Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 18. De voortplanting €6,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Hoofdstuk 18. De voortplanting

 47 vues  1 fois vendu

Samenvatting van de lessen van professor Bols. Volledig gemaakt met belangrijke figuren en grafieken.

Aperçu 4 sur 32  pages

  • 11 décembre 2018
  • 32
  • 2017/2018
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (33)
avatar-seller
kbavel
Hoofdstuk 18. De voortplanting

Belangrijke aspecten
Reproductie = basis levensproces
- Leeftijd niet perse een belangrijke factor, eerder body condition!  opslaan reserves
maakt dat lichaam signaal geeft dat het klaar is om voort te planten
o Tegenwoordig bereiken meisjes sneller een meer volwassen lichaamsgewicht en
hebben ze sneller genoeg reserves waardoor puberteit vroeger plaatsvind

Seksuele reproductie
- Herschikking genetisch materiaal  recombinatie van genetica beide ouders
o Mutaties mogelijk waardoor genereren nieuwe kenmerken
- Aanpassingen aan omgevingsfactoren
- Grote gelijkenissen in hormonale controle reproductie tussen zoogdieren en vogels 
anatomische grote verschillen!

Gameten  fusie vormt nieuw individu
- Gevormd in gonaden vanuit stamcellen door gespecialiseerde celdeling = meiose
o Iedere dochtercel ontvangt 1 chromosoom van elk paar van de oudercel  gebeurd
op willekeurige wijze
o Uitwisseling genetisch materiaal tussen chromosomen
Grote variabiliteit genetisch materiaal in verschillende gameten gevormd in één individu!
Variatie blijft gegarandeerd en is belangrijk voor adaptatie!
Klonen = aseksueel voortplantingsproces waarbij nakomeling perfect genetische kopie is
- Kern van somatische cel in eicel steken waardoor eicel volledige set chromosomen krijgt
en zich dus kan gaan ontwikkelen

Sex-chromosomen
- Bepaalt anatomische structuur van voortplantingsorganen en voortplantingsgedrag
- Genen determineren differentiatie gonaden in vroege foetale ontwikkeling 
testikels/ovaria
Gonaden hebben 2 functies
1. Productie en stockage gameten  genetische informatie
2. Productie sex hormonen  ontwikkeling gonaden en seksuele functies
Endocriene omgeving van zich ontwikkelende vroege vrucht is zeer belangrijk!

Mannelijk dier
- Mannelijke gameten = spermatozoa  worden vanaf puberteit geproduceerd uit
stamcellen die voortdurend delen
o Sertoli cellen = steuncellen voor bevoorrading differentiatie
o Dagelijkse productie in tubuli seminiferi met stockage in epididymis
o Bij copulatie via vas deferens naar urethra
- Ejaculatie stuwt spermatozoa doorheen urethra waar bijmenging van secreten uit
accessoire geslachtsklieren gebeurd
- Algemene term mannelijke sex hormonen = androgenen  testosteron belangrijkste!
o Geproduceerd door Leydigcellen = interstitiële cellen tussen tubuli seminiferi
o Stimuleert productie spermatozoa, ontwikkeling typische karakteristieken en libido
o Heeft anabool effect door skeletgroei en musculatuur (eiwitaanmaak)

Vrouwelijk dier
- Vrouwelijge gameten = oöcyten  stamcellen differentiëren tijdens foetale ontwikkeling
tot primordiale follikels en later primaire follikels met epitheliale cellaag aan buitenkant

, o Puberteit start cyclische activiteit in ovaria met periodes van bereidheid tot paren =
oestrus waarbij primaire follikels zich ontwikkelen in folliculaire fase
o Enkelen resulteren in rijpe follikels die omvormen tot ovulatoire follikels
- Reserve is eindig dus als er iets met ovaria gebeurd waardoor ze beschadigd raken geeft
dat problemen
- Ovulatie = barsten ovulatoire follikel waarbij eicel vrijkomt uit ovarium en via oviduct naar
uterus getransporteerd wordt
o Eén bij vrouw, merrie en koe
o Meerdere bij teef en zeug  multipaar = meerdere nakomelingen per worp dus
meerdere eicellen en meerdere ovulaties
Vaak meer ovulaties dan aantal nakomelingen omdat niet iedere eicel wordt bevrucht en
ook niet iedere bevruchte eicel zal gaan ontwikkelen
- Fertilisatie gebeurd in eileider!

Follikel
1. Voor ovulatie = folliculaire fase
Cellen in wand rijpende follikels produceren vrouwelijke sex hormonen oestrogenen 
deze induceren oestrus en veroorzaken veranderingen in reproductieve organen
2. Na ovulatie = luteale fase
Epitheliale follikelcellen uit lege follikel bouwen om tot endocriene klier = corpus luteum
 produceert progesteron wat nodig is voor behoud dracht (zwangerschapshormoon) en
wisselende hoeveelheden oestrogenen/oxytoxine
Voorbeeld van positieve feedback! Productie hormonen stopt niet vanwege negatieve
feedback maar omdat op het moment van ovulatie de follikel weg is en dus de structuur die
het hormoon moet produceren er niet meer is!

Ovariële ritme varieert volgens species  2 grote groepen
- Seksueel actief gedurende gehele jaar = continue kweker
o Oestrale cyclus gaat over van ene in andere (vrouw, koe en zeug)
o Koe goed studiemodel voor vrouw tot pre-implantatie (vasthechten embryo)
- Seksuele activiteit beperkt tot bepaalde periode van het jaar = seizoenskweker
o Geregeld door externe factoren zoals daglengte, voedselvoorziening en seizoen
o Teef: vooral bij honden die dicht bij de natuur staan en buiten leven
o Merrie: als dagen gaan lengen (voorjaar)
o Ooi: als dagen verkorten (najaar)
o Poes: geïnduceerde ovulator  ovulatie bij dekking

Veranderingen in ovariële secretie van oestrogenen en progesteron doet cyclische
veranderingen in weefsels van vrouwelijke geslachtsapparaat teweeg brengen
- Oestrus = productie oestrogeen bereikt piek
o Toename mucusproductie in cervixklieren  treedt soms naar buiten
- Luteale fase = productie progesteron bereikt piek
o Toename secretie uterusklieren  bevat nutriënten gebruikt door zygoten
Wanneer eicel ovuleert gaat lichaam er vanuit dat deze bevrucht wordt en uterus zal zich dus
voorbereiden om embryo te ontvangen. Bij mens heel duidelijk, bij andere HD minder!

Als er geen bevruchting plaatsvind ondergaat CL involutie = luteolyse  productie
progesteron valt weg waardoor nieuwe cyclus kan beginnen
- Nieuwe folliculaire golf komt tot ontwikkeling bij continue kwekers
Dracht en partus
- Bevruchte eicel deelt in eileider op weg naar uterus  in uterus gaat embryo zich
vasthechten aan baarmoederwand
- Placenta = contactorgaan wat ontwikkeld tijdens dracht

, o Staat in voor hormoonproductie en voeding foetus
o Foetus ontwikkeld in amnionvocht omgeven door foetale membranen
- Duidelijke verschillen in drachtduur maar patroon foetale ontwikkeling steeds gelijk
o Eerste derde  organogenese
o Vanaf eerste derde  foetale rijping en groei
Snelste groei op eind dracht wat problemen gaat geven als vrouw over tijd gaat want foetus
zal abnormaal groot zijn
- Foetus bepaalt wanneer geboren gaat worden door productie hormonale signalen die
partus in gang zetten  ritmische uterus contracties bedongen door oxytocine die foetus
tegen cervix duwen. Bij voldoende dilatatie uitdrijving van foetus en foetale membranen!
Uierontwikkeling vooral tijdens laatste deel dracht. Melkproductie rond partus pas op gang.
Lactatie inhibeert rijping en ovulatie = anoestrus. Na spenen zal melkproductie dalen en
melkklier involueren waardoor nieuwe oestrus kan optreden.

Regeling gonadale activiteit
- Hormonen hypofyse voorkwab
o FSH = stimuleert maturatie geslachtscellen in testikels en ovaria
o LH = stimuleert productie en secretie testosteron en oestrogenen/progesteron
Gonadotrope hormonen voor stimulatie groei en ontwikkeling gonaden
- Hormoon gesecreteerd door neuro-endocriene cellen in hypothalamus
o Beïnvloedt door andere CZS hormonen en concentratie sex hormoon in bloed
 Concentratie oestrogenen in bloed
 Concentratie testosteron en progesteron in bloed  verhinderen GnRH secretie
 Prikkels uit omgeving (seizoenskwekers) en mechanoreceptoren (bespringen)
o GnRH = stimuleert secretie FSH en LH
 Via portaal systeem naar hypofyse voorkwab
 Vrijstelling kan niet apart geregeld worden  toch invloed door ontwikkelende
follikels die inhibine secreteren en FSH secretie verhinderen
Hoe meer follikels groeien en ontwikkelen, hoe meer inhibine geproduceerd
wordt. Follikels gaan eigen groei dus remmen wat belangrijk is in
selectieprocedure welke verder gaat ontwikkelen
 10 AZ dus eenvoudige structuur en korte t1/2 dus 2x per dag inspuiten
Negatieve feedback loop op hypothalamus!

GnRH producerende neuronen in 2 gebieden ter hoogte van hypothalamus
1. Tonisch centrum = bij beiden sexen actief
- Basale GnRH secretie  regelmatige vrijzetting in korte pulsen voor langere periode
- Voor puberteit lage secretie
2. Piek centrum of pre-ovulatoire centrum = enkel bij vrouwelijke geslacht actief
- Kleine hoeveelheden GnRH bij hoge conc oestrogenen in bloed (positieve feedback)
- Net voor ovulatie GnRH piek met daarop volgend een corresponderende piek in LH
secretie die ovulatie stimuleert = pre-ovulatoire LH piek
FSH geeft ook een piekje, maar veel minder uitgesproken dan LH piek.

Drachtige dieren verliezen cycliciteit!  koe kan toch meespelen met koeien die tochtig zijn
terwijl ze drachtig is
- Progesteron legt blok op alle activiteit FSH en LH  onder blok kan toch een beetje
folliculaire activiteit zijn en dus een beetje oestrogenen waardoor ze wel tochtig worden
- Surge centre wordt niet gestimuleerd om ovulatie te induceren  zullen dus niet ovuleren
maar wel tochtig worden!

Ontwikkeling geslachtskenmerken
- Foetale ontwikkeling bij relatief hoge conc progesteron en oestrogenen

, - Genen op Y-chromosoom regelen ontwikkeling gonaden naar mannelijk fenotype =
testes determinerende factor
o Sex hormonen geproduceerd in gonaden regelen ontwikkeling reproductieve organen
o Ontwikkeling mannelijke karakteristieken enkel als testis testosteron produceren +
signaalmoleculen die niet door vrouwelijke individuen aangemaakt worden


Piek centrum
- Ondergaat geen involutie bij vrouwelijke individuen ondanks aanwezigheid oestrogenen
 oestradiol in bloed gebonden aan α-foetoproteïne waardoor niet door bloedhersen
barrière kan
- Ondergaat wel involutie bij mannelijke individuen  LH gaat echter niet verdwijnen maar
het zullen niet zulke grote pieken zijn (stimulatie Leydigcellen)
Vrouwelijke foeti behandelen met testosteron kan leiden tot mannelijke gedragspatronen!

Puberteit = periode waarin seksuele activiteit begint en mogelijkheid tot voortplanten bestaat
- Vrouwelijke individuen  begint als ovulatie heeft plaatsgevonden
o In theorie en praktijk geslachtsrijp
- Mannelijke individuen  begint als eerste spermatozoa gevormd worden in testis
o In theorie wel geslachtsrijp, in praktijk niet want niet gelijk een ejaculatie
- Verschil tussen species en rassen door genetische karakteristieken
o Honden en katten: 6-12 maanden
o Schapen en geiten: 6-8 maanden
o Rund: 8-12 maanden
o Paard: 12-18 maanden
Vermijden dat dier te jong drachtig raakt omdat groei ook stopt!
Sexhormonen stimuleren ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken en zorgen voor libido
Tussen geboorte en puberteit produceert hypothalamus slechts kleine hoeveelheden GnRH
waardoor FSH en LH in prepuberale periode zeer laag is en dus ook lage groei gonaden en
gametenproductie.

Groei geslachtsorganen
1. Isometrisch groeipatroon = parallel met groei rest lichaam tot aan puberteit
2. Allometrisch groeipatroon = snellere groei dan rest lichaam vanaf puberteit door sex
hormonen

Reproductie bij mannelijk dier = produceren en overbrengen spermatozoa naar vrouwelijke
geslachtstractus
- Uitwendige genitalia = penis en scrotum met daarin testis (gonaden)
- Feromonen zorgen voor communicatie tussen verschillende sexen en zijn species
specifiek  uitscheiding in urine, speeksel en huidklieren
- Spermatozoa gevormd in microtubuli in testis  sex hormonen in Leydig cellen tussen
microtubuli
- Maturatie en stockage in epididymis  transport naar urethra waarbij bijmenging
secreties accessoire geslachtsklieren (liggen inwendig in bekkenholte)
o Bevatten nutriënten en zorgen voor alkalisch milieu wat overleving bevordert
o Urethra zowel transport sperma als urine maar nooit tegelijkertijd!
- Coïtus = manier waarop spermatozoa zo dicht mogelijk bij eicellen gebracht worden
o Copulatie zorgt voor overdracht grote aantallen spermatozoa  meeste passeren
uitwendige genitaliën niet eens

Klinische relevantie koorts

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kbavel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté