Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Hoofdvragen algemene cel- en weefselleer €7,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Hoofdvragen algemene cel- en weefselleer

1 vérifier
 139 vues  1 fois vendu

Volledig uitgewerkte hoofdvragen die gegeven zijn. Samenvatting van de cursus van professor Brouns en professor Timmermans aangekochte USB behorend bij algemene cel- en weefselleer. Deze samenvatting is toegepast op de hoofdvragen.

Aperçu 2 sur 13  pages

  • Inconnu
  • 11 décembre 2018
  • 13
  • 2016/2017
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (9)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: studentua4288 • 5 année de cela

avatar-seller
kbavel
Spieren

1. Bespreek het substraat van de elektromechanische koppeling in een skeletspier
Elektro staat voor het elektrische signaalimpuls ter hoogte van een synaps. Mechanisch
staat voor het contractiemechanisme. Een zenuwcel ontvangt een prikkel waardoor de
celmembraan depolariseert en spanningsgevoelige Ca2+ kanalen open gaan. Calciuminflux
maakt dat de vesikels met neurotransmitter (acetylcholine) in het presynaptisch neuron zich
naar het membraan verplaatsen waarna ze versmelten en de neurotransmitters vrijkomen in
de synaptische spleet. Hier gaat het binden op een choline receptor (muscarinereceptor) op
het postsynaptisch membraan. Deze binding zorgt op zijn beurt weer voor een depolarisatie
van de skeletspiercelmembraan waardoor Ca2+ vrijkomt en bindt op troponine C.
Tropomyosine gaat zich verleggen waardoor myosine gaat binden op actine en er contractie
plaatsvindt. De contractie kan worden verspreid via de transversale tubuli naar de meer
mediaal gelegen myofibrillen. Deze tubuli zorgen ervoor dat een gelijktijdige contractie van
de gehele spier mogelijk is. Typisch voor de skeletspier is de motorische eindplaat.

2. Bespreek de microscopische opbouw van een skeletspiercel
Skeletspier in zijn geheel wordt omgeven door epimysium. Deze is op zijn beurt weer
opgebouwd uit verschillende spierbundels die omgeven worden door perimysium. Deze
bundels bestaan uit spiervezels die omgeven worden door endomysium. Elke spiervezel
bestaat uit de myofilamenten actine en myosine en zijn georganiseerd in sarcomeren. Dit zijn
dikke en dunne filamenten die mooi gerangschikt liggen en zo een dwarsstreping
veroorzaken. Een sarcomeer is als volgt opgebouwd: Z-lijn (donker lijntje in lichte I-band)
waarna een halve I-band die enkel uit actinefilamenten bestaat. Hele A-band die zowel uit
actine als myosinefilamenten bestaat. Hierin bevindt zich de H-band (lichtere zone waar
enkel myosinefilamenten zitten) waar weer een M-lijn in zit (donker lijntje in H-band waar 2
myosinefilamenten gekoppeld worden). Een halve I-band en vervolgens weer een Z-lijn.
Myosine bestaat uit 2 peptidehelices (licht en zwaar meromyosine) en actine bevat troponine
en tropomyosine. Troponine bestaat uit 3 subunits  TnT (bindt aan tropomyosine), TnI
(verhindert interactie troponine-myosine) en TnC (bindt Ca2+) en tropomyosine bestaat uit
alfa helix van 2 peptideketens. Een skeletspiercel ontstaat door fusie van meerdere
myoblasten met als gevolg dat de uiteindelijke skeletspiercel meerdere wandstandige kernen
bevat. Ook bevat het goed ontwikkeld RER/SER, GA en mitochondriën.

3. Bespreek de microscopische opbouw van een spierspoel
Spierspoelen zijn langgerekte structuren die voorkomen in skeletspieren en omgeven
worden door BW kapsel. In de gevormde holte liggen extrafusale spiervezels, ofwel echte
spiervezels, en intrafusale spiervezels, ofwel gemodificeerde spiervezels. Er zijn 2 types
intrafusale vezels. Kernzakvezels zijn dunne vezels over hele lengte spierspoel met 1-2
kernen die een beetje centraal zijn uitgezakt. Kernkettingvezels zijn nog dunnere vezels over
hele lengte spierspoel met meerdere kernen in het midden op een rijtje. De spierspoel zorgt
voor bescherming van de spier bij plotseling uitrekking door de spierspanning in de
intrafusale vezels te meten.

4. Bespreek de microscopische opbouw (zowel LM als EM) van een gladde spiercel
Een gladde spiercel heeft een diameter van 5-10 micrometer, de lengte verschilt per orgaan.
Ze zijn voornamelijk gelegen in de wand van inwendige organen en capillairen. Het zijn
spoelvormige cellen met 1 centraal gelegen kern. Aan beide kernpolen liggen veel
mitochondriën. De cel heeft een matig ontwikkeld RER en GA. Naast intermembranaire
filamenten (desmine en vimentine) bevat het ook alpha actinine ter hoogte van de dense
bodies waarmee ze verbonden zijn. De gladde spiercel bevat ook actine en
myosinefilamenten maar er is geen dwarsstreping zichtbaar omdat deze niet mooi
georganiseerd zijn in een sarcomeer maar verbonden zijn met de dense bodies. Ook
ontbreek myoglobine waardoor ze een witte kleur hebben. In de LM zijn ze zichtbaar als een
kurketrekkervorm.

, 5. Bespreek de ultrastructuur van een hartspiercel
Ze kunnen in grootte verschillen en ontstaan 1-kernige myoblastcellen die niet fuseren. De
uiteindelijke hartspiercel bevat dus 1 centraal gelegen kern. Bovendien zijn ze niet met
elkaar versmolten maar wel verbonden via een intercalaire schijf die als een trapvormig lijntje
zichtbaar is en bèta catenine als verankeringseiwit bevatten. De cel is opgebouwd uit actine
en myosinefilamenten en veroorzaken een dwarsstreping die wel minder regelmatig is als bij
een skeletspiercel. Rond de kern komen geen myofibrillen voor waar een duidelijk myofibril
vrij plasma te zien is. Wel zijn er veel mitochondriën aanwezig en is er een redelijk goed
ontwikkeld RER en GA. Aan de celmembraan komen t-tubuli voor die eerder diaden dan
triaden vormen ter hoogte van de Z-lijn.

6. Bespreek de histologische verschillen en gelijkenissen tussen een hartspiercel en
een skeletspiercel

Hartspier Skeletspier
- Lengte in orde micrometer - Lengte in orde cm
- Dun - Dik
- Centraal 1 kern - Wandstandig meerdere kernen
- Matig ontwikkeld RER en GA. Veel - Goed ontwikkeld RER en GA. Kleiner
mitochondriën en myofibril vrij plasma en minder mitochondriën
rond kern
- Onwillekeurige controle - Willekeurige controle
- Diaden: t-tubulus geflankeerd door terminale - Triaden: t-tubulus geflankeerd door 2
cysterne van SER, ligt op Z-lijn terminale cysternen van SER, ligt op
overgang A naar I-band

Beiden dwarsstreping zichtbaar en georganiseerd in sarcomeren. Daarnaast ontstaan ze
beiden uit myoblastcellen en zijn ze volledig omgeven door lamina basalis.

Zenuwen

1. Bespreek de microscopische opbouw van een zenuwcel (zowel LM als EM)
- Zenuwcellichaam = perikaryon of soma
Stofwisselingscentrum van het neuron en dus bevat het alle onderdelen die nodig zijn
voor de eiwitsynthese (grote kern met fijn verdeeld chromatine, sterk ontwikkeld RER en
GA, veel vrije polyribosomen en mitochondriën). Ook bevat het cellichaam lipofuscine,
ofwel verouderingspigment, en veel microtubuli en neurofilamenten die zorgen voor
stevigheid. Het oppervlak is bedekt door synaptische uitlopers van neuronen en
steuncellen.
- Dendriet
Meerdere uitlopers van het cellichaam die meestal in de buurt blijven van het perikaryon
met als functie het ontvangen van stimuli van andere cellen. Ze zijn sterk vertakt
waardoor een sterke vergroting van het receptoroppervlak isnen worden daarom ook
weleens de dendrietenboom genoemd. Het oppervlak is bedekt met spina of gemmulae,
wat knobbelvormige uitsteeksel zijn die de plaatsen van synaptisch contact vormen. De
diameter van een dendriet is vaak groter dan die van een axon en ze zijn nooit
gemyeliniseerd! De overgang met cellichaam is niet duidelijk, er zijn veel organellen
aanwezig behalve het GA.
- Axon
1 lange cilindervormige uitloper van het cellichaam. Het geeft stimuli door aan andere
cellen (efferent). Een axon vertrekt vanuit de axonheuvel, een trechtervormige heuvel in
perikaryon waar weinig organellen aanwezig zijn. Het distale uiteinde is vertakt en wordt
ook wel het telodendron genoemd, ofwel eindboompje. Deze eindigen ieder weer met
een bouton, ofwel eindknopje waar signaaoverdracht plaatsvindt via synapsen.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kbavel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

62890 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  1x  vendu
  • (1)
  Ajouter