk onderzoek (lengte, gewicht, middelomtrek bij BMI rond 30 kg/m2 , bloeddrukmeting,
pols);
3. laboratorium onderzoek voor risicoschatting: nuchter glucose, TC/HDL- ratio, serumcreatinine.
Op basis van gegevens uit het risicoprofiel wordt vervolgens aan de hand van een risicotabel een
inschatting gemaakt.
de indeling in risicogroepen is:
- Laag risico (<10% risico, groene vlakken)
- Matig risico (10-20% risico, gele vlakken)
- Hoog risico (>20% risico, rode vlakken)
Cardiovasculair risicomanagement is gericht op het verminderen/stoppen en voorkomen van een
verhoogde waarde op de aanwezigheid van een risicofactor of op het stoppen of voorkomen van de
aanwezigheid van een risicofactor (bijvoorbeeld roken). Bij benadering rookt ongeveer 25 procent
van de patiënten met een verhoogd HVZ risico, heeft ongeveer 57 procent een te hoge bloeddruk,
50 procent een verhoogd totaal cholesterol, 65 procent een verhoogd LDL cholesterol, ruim 65
procent een verhoogd BMI en beweegt slechts 30 procent zich in voldoende mate.
Roken
Behandeling:
- kennis over waarom en hoe te stoppen;
- inzicht in (eigen) rookgedrag, eerdere stoppogingen en motivatie om te stoppen;
, - mogelijke barrières bij het stoppen met roken;
- concreet plan om te stoppen & vaststellen stopdatum;
- vaststellen van passende gedragsmatige ondersteuning;
- Keuze voor farmacologische hulpmiddelen (nicotinevervangers of receptmedicatie);
- omgaan met moeilijke momenten;
- mobiliseren van sociale steun;
- voorkomen van terugval (zie de Zorgmodule Stoppen met Roken op
www.partnershipstopmetroken.nl, de bijbehorende patiëntenversie op www.stoppen-met-
roken.nl en de interventies in het kwaliteitsregister ‘Stop met roken’ op
www.kwaliteitsregisterstopmetroken.nl).
Voeding
Gezonde voeding voorkomt of leidt tot uitstel van het krijgen van HVZ of van complicaties. Het is niet
bekend welk aandeel van de patiënten met een verhoogd risico op HVZ nu wel of niet voldoet aan de
richtlijnen goede voeding. Bij de voedselconsumptie in relatie tot HVZ wordt specifiek gelet op het ruim
gebruik van groenten en fruit, (vette) vis en voedingsvezels. Daarnaast moet er aandacht zijn voor de
energie-inname, vetzuursamenstelling en het verminderen van natrium in de voeding (maximaal 2400
mg per dag). Kies vooral voor producten met weinig verzadigd vet, kies zoveel mogelijk
producten met onverzadigd vet, eet twee keer per week vis, waarvan tenminste een keer vette
vis, eet elke dag tenminste 200 gram groenten en 2 stuks fruit, voeg geen zout toe aan uw eten
en kies voor minder zoute producten, drink niet teveel alcohol.
Een reductie van het lichaamsgewicht door een energiebeperkt dieet leidt tot een daling van de
bloeddruk en een verbetering van het HDL cholesterol. Een verlaging van de natriuminname leidt tot
een daling van de bloeddruk. Geschat wordt dat met een verlaging van de dagelijkse zoutinname met
één gram, de incidentie van ischemische hartziekten en beroerten jaarlijkse afneemt met in totaal 2 tot
5 duizend.22 Een beperking van de inname van verzadigd vet leidt tot een daling van het LDL
cholesterol. Vervanging van verzadigde vetzuren voor meervoudig onverzadigde vetzuren heeft een
positief effect en leidt tot een verbetering van het HDL cholesterol. Het gebruik van omega-3 vetzuren
in visolie heeft met name invloed op het sterfterisico als gevolg van acute hartdood.
Belangrijke elementen in de behandeling gericht op voeding zijn:
- kennis over gezonde voeding, ook bij specifieke HVZ aandoeningen;
- inzicht in het voedingspatroon;
- inzicht in motivatie voor het aanpassen van het voedingspatroon;
- een concreet plan voor het aanpassen voedingspatroon (incl. voorkeuren patiënt,
voorwaarden, feedback op resultaten);
- (afstemming van) aanbod van begeleiding en ondersteuning volgens de zorgmodule voeding
(stepped care) waarbij rekening gehouden wordt met comorbiditeit en de specifieke vereisten
van de HVZ aandoening (zie Zorgmodule Voeding op www.partnerschapovergewicht.nl en
www.voedingscentrum.nl).
Alcoholgebruik
1 glas alcohol per dag voor vrouwen.
2 glazen alcohol per dag voor mannen.
Een matig gebruik van alcohol heeft een beschermend effect op HVZ en heeft een gunstig effect op
het HDL cholesterol.
Lichamelijke activiteit
te weinig beweging verhoogt de kans op HVZ, er overlijden jaarlijks ruim 8000 patiënten aan HVZ ten
gevolge van onvoldoende lichamelijke activiteit. De combinatie van te weinig bewegen, met roken, te
weinig groenten en fruit en teveel alcohol verhoogt het risico op voortijdige dood met een factor 4. De
norm voor gezond bewegen is ten minste 5 dagen per week 30 minuten per dag matig intensief
inspannen: zoals fietsen, stevig wandelen, tuinieren.
Overgewicht
Meer dan de helft van de patiënten met een verhoogd risico op HVZ heeft te maken met overgewicht
of obesitas. Dit wordt gemeten met BMI 25,5 tot 29,9 heeft overgewicht en daarboven obesitas. Ook
middelomtrek speelt een rol . De streefwaarden van de middelomtrek zijn voor mannen 88 cm voor
vrouwen en >102 cm voor mannen is het risico op morbiditeit duidelijk verhoogd.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jessicavangool. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.