Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Hoofdstuk 14. De spijsvertering €6,49
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Hoofdstuk 14. De spijsvertering

 49 vues  1 fois vendu

Samenvatting van de lessen van Lies Jordaens (in opdracht van professor Leroy). Compleet gemaakt met belangrijke figuren.

Aperçu 3 sur 27  pages

  • 11 décembre 2018
  • 27
  • 2017/2018
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (33)
avatar-seller
kbavel
Hoofdstuk 14. De spijsvertering

SVS werkt los van andere systemen in lichaam  neemt alles op, los van behoefte
Bestaat uit holle buis omgeven door klieren
Duidelijk onderscheid tussen ruminanten en niet-ruminanten gebaseerd op dieetverschillen
- Carnivoren
o Predatoren  veel vet, bloed en spieren
o Dieet met hoge energie-inhoud wat makkelijk verteerbaar is
o Kort en eenvoudig SVS met grote maaginhoud
o Vlugge maaltijden met grote tijdsperioden ertussen  snel energieverbruik
- Omnivoren
o Flexibele voedselkeuze  groen, fruit en dierlijke producten
o SVS bevat veel variatie
- Herbivoren
o Planteneters  weinig vet, veel KHD
o Dieet met lage energie-inhoud wat slecht verteerbaar is
o Divertikels met micro-organismen in SVS
o Fermentatie dus tijdrovend  constant energieverbruik
Herkauwers hebben voormagensysteem waarin fermentatie plaatsvind  grassen en andere
onverteerbare zaken opnemen en omzetten in nutriënten
- Cellulose kan door Ru wel opgenomen worden vanwege verschil in glycosidische binding
(α en β)
Fermentatie bij paard juist achter de maag in caecum

Verschillende soorten herbivoren
- Browsers (konijnen, herten)
o Blad en knopeters
o Makkelijk verteerbare plantendelen  zeer selectief
- Grazers (paarden, koeien, schapen)
o Gras en vezeleters
o Slecht verteerbaar voedsel  fermentatie
- Intermediate (geiten)
o Eetgedrag afhankelijk van seizoensgebonden beschikbaarheid (combinatie)

Algemeenheden verteringsproces
Mechanisch deel vertering
- Fijnmalen voedsel  makkelijker slikken en groter oppervlak voor inwerking enzymes
- Bewegingen voormagen, maag en darmen  mengen voedsel waardoor betere
enzymale inwerking en absorptie
- Voortbeweging
o Mond en oesophagus: snel transport, geen vertering
o Rumen: lange verblijfsduur, fermentatie
o Dikke darm: lange verblijfsduur, H2O absorptie en microbiële fermentatie
- Spieren
o Dwarsgestreept: aars, kauw en slikspieren
o Glad: overige

Enzym secretie
- Klieren monden uit in SVS  gebieden met specifieke pH en ionaire samenstelling
- Mucusproducerende cellen (behalve in voormagen)
o Bevorderen slikbeweging en beschermen epitheel
- Enzymproductie in darmwandepitheelcellen + klieren  lever, pancreas en speekselklier
- Reabsoprtie van secreet na activiteit  recirculatie

,Enzymatische afbraak organische voedingsstoffen
- Afbraak KHD, vet en eiwit  enzymen verbreken specifieke chemische verbindingen
o Ieder compartiment doet een deel
- Bouwstenen gelijk aan organisme moeten beschermd worden tegen autodigestie!

Absorptie uit SVS
- Vanuit lumen van SVS naar bloed en lymfe
o Klein deel passief = diffusie
o Groot deel actief = energie-afhankelijke mechanismen
- Onverteerd materiaal geëlimineerd via faeces
o Bij herbivoren > carnivoren
Alles wat wordt aangeboden, gaat zo veel mogelijk opgenomen worden  max. opname

Wand SVS  opgebouwd uit 4 lagen
Eerste laag= mucosa
- Epitheellaag – BW – spierlaag (doorstromen lumen)
o Turnover 2-3 dagen zodat cellen niet snel aangetast worden door bacteriën  afweer
 Kankerceltherapie: patiënten vaak last van maag-darmstelsel omdat ook deze
sneldelende cellen aangetast worden
o Luminale zijde bevat tight junctions  darmbarrière
o Cellen met specifieke functies: secretie, absoprtie en mucus en hormoonproductie 
minder wrijving met andere organen tijdens uitzetten maag-darmstelsel
- Sterk geplooid waardoor maximale absorptiecapaciteit
Tweede laag = submucosa (BW)
- Neurale plexus!
Derde laag = musculatuur
- Binnenste circulaire laag  vernauwen lumen
- Buitenste longitudinale laag  verkorting en verwijden lumen
- Neurale plexus tussen spierlagen!
Vierde laag = serosa (behalve in pens)
Buitenzijde darm is peritoneum  pariëtaal en visceraal blad

Regeling functie SVS
Voedingstoestand van weinig belang voor verloop verteringsprocessen!
- Alles wat bruikbaar is, wordt opgenomen!
- Veel regulatorische mechanismen in SVS zelf gegenereerd  enorm veel neuronen
aanwezig die autonoom kunnen reageren via sensoren
o Uitrekking wand, verandering [voedingsstoffen] en [degradatieproducten], pH
o Enige orgaansysteem met eigen wil  zal bloed aantrekken na eten m.a.g.
postprandiale depressie (concentratieverlies na eten)

Stimulatie sensoren geeft contractie gladde spiercellen
- Reactie endocriene cellen  produceren signalen richting bloed waardoor neurale plexi
gestimuleerd worden
- Reactie exocriene cellen
Ook stimulatie via olfactorische prikkels  kunnen secretie op gang brengen

Vertering geregeld via negatieve feedback
Neurale regulatie
- Korte reflexbogen: lokale plexi (zelfcontrolerende activiteit op darmniveau)
o Sensorische en motorische neuronen in wand SVS  enterisch ZS (deel van AZS)

,  Sensorische cellen: wijzigingen in darminhoud
 Motorische cellen: verbonden met target cellen
o Interneuronen  prikkels in bepaald deel kunnen effect hebben in ander deel
o Meestal stimulerend (acetylcholine), soms inhiberend (relaxatie sfincters)
- Lange reflexbogen: hogere centra betrokken (CZS)
o Zenuwuiteinden vooral in SVS, maar ook in andere zintuigen
o PS  postganglionaire vezels zijn deel van interne plexi, preganglionaire vezels in
vagus (acetlcholine: doet activiteit SVS stijgen!)
o S  postganglionaire vezels vormen synaps met zenuwcellen in interne plexi
(nordrenaline: doet activiteit SVS dalen!)
 Directe innervatie gladde spiercellen in bloedvaten en sfincters
Van grootste belang voor coördinatie tussen verschillende delen SVS  voorbereiding!

Hormonale regulatie (endocriene enzymen)
- Gastrine
o Secretie in maag door aanwezigheid peptiden en AZ  stimuleert HCl productie
- Cholecystokinine (CCK)
o Secretie in duodenum door aanwezigheid VZ en AZ  stimuleert secretie en
productie pancreas enzymen en doet galblaas contraheren
o Ook gebruikt als neurotransmitter in hersenen
- Secretine
o Secretie in duodenum door aanwezigheid H+  stimuleert HCO3- productie pancreas
- Gastric inhibitory peptide (GIP)
o Secretie in dunne darm door aanwezigheid vet, glucose en AZ  inhibeert HCl
productie en maaglediging en stimuleert insulineproductie
- Vaso-active intestinal peptide (VIP)
o Secretie in SVS door zenuwcellen

Hormonen worden gesecreteerd in bloedstroom! Van groot belang voor release van
verteringsenzymen uit pancreas en gal bestaande uit 3 fasen die in elkaar overgaan.
(grotere discontinuïteit bij Ru)
1. Cefalisch
- Veranderingen in anticipatie op maaltijd door visuele en olfactorische prikkels
- Stimulatie via PS  motorische signalen naar klier en spiercellen
- Inhibitie via S  regulatie lange reflexen
2. Gastrisch
- Veranderingen geïnitieerd in maag door maagdistensie en aanwezigheid bepaalde
peptiden
- Stimulatie via korte en lange reflexbogen + gastrine release waardoor andere
systemen geactiveerd worden
3. Intestinaal
- Veranderingen beïnvloedt door volume en inhoudsveranderingen in vooral duodenum
- Stimulatie via korte en lange reflexbogen + secretine, CCK en GIP release

Regeling eetlust
Vrij constant m.a.g. een vrij constant lichaamsgewicht  kleine wijzigingen kunnen op
termijn grote veranderingen in lichaamsgewicht teweeg brengen
- Hoeveelheid opgenomen voer wordt geregeld door hypothalamus
o Ventro-lateraal eetlustcentrum  werkt op gedrag
o Ventro-mediaal verzadigingscentrum  werkt op eetlustcentrum
 Druk doet streksensoren activeren waardoor honger gestild wordt  bij veel eten
wordt maag opgerekt en zullen streksensoren minder snel een prikkel krijgen dat
ze verzadigd zijn

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kbavel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

56326 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49  1x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté