lOMoAR cPSD| 2079271
Samenvatting Bedrijfsfinanciën
Chapter 1 : The role and objective of Financial Management
Een financiële manager heeft de bevoegdheid om cash geld in te zamelen en deze fondsen aan te wenden voor projecten
die de waarde van de onderneming voor de eigenaars maximaliseren. We werken met de toerekeningsaanpak : een goed
kan geboekt worden als het verdiend (goederen zijn geleverd) en geconcretiseerd (vordering tot toekomstige betaling ) is.
Financial management = Managerial Finance = Corporate Finance (Bedrijfsfinanciering) = Business Finance.
Elk succes of faling hangt af van de kwaliteit van de beslissing. Een financiële manager moet 3 soorten beslissingen
nemen :
1. Investeringsbeslissingen : Zal een particuliere investering succesvol zijn ?
Vanuit een cashmatig oogpunt gaat de manager na of een investering op LT succesvol of rendabel is. Men
investeert in een vast actief bvb. Een gebouw of een nieuw productieproces. Investeren is bevoorraden. Op KT :
zouden we niet eerder in voorraad investeren ? Als men investeert, ligt de cash vast.
Een cashplanning weergeeft de trade off tussen KT en LT.
Werkkapitaal policy : beslissen of men al dan niet investeert in voorraad.
2. Financiële beslissingen : Van waar zullen de fondsen voor zo’n investering komen ?
Er zijn 2 financiële bronnen :
• Eigen vermogen (aandeelhouders)
• Vreemd vermogen (schuldeisers) : Op KT gaat men schulden aan bij leveranciers. Op LT gaat men
schulden aan bij banken door de aankoop van een vast actief.
3. Dividend beslissing : Hoe moet cash gebruikt en verdeeld worden ?
Activiteiten genereren opbrengsten die na vermindering van de kosten oftewel geïnd worden oftewel als dividend
uitgegeven worden.
Winst is verschillend van cash : winst is gebaseerd op de toerekingsaanpak. Maar dit impliceert de je evenwel op
krediet verkocht hebt, dus dat je een vordering hebt op iemand. Het kan dus best zijn dat je al je leverancier
betaald hebt maar dat je nog niets geïnd hebt van jouw klant. Je hebt een negatieve winststroom. Het is niet omdat
je winst hebt, dat je dit in cash hebt in jouw handen.
1. Rijkdom van de aandeelhouders maximaliseren
Het hoofddoel van een onderneming is niet winstmaximalisatie maar degelijk de rijkdom van haar aandeelhouders
(eigenaars van het bedrijf), dit is de marktprijs van hun aandelen, maximaliseren. Ze doen dit door de huidige waarde
(“present value”) van de toekomstige verwachte opbrengsten (“cashflows”) van de aandeelhouders te maximaliseren. De
opbrengsten bestaan uit dividenden. Alvorens het bedrijf een dividend uitgeeft, moet ze winsten hebben. Deze laatsten
worden afgebouwd door afschrijvingen (lineair of progressief) en de voorraadwaardering (FIFO, LIFO, gewogen
gemiddelde).
De voordelen van een dergelijk doel is de omvang, timing en de risico van de verwachte opbrengsten van de
aandeelhouders. Het bedrijf kan dit zelf bepalen. Ook kan de onderneming bepalen of de financiële beslissing consistent
is met dit hoofddoel. Doet de beslissing de aandelenkoers stijgen dan is dit een goede beslissing en omgekeerd.
Elk aandeelhouder kan zijn aandelen verkopen indien hij niet eens is met de omvang, timing of verbonden risico die
gesteld werden door het bedrijf.
2. Cash Flow. (P.17-19)
Het concept van cash stroom is heel belangrijk in bedrijfsfinanciering. Cash stromen zijn belangrijk want de financiële
gezondheid van de onderneming hangt af van haar capaciteit om genoeg cash te genereren om schuldeisers, werknemers,
leveranciers en eigenaars te betalen. Je kan enkel cash uitgeven.
, lOMoAR cPSD| 2079271
Cash Flow Generation Process.
Financiële managers zijn voornamelijk bezig met het samen brengen van fondsen (cash) voor gebruik door de firma en
investering in activa die kunnen omgezet worden in cash stromen die toekomen aan het bedrijf en haar eigenaars. Als de
waarde vandaag van de cash stroom die door de investering gegenereerd zal worden de kost van de investering overstijgt
dan zullen de investeringen aangegaan door de onderneming waarde toevoegen aan de firma. Wanneer financiële managers
deze hoofdrol uitvoeren, fondsen verwerven en deze investeren in “valuemaximizing” projecten, moeten ze het risico en
timing van de verwachte cash flow afwegen tegen de grootte van de verwachte opbrengsten.
- Raise funds:
Een onderneming kan op meerdere manieren cash verwerven.
1. Cash dat van het buiten komt: door eigen vermogen op te bouwen door verkoop van aandelen (= equities)aan de
eigenaars, of door vreemd vermogen op te bouwen en dus een schuld aangaan (vb.: obligaties). !! Obligaties komt
vaak terug !!
2. Cash dat van binnenin komt: cash dat gegenereerd wordt door operaties of door verkoop van activa (maar dit
laatste gebeurt niet veel).
Eenmaal cash beschikbaar is moet men beslissen wat men ermee gaat doen. Men gaat er activa mee kopen.
- Acquire assets:
1. De aankoop van de beste lange termijn activa is cruciaal, want eens ze zijn gekocht hebben ze voor lange tijd een
impact op de onderneming.
2. Working capital: dit is cash, handelsvorderingen en voorraad. Deze worden aangehouden om de werking van het
bedrijf verder te zetten. Deze brengen meestal weinig of geen opbrengst op.
Werkkapitaal = voorraad + handelsvorderingen – KT betalingen aan leveranciers.
Uiteindelijk worden alle activa omgezet in cashstromen. Gebouwen en machines genereren producten of diensten. Voorraad
wordt geleidelijk aan verkocht en genereert cash verkopen of handelsvorderingen. Cashstromen worden gegenereerd
wanneer handelsvorderingen betaald worden. Dan moet de onderneming beslissen hoeveel van de cash gebruikt zal worden
om meer activa te kopen, schuldeisers te betalen en terugverdelen aan de eigenaars.
3. Maximizing Shareholder Wealth as the Primary Goal. (P.8-9)
Het nemen van goede beslissingen kan enkel als je doelstelling van de onderneming kent. Maar wat zou de doelstelling
van een onderneming moeten zijn?
Het doel van een onderneming is om de aandeelhouderswaarde te maximaliseren = “Shareholder Wealth Maximisation” =
SWM.
, lOMoAR cPSD| 2079271
Shareholder wealth = Present value of the expected future returns to the owners (that is, shareholders) of the firm. It is
measured by the market value of the shareholders’ common stock holdings—that is, the price per share times the number
of shares outstanding.
= verdiscontering van alle toekomstige kasstromen.
Stock prices, the measure of shareholder wealth, reflect the
magnitude, timing and risk associated with future benefits expected
to be received by stockholders.
De prijs van aandelen, de maat van aandeelhouderswaarde,
weerspiegelt de grootte, timing en risico die geassocieerd is
met de toekomstige voordelen die de aandeelhouders
verwachten te krijgen.
Aandeelhouderswaarde wordt gemeten door de marktwaarde van de aandelen. Market value = marktwaarde wordt
gedefinieerd als de prijs waartegen de aandelen verhandeld worden. Dus is de totale aandeelhouderswaarde gelijk aan het
aantal aandelen × de marktwaarde per aandeel.
Winst maximaliseren is GEEN doelstelling. Waarom?
1) Het is statisch: dit betekent dat het geen tijddimensie heeft. Winst maximalisatie als doel geeft ons geen inzicht
om lange termijn en korte termijn winsten te vergelijken. Belangrijke beslissingen moeten de tijddimensie
weergeven.
2) Het is een boekhoudkundig gegeven, op papier, en het kan gemakkelijk beïnvloed worden. Door bvb.:
afschrijvingen (degressief, lineair, ..), voorraad waardering (FIFO, LIFO, GG), de levensduur van activa voor de
afschrijvingen.
3) Dit doel verschaft ook geen manier voor managers om risico te beoordelen.
4) Bovendien is winst relatief ten opzichte van het aantal aandelen → earnings per share = winst per aandeel.
Vb.: - onderneming met 10 miljoen aandelen.
- winst na belastingen: 10 miljoen $
→ EPS = 1$
- de onderneming verkoopt 1 miljoen aandelen meer. Ze gebruikt dat geld om een investering te doen die
100 000 $ per jaar opbrengt. De totale winst bedraagt dan 10,1 miljoen $.
→ EPS = 0,92$
➔ De aandeelhouders hebben het niet beter door deze handeling.
Maar de EPS maximaliseren is ook geen goed doel. Vb.:
- totale activa van een onderneming aan het begin van het jaar = 10 miljoen $
- dat is totaal gefinancierd door aandelen: 1 miljoen aandelen. (en geen schuld)
- winst na belasting = 1 miljoen $
=> Opbrengst op aandelen van 10% (1 miljoen / 10 miljoen)
=> EPS = 1$
- de onderneming beslist om de helft terug te investeren, en de andere helft uit geven in dividenden.
, lOMoAR cPSD| 2079271
- het volgende jaar heeft de onderneming 1,029 miljoen $ winst.
=> Opbrengst op aandelen van 9,8% (1,029 miljoen / 10,5 miljoen)
=> EPS = 1,029$
=> Maar uiteindelijk is de welvaart van de aandeelhouders verslechterd omdat ze
eerst een opbrengst van 10% hadden en daarna maar een van 9,8%. In essentie
hebben de managers 500 000$ van aandeelhouders’ geld geïnvesteerd om maar
een opbrengst van 5,8 % te bekomen ( 0,029 miljoen $ gedeeld door 0,5
miljoen $) Aandeelhouders zouden het beter doen door te investeren in
risicovrije staatsleningen die meer opbrengen dan 5,8%)
Voordelen van SWM als doelstelling.
1. Het beschouwt expliciet de timing en het risico van de opbrengsten die men verwacht te krijgen door aandelen te
hebben. De tijdswaarde van geld heeft veel belang. (liever iets nu dan later)
2. Het is mogelijk om te bepalen of een beslissing consistent is met de doelstelling. Als een beslissing de marktprijs
van het aandeel doet stijgen is het een goede beslissing. Als de beslissing niet doet, dan is het een slechte
beslissing.
3. Dit doel is onpersoonlijk. (uitleg boven p. 9. niet zo duidelijk wat het voordeel hier aan is)
4. Agency Relationship. (P.10-13)
Agency relationships occur when one or more individuals (principals) hire another individual (agent) to perform a service on their
behalf. In an agency relationship, principals often delegate decision-making authority to the agent. Agency relationships often lead to
agency problems and costs. Two of the most important agency relationships in finance are the relationship between stockholders
(owners) and managers and the relationship between owners and creditors.
Agency relationships komen voor wanneer principalen iemand aannemen (de agent) om iets voor hen te doen. In agency
relationships, delegeert de principaal vaak het beslissing nemen aan de agent. Agency relationships leiden vaak tot agency
problems en kosten. Twee van de belangrijkste agency relationships in financiën zijn de relatie tussen aandeelhouders en
managers en die tussen aandeelhouders en schuldeisers.
Scheiding van eigendom en leiding. De eigenaar (= principaal) delegeert aan agent
= management = agency relationship.
→ Die twee hebben niet noodzakelijk dezelfde doelstellingen = agency conflict.
Management zal zijn eigen welvaart maximaliseren en niet die van de
aandeelhouders. Zijn welvaart ligt in extralegale voordelen (firma-auto, …) en job
security.
Vb. van een beslissing die een manager zou maken voor zijn welvaart: een beslissing om een leverancier te behouden eerder
dan een nieuwe te nemen die hogere kwaliteit en/of lagere kost biedt. Waarom? Als een verandering gemaakt wordt dan zal
management van dichtbij bekeken worden maar als niks veranderd dan zal kwestie genegeerd worden.
De eigenaar weet niet wat er allemaal gebeurt ➔ controle orgaan = board of directors. Het is een intern controle
instrument.
Hoe kan je de manager motiveren om aan de eigenaar te denken?
1) hem zelf aandeelhouder te maken
2) reken hem af op de omzet die hij gerealiseerd heeft. (variabel loon)
3) extern controle-instrument = auditor, bedrijfsrevisor
4) Goedkeuring van beslissing voor uitvoering.
1, 2 en 4 gebeuren intern.