2 EXTERN RECHT
2.1 Periodisering
De Romeinse periode:
- Oud-Romeins recht (753 v. Chr. - 250 v. Chr.): het begin
- Voor-klassiek recht (250 v. Chr. - 0): take-off
- Klassiek recht (0 - 250): hoogtepunt
- Na-klassiek recht (250 - 527): verval
- Justinianus (527 - 565): kort herstel
Na de Romeinen (West-Europa):
- Het costumier recht (476 - 1100): de gewoonte
- Het ius commune (1100 - 1800): Romeins recht + gewoonte
- De Verlichting (ca. 1800): revolutie
- Nationaal recht (1800 - vandaag): nationaal wettenrecht
- Toekomst
Bedenkingen?
1. De periodisering is gebrekkig.
- Veranderingen gebeuren steeds geleidelijk.
- Niet altijd gelijktijdig
- Het oude blijft soms voortbestaan.
2. De chronologie wijkt af van de chronologie die wij normaliter gebruiken.
3. De chronologie is West-Europees.
Rusland kent bijvoorbeeld een andere chronologie.
4. De chronologie is anders voor andere rechtstakken.
2.2 Oud-Romeinse periode (753 v. Chr. - 250 v. Chr.)
2.2.1 Geschiedenis
Volgens archeologen is Rome eigenlijk een eeuw later gesticht.
Rome is primitief. Rome is in het begin van deze periode een klein stadstaatje. Rome zal zich echter gedurende deze
periode uitbreiden. Op het einde van deze periode zal Rome reeds bestaan uit geheel Italië (zonder Noord-Italië en de
eilanden).
De maatschappij blijft echter primitief ondanks de uitbreidingen. Het gaat om een maatschappij van landbouwers. Men
kent in deze periode dus ook geen gesofisticeerd recht. Het zal vooral gaan om strafrecht en hier zullen ze gebruik
4
, Europese & Belgische privaatsrechtgeschiedenis 2018-2019
maken van spiegelstraffen. (Iemand steekt een huis in brand, hij zal als straf zelf in brand gestoken worden.) Men gelooft
bovendien nog in tovenarij.
De basiseenheid van de maatschappij is de familia. De familia is een boerenbedrijf met alles er op en er aan. (Zowel het
gezin, de slaven, het vee, de gebouwen, en zo verder maken deel uit van de familia.) Het begrip familia is dus veel ruimer
dan ons begrip familie. De familia staat onder leiding van de pater familias. Zijn macht is absoluut. (Hij mag bijvoorbeeld
zelfs zijn eigen kinderen vermoorden.) De mensen in de familie hebben zelf niets. Alles is van de pater.
2.2.2 Instellingen
Aanvankelijk heeft Rome een koning. Men spreekt van de koningstijd. De koning heeft alle macht en er is geen scheiding
der machten. De koning heeft eigen bodyguards met fasces (stokken en een bijl). (Hier kent het woord fascisme zijn
oorsprong.) In het openbaar leven is de koning dus de baas. Binnen de familia is dit de pater.
Men kent in de koningstijd drie standen.
- De patriciërs
Dit zijn de oorspronkelijke grootgrondbezitters.
- De plebejers
Dit zijn mensen die ofwel een interessant beroep uitoefenen (bv. smid) ofwel gronden bezitten en géén deel
uitmaken van de oorspronkelijke grootgrondbezitters. De patriciërs en de plebejers leven volledig apart.
- De clientes
De clientes bezitten geen grond en hebben ook geen interessant beroep. Ze staan zwak in de maatschappij. De
clientes zullen zich onder de bescherming stellen van een patriciër. De patriciër wil hier echter iets voor terug.
De clientes gaan mee met de patriciër naar buiten. De clientes zullen mensen opzij duwen voor de patriciër
zodat hij makkelijk kan passeren. Bovendien geeft dit ook een enorm prestige. Het heeft bovendien ook een
politiek belang. De clientes zullen stemmen op de patriciër die hen beschermt.
Slaven zijn geen mensen, maar dingen.
Vanaf 510 v. Chr. kent men in Rome een republiek.
Senex betekent oude man. De senaat is dus de vergadering van oude mannen. De senaat zal het zwaartepunt van de
politiek vormen.
ROME BIJ ONS
Zoals eerder vermeld zetelen er enkel oude Bij ons zetelen er ook jongere mensen in de
mannen in de Romeinse senaat. senaat.
Bij de Romeinen gaat het enkel om rijke mannen. In onze senaat zetelen er niet enkel rijke mannen.
Aanvankelijk gaat het enkel om patriciërs, later
ook plebejers en oud-magistraten. Romeins recht
zal recht zijn dat oude rijke mannen goed
uitkomt.
Men zit in de Romeinse senaat tot men sterft. Als Senatoren worden bij ons benoemd voor 5 jaar.
gevolg zal de senaat dus helemaal niet
progressief zijn.
5
, Europese & Belgische privaatsrechtgeschiedenis 2018-2019
De Romeinse senaat is in deze periode zeer Zinloos?
machtig.
Benoemd Aangewezen of gecoöpteerd
Verder had men de volksvergaderingen.
- Men had drie comitia waarin zowel patriciërs als plebejers zetelden.
- Men had het concilium plebis waarin enkel plebejers zaten.
De volksvergaderingen zijn dus de vergaderingen van het Romeinse volk. De volksvergaderingen hebben echter géén
initiatiefrecht. Bovendien kunnen zij enkel samenkomen wanneer zij bijeengeroepen worden door een magistraat. De
magistraat bepaalt de inhoud van de vergadering.
Als Rome groter wordt, zal het zeer moeilijk worden om nog samen te komen. Het belang van de volksvergaderingen
zal dan ook afnemen.
In dit Rome kende men ook magistraten. De senaat had de macht, maar kon niet alles doen. Magistraten bij de Romeinen
zijn géén rechters, het zijn verkozen overheidspersonen. Ze zijn de loopjongens van de senaat. De Romeinse magistraten
worden niet betaald. Magistraten hebben echter geld nodig voor hun verkiezingscampagnes. Opnieuw zullen het dus
enkel de rijken zijn die magistraat kunnen worden. De senaat wil de macht in handen houden en zullen dit op
verschillende manieren proberen.
- Magistraten worden steeds maar voor één jaar aangesteld.
- Elke functie wordt steeds met twee uitgeoefend. We zullen echter zien dat er hierop een uitzondering bestaat.
De magistraten kennen een carrièreverloop. Het zijn geen specialisten. Men heeft verschillende soorten magistraten.
- Priesters
Het recht zat in het begin nog in een religieuze sfeer. De functie van priester had dan ook een belang voor het
recht.
- Consuls
De consuls waren de politiek-militaire leiders. Het waren zeer belangrijke figuren in Rome. Het jaar werd
bijvoorbeeld naar hen vernoemd. Bovendien zullen de juridische bevoegdheden kort in handen zijn van de
consuls.
- Praetor
Dit is de uitzondering op de regel dat men steeds met twee was! Er was slecht één praetor. De praetor is de
belangrijkste magistraat voor het recht.
- Censor
De functie van censor werd bekleed door een oud-consul. De censor beoefend zijn functie voor 5 jaar. Hij moet
toezicht houden op de goede zeden. De censor kan in de uitoefening van zijn functie verschillende maatregelen
nemen. Hij benoemt de leden van de senaat.
- Aedielen
De aedielen zijn de magistraten die verantwoordelijk zijn voor de markt. De markt was voor de toenmalige
economie enorm belangrijk.
6
, Europese & Belgische privaatsrechtgeschiedenis 2018-2019
- Quaestor
Een quaestor was een financiële magistraat.
- Volkstribunen
De volkstribunen beschermen de plebejers tegen de patricische magistraten. Zij konden een verbod opleggen
aan deze magistraten (= VETO). Zij zijn onschendbaar en waren met tien.
2.2.3 Rechtsbronnen
In een primitieve maatschappij is er primitief recht, nl. gewoonterecht. Uitzonderlijk had men ook wetgeving.
- Wet der XII Tafelen
Aanvankelijk deden patriciërs uitspraak in juridische zaken. Hier was er sprake van machtsmisbruik t.o.v. de
plebejers. De plebejers willen hierdoor een wet. In de Wet der XII Tafelen is er vooral strafrecht opgenomen.
- Andere wetgeving
Wanneer de comitia wetten maakten, werden die LEGES genoemd. Leges gelden zowel voor patriciërs als voor
plebejers. Wanneer het concilium plebis daarentegen wetten maakten, sprak men van PLEBISCITA (deze golden
aanvankelijk enkel voor de plebjers).
Door de Lex Hortensia (287 v. Chr.) zouden de plebiscieten voortaan echter gelden als leges. Vanaf de Lex
Hortensia zijn zij dus ook bindend voor de patriciërs.
De senaat zal géén wetten maken.
Andere bronnen van recht waren minder van belang.
2.2.4 Procedure
Aanvankelijk heeft men géén procedure. In een vroegste fase is er dus sprake van eigenrichting. Later is er sprake van
een primitieve procedure. Men zal in deze primitieve procedure echter nog steeds beroep doen op godsoordelen.
Tenslotte zal men een iets betere procedure krijgen: de legis actio.
De legis actio betekent letterlijk een ritueel dat in de wet staat (of bestaat in de gewoonte). Het ritueel waarover men
spreekt zal de procedure opstarten. Het ritueel bestaat uit bepaalde handelingen, gebaren of woorden. Processen
moesten worden opgestart op de markt. De procedure is nog steeds vrij primitief. Het ritueel moet perfect zijn (sterk
formalistisch). Er wordt geen beroep meer gedaan op goden, de procedure is dus geseculariseerd. De legis actio is ENKEL
voor Romeinen. Een vreemdeling kan clientes worden van een patriciër die vervolgens voor hem proces kan voeren. Bij
de legis actio gaat men eerst naar de praetor die vervolgens doorverwijst naar de rechter.
De legis actio kent met andere woorden twee fasen: de fase voor de praetor en de fase voor de rechter. Het gaat hier
trouwens níét om een professionele rechter.
OPMERKING! De term actio zal drie verschillende betekenissen kennen naargelang de procedure.
, Europese & Belgische privaatsrechtgeschiedenis 2018-2019
2.3 Voor-klassieke periode (250 v. Chr. - 0)
2.3.1 Geschiedenis
Rome groeit en het recht groeit mee. Rome wordt een wereldrijk. Rome staat in deze periode economisch en cultureel
veel verder. De macht ligt nog steeds bij de senaat en hun loopjongens, nl. de magistraten.
2.3.2 Instellingen
De instellingen moeten worden aangepast. In Rome zelf, dat nu bestaat uit geheel Italië, zijn er heel wat meer mensen.
Dit betekent dat er ook meer mensen zullen zijn die de praetor opzoeken. Men krijgt er een tweede praetor bij.
- Praetor urbanus
De praetor voor de Romeinen.
- Praetor peregrinus
De praetor voor de vreemdelingen. De praetor peregrinus zal veel progressiever zijn.
In de nieuw veroverde gebieden zullen oud-magistraten (consul of praetor) provinciegouverneurs worden. Er is echter
geen controle over de gouverneurs, wat zal leiden tot machtsmisbruik.
De volksvergaderingen gaan achteruit. Ook de censor wordt minder belangrijk.
2.3.3 Rechtsbronnen
Gewoonterecht past minder goed bij deze maatschappij. Oude gewoonten blijven wel bestaan, maar er ontstaan geen
nieuwe.
De volksvergaderingen kunnen niet meer samenkomen. Het rijk is te groot geworden.
Het is de praetor die recht zal maken. Het begrip actio krijgt in deze periode de betekenis van rechtsmiddel. De praetor
kijkt naar de wet of de gewoonte en beslist vervolgens of hij al dan niet een actio zal toekennen. Een exceptio is een
voorwaarde bij een actio die gevraagd wordt door de tegenpartij. Soms zal de praetor zich echter niets aantrekken van
de wet of de gewoonte. Dit bijvoorbeeld wegens onbevoegdheid of omdat men een verkeerde actio vraagt. In de praktijk
zal de praetor méér actiones toekennen dan in de wet en de gewoonte. Hij zal dit doen om kiezers te winnen. De facto
maakt de praetor op deze manier dus nieuw recht.
Een positief punt aan deze manier van recht maken is dat de praetor heel flexibel kan zijn. Negatief is dat het de praetor
beslist en er dus sprake kan zijn van willekeur. Voor dit risico op willekeur heeft men echter een oplossing: een edict.
Een edict is een algemene regel van een magistraat die geldt gedurende zijn ambtstermijn. De makkelijkste manier om
een edict op te stellen is het edict van de voorganger overnemen en dit is ook wat in de praktijk zal gebeuren. De praetor
is echter níét verplicht zijn eigen edict te volgen. De waarde ervan is dus beperkt.
Als gevolg gaat men twee soorten recht hebben: het ius civile (de wet en de gewoonte) en het ius honorarium (het
magistratenrecht).
Ius civile heeft echter twee betekenissen. Men kan de term ius civile ook plaatsen tegenover de term ius gentium. Ius
civile betekent dan het recht tussen de Romeinen onderling (praetor urbanus). Het ius gentium zijn de rechten die
volgens de Romeinen bij alle volkeren gemeenschappelijk zijn. Het principe is dat je eigen recht steeds in je “bagage”
zit. Je eigen recht zal dus worden toegepast. Als er echter een conflict is tussen personen van twee verschillende
volkeren zal het ius gentium worden toegepast.
8
, Europese & Belgische privaatsrechtgeschiedenis 2018-2019
Het is de praetor peregrinus die instaat voor het ius gentium. Het ius gentium is een simpele versie van het ius civile.
Romeinen zullen vaak het ius gentium verkiezen boven het ius civile omdat het makkelijker is.
- Een conflict tussen twee Romeinen wordt berecht a.d.h.v. het ius civile.
- Een conflict tussen twee vreemdelingen van hetzelfde volk worden berecht a.d.h.v. hun eigen recht.
- Een conflict tussen twee vreemdelingen van een verschillend volk wordt berecht a.d.h.v. het ius gentium.
Men heeft dus twee verschillende soorten actiones. Enerzijds heeft men de actiones civiles en anderzijds de actiones
honorariae. De actiones honorariae kennen verschillende vormen.
- Actiones utile
De makkelijkste manier om een nieuwe actio te maken is door bepaalde woorden aan te passen. Men spreekt
hier van een actio naar analogie (actiones utile).
- Actiones ficticiae
Bij deze actio gaat men uit van een fictie. Men gaat bijvoorbeeld er van uit dat de vreemdeling geen vreemdeling
is, maar een Romein. Men gaat er met andere woorden van uit dat aan een bepaalde voorwaarde is voldaan,
waar in werkelijkheid niet aan voldaan is.
- Actiones in factum
Dit is een actio gebaseerd op een feitenrelaas/een verhaal.
De praktische gerichtheid is iets typisch Romeins.
De praetor gaat advies vragen aan juristen. Hierdoor zal het juristenrecht ontstaan. Rechtsleer in het Latijn is
“jurisprudentia”. Bij ons betekent jurisprudentie echter rechtspraak. Romeinse rechtsgeleerden zijn níét te vergelijken
met onze advocaten. Romeinse juristen worden niet betaald. Het gaat hier dus opnieuw enkel over rijke figuren. Het
resultaat is dat het recht opnieuw in het voordeel zal spelen van de rijken. Verder pleit de Romeinse jurist niet en is hij
onpartijdig. Dit in tegenstelling tot onze advocaat die wél pleit en partijdig is.
2.3.4 Procedure
De formulaprocedure komt op. De term formula betekent geschreven doorverwijzingen naar de rechter door de praetor.
De praetor gaat instructies geven. De formula is dus een soort van draaiboek van het proces.
De formula zal het eerst voorkomen bij de praetor peregrinus en in de provincies (gouverneur). Aanvankelijk werd de
formula enkel gebruikt voor vorderingen waarvoor er geen legis actio bestaat. Later gebruikt men eerst de formula en
kan men vervolgens, wanneer de formula mislukt, nog eens proberen met een legis actio. Positief aan de formula is dat
er dus geen extreem formalisme meer aan te pas komt. Een ritueel is niet meer nodig.
De formula verloopt in verschillende fasen.
- Dagvaarding
Voor het proces moet er een dagvaarding of een mededeling aan de tegenpartij plaatsvinden. Bij de Romeinen
bestond er niets zoiets als een deurwaarder, dus moest men dit zelf doen. Men kon bijvoorbeeld de tegenpartij
zelf geboeid meenemen.
9
, Europese & Belgische privaatsrechtgeschiedenis 2018-2019
- 1ste fase: IN URE
Het proces zelf bestaat uit twee fasen. In deze fase krijgt de eiser de kans om zijn verhaal te doen voor de
praetor. De praetor zal vervolgens de actio weigeren of toestaan.
De formulaprocedure is géén procedure op tegenspraak. Men spreekt met de praetor. De partijen zelf gaan
niet in gesprek.
De verweerder kan vervolgens op verschillende manieren reageren.
Verweer ten gronde
De tegenpartij ontkent de feiten of ontkent het recht van de eiser.
Exceptief verweer
De tegenpartij stelt dat het verhaal van de eiser onvolledig is. Hierop kan de eiser weer reageren met
een replicatio. Op de replicatio kan de verweerder reageren met een duplicatio.
Bekennen
Niet reageren heeft enorm zware gevolgen. De tegenpartij kon slaaf worden of al zijn goederen konden
worden verkocht.
Vervolgens zal de praetor instructies (= de formula) moeten opstellen voor de rechter. De formula is van zeer
groot belang. De litis contestatio is het akkoord gaan met de formula door de partijen. Het is m.a.w. de
vaststelling van het geding. Men gaat akkoord zodat er later geen geschil meer kan rijzen. Men gaat bovendien
ook akkoord met de aanstelling van de rechter. De rechter is een privépersoon. Tot slot gaat men ook akkoord
dat de beslissing van de rechter bindend is en men deze dus zal moeten volgen. Verder heeft de litis contestatio
ook tot gevolg dat men niet meer opnieuw proces kan voeren omtrent hetzelfde geschil (exceptio rei iudicata =
gezag van gewijsde). Non bis in idem.
- 2de fase: APUD IUDICEM
Dit is de fase voor de rechter. De praetor heeft het liefst dat de partijen zelf een rechter aanstellen. Als de
praetor zelf moet kiezen zal hij één van de senatoren kiezen. Later zal hij ook ridders kiezen. (Het begrip ridder
bij de Romeinen is niet hetzelfde als het begrip in de middeleeuwen.)
Bij de Romeinen verkiest men de gedwongen uitvoering bij equivalent (in geld). Dit in tegenstelling tot bij ons.
Er is echter één uitzondering, nl. bij actiones noxales. Bij noxale acties is er sprake van schade door een slaaf of
een kind. Men krijgt de keuze tussen betalen of uitvoering in natura. De uitvoering in natura is in dit geval de
slaaf of het kind afgeven aan de eiser.
Wanneer de tegenpartij het vonnis niet wil uitvoeren heeft de eiser de actio iudicati voor handen. Wanneer
men veroordeeld wordt op grond van een actio iudicati worden al je goederen verkocht.
10
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bibiboeba. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.