Volledige samenvatting van het vak accounting 1A uit de eerste bachelor handelswetenschappen van campus carolus Antwerpen
Professor Raf Orens
Samenvatting bevat hoofdstuk 1 t.e.m. 6 van deel 1, hoofdstuk 1 & 2 uit deel 3 en hoofdstuk 1 uit deel 4 van het handboek
Samenvatting Accounting 1
Intro
Balans = momentopname v/d werkmiddelen
Werkmiddelen = bezittingen
en financieringsbronnen. Het is de
Financieringsbronnen = geld
vermogenstoestand van de onderneming.
Activiteiten = aankoop/verkoop goederen, huur,
Resultatenrekening = registreren van kosten
personeel,…
en opbrengsten om zo winst of verlies eruit
Werkmiddelen en financieringsbronnen → BALANS
af te leiden.
Activiteiten → RESULTATENREKENING
Stakeholders = partijen die geïnteresseerd zijn in de jaarrekening van een onderneming
vb. Personeel, aandeelhouders, banken, klanten en leveranciers, overheid
Hoofdstuk 1: de balans
ACTIVA BALANS ONDERNEMING X OP 01.01.X1 PASSIVA
WERKMIDDELEN = FINANCIERINGSMIDDELEN
= BEZITTINGEN = SCHULDEN
Privépatrimonium (erfgoed) wordt strikt gescheiden van het Actief = passief
patrimonium van de zaak bij de oprichting van een bvba. Het Passief = kapitaal + schulden
eigen vermogen blijft ter beschikking maar is ook een schuld aan Kapitaal = actief - schulden
de eigenaar.
Passiva: schulden, eigen vermogen en voorzieningen Vormen de hoofdrubrieken
en uitgestelde belastingen op de
Activa: vaste en vlottende activa balans
Vaste activa: risicovol en weinig transactie Eigen vermogen: variabele vergoeding, risicovol
Immaterieel → octrooien, licenties Schulden: tijdelijke en vaste vergoeding
Materieel → gebouwen, installaties, meubilair
Financieel → aandelen
Ordeningscriterium: activa volgens liquiditeit, passiva volgens opeisbaarheid.
Naast rubrieken staan telkens rekeningnummers en rekeninggroepen (met een toelichting) → MAR
Wijzigingen in werk- en financieringsmiddelen gebeuren volgens volgende groene kader
Btw → te betalen aan leverancier → teruggevorderd A ↑ P ↑ vb. lening bank
van btw-administratie → vordering op actief zijde. A ↓ P ↓ vb. schuld afbetalen leveranciers
(Opmerking: geen vordering bij btw betaalt door gezin
= verbruiksbelasting) A ↑ A ↓ vb. klant betaalt
Voorbeeld: aankoopfactuur (AF) onderscheiden in 3
P ↑ P ↓ vb. lening omzetten in aandelen
componenten: toename bezittingen, btw-vordering en
schulden ten hoogste 1 jaar.
, Bankrekeninguittreksel (BU) i.v.m. AF → liquide middelen verminderen en schuld verdwijnt.
Boekhoudregels:
Hoofdstuk 2: de balansrekeningen
A+D P+C
A- C P- D
Rekening: debet en credit. Verzameling van alle rekeningen = grootboek
DEBET = CREDIT
Verrichtingen worden genummerd! Totaal credit > totaal debet = creditsaldo (CS)
Rekening gaan terug naar de balans en worden gesaldeerd aan debetkant
→ elk saldo verschijnt op balans (verschil tussen totalen op
de twee zijden van een rekening) Totaal debet > totaal credit = debetsaldo (DS)
aan creditkant
+ - - +
D Actiefrekening C D Passiefrekening C
BEGINBEDRAG BEGINBEDRAG
Belangrijke verschilpunten tussen balans en balansrekeningen
Balans Rekening
- Statistisch: beeld van toestand - Dynamisch: wordt gebruikt bij boeking
onderneming op bepaald ogenblik van elk document
- Betrekking op alle activa- en - Betrekking op één enkel actief- of
passivabestanddelen passiefbestanddeel
- Linkerzijde = actief, rechterzijde = - Linkerzijde = debet, rechterzijde = credit
passief - Debet = credit bij elke boeking
- Actief = passief
Hoofdstuk 3: de resultatenrekening Boekhoudregels:
2 soorten ondernemingsactiviteiten: commerciële of bedrijfsactiviteiten en
O+C K+D
financiële activiteiten
O- D K- C
Bedrijfsactiviteiten: bedrijfsopbrengsten en bedrijfskosten die beide recurrent of DEBET = CREDIT
niet-reccurent zijn (= komen regelmatig voor of zijn uitzonderlijk (vb. brand))
Bedrijfsopbrengsten → omzet, patenten, fooien, huuropbrengst, subsidies
Bedrijfskosten → personeelskost, oprichtingskost, reclame, transportkost
Financiële activiteiten kunnen ook recurrent of niet-recurrent zijn (vb. lotto winnen)
Financiële opbrengsten → dividenden, financiële korting
Financiële kosten → administratiekosten, financiële korting voor klanten
Verlies/Winst = negatief/positief verschil tussen opbrengsten en kosten.
Winst? → belasting betalen op de winst → nettowinst na belastingen
Resultaat krijgt bestemming:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentHW99. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.