Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Relatie- en Gezinstherapie 2024: Acco Cursus + Lesnotities €7,36
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Relatie- en Gezinstherapie 2024: Acco Cursus + Lesnotities

 95 vues  2 fois vendu

Samenvatting van ACCO CURSUS Relatie- en Gezinstherapie 2024. Gebaseerd op de verplicht te kennen cursus. Extra voorbeelden en casussen in de les zijn ook toegevoegd. Duidelijk aangegeven wat uit de les en wat uit de cursus komt.

Dernier document publié: 7 mois de cela

Aperçu 10 sur 89  pages

  • 29 mars 2024
  • 7 mai 2024
  • 89
  • 2023/2024
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
PsychologieStudent1303
Relatie- en Gezinstherapie

Algemene opbouw: Ik volg de structuur van de cursus, de info uit de slides en voorbeelden uit de lessen krijgen een apart hoofdstuk of staan
tussen de delen van het boek verwerkt met een * (aka duidelijk aangegeven wat uit de les komt, aangezien dit bijzaak is, boek is de
leerstof). Aparte samenvatting van het boek ‘Samen in gezinstherapie’. Belangrijk: Prof wil eigen voorbeelden!

DEEL 0: Inleidende les + Casus-lessen
Dit is gewoon puur de 1ste, 2e en 3e les, overlapt wel deels met deel vanaf samenvatting p60

Essentie van gezinstherapie

Het gezinsgesprek – anders dan individuele therapie

- 1. Individuele therapie is ook een gesprek, maar is anders dan gezinsgesprek
 Andere leden van het gezin horen ook wat het individu vertelt
 Gezinsleden vertellen vooral tegen andere leden, niet tegen therapeut
 Niet gwn een behandeling, gezinstherapie is een gesprek – iets zeggen en hopen dat anderen luisteren
 Bv: meisje kon Euthanasie plegen, maar kwam eerst op gezinsgesprek. Moeder vertelt over trauma’s die
kinderen nog niet wisten – raakte kinderen, meisje wou toch geen zelfmoord plegen, wou ook over eigen
trauma vertellen -> heeft gezien dat je niet beoordeeld word

- 2. Selective disclosure: er worden dingen gezegd en er worden dingen niet gezegd
 Extremen zijn niet gezond: niet niks vertellen, ook niet alles vertellen
 Heel vaak in gezinnen, bots je vaak op in gezinnen
 In therapie dingen zeggen die nog nooit gezegd zijn geweest
. Via de therapeut: gezinslid vertelt tegen therapeut, deze luistert, checkt bij anderen,..

- 3. Goede alliantie met iedereen
 Kan moeilijk zijn, vaak wilt er iemand niet komen door negatieve ervaringen in het verleden
. Bv: bij praten over zelfmoord, wordt papa heel boos

- Verschillende gezinsleden vertellen hun verhalen
 Wat er is gebeurd, hoe ze het hebben beleefd,…
- De therapeut luistert naar de verschillende verhalen en probeert zo goed mogelijk te begrijpen

Gezinstherapie is niet zo verschillend van andere vormen van psychotherapie

Werkt psychotherapie?

- JA, ontegensprekelijk
- Effectsize: +/- 0.75-0.80 (cohen d)
 Ongeveer 75-79% van de behandelde personen het 1SD beter doen dat de
gemiddelde van de niet-behandelde personen
. Er is een positief effect, niet probleem 100% opgelost
. Verlucht problemen, versterkt de draagkracht, lost niet op
. Wij zijn geen loodgieters, kunnen niks beloven
 Effect size
. Psychotherapie: 0.75-0.80
. Antidepressiva: 0.40-0.60
 NNT (Numers Needed to Treat, in vergelijking met placebo)
. Psychotherapie: 3
. Antidepressive: 9 (range 5-16)
. Cardiologie (B-blokkers): 40
. Griepvaccin: 12
. Paracetamol (post-operatieve pijn): 4, 6

- Psychotherapie werkt, maar
 1. In termen van absolute efficacy: Het werkt, maar niet heel goed (effect size .80).
. Psychotherapie leidt vaak tot verbetering, maar lost zelden problemen op
 2. In termen van relative efficacy: Er is nauwelijks verschil in effectiviteit tussen de modellen
. Dodo bird verdict (geen verschillen in effectiviteit tussen modellen)
 3. Ondanks nieuwe modellen en veel onderzoek werkt psychotherapie vandaag niet beter dan 20j terug


1

, . Er is geen vooruitgang
. Is niet zo goed van ons vakgebied ☹

- Wat werkt in therapie (Lambert, gwn schatting)
 40% extra-therapeutische factoren (cliëntfactoren & context)
. Nu denken we zelf dat dit 80% is
. Therapie werkt omdat cliënt werkt
 Psychotherapie geeft groeikrachten van de C meer ruimte
 Therapie werkt beter bij iemand met een groot sociaal netwerk, hoog IQ, beter
globale psychische gezondheid
. Werkt ook bij zwakkere groepen, gwn meer sessies en minder effect misschien
 30% gemeenschappelijke factoren (alliantie)
 15% technieken
 15% hoop, verwachtingen, placebo

De therapeutische alliantie

- Therapeutische relatie (TR): een collaboratieve relatie, een partnerschap
 Anders dan bij medische beroepen: bij dokter laat je je doen, jij geeft je over. Bij psychotherapie werk je
zelf mee, en zoek je samen een oplossing

- 2 aspecten (Bordin)
 1. Consensus over doelen en taken
 2. Positieve affectieve band
. T luistert naar mij, verwerpt mij niet, geen veroordeling door diagnose
. Kenmerken van Rogers: acceptatie, empathie, respect, zorg, vertrouwen,…

- De kwaliteit van de alliantie voorspelt de outcome
 In het bijzonder wanneer de kwaliteit door de cliënt wordt beoordeeld
. C kan dit beter beoordelen dan T, T overschat vaak eigen belang en onderschat ongemak C
 Belang van flexibiliteit van de therapeut

- Therapeutische factoren (Wampold) – onderzoek (geen schatting)
 Cliëntfactoren werken voor meer dan 80%
. Probleem met effect size onderzoeken: er is nooit een therapie die niet werkt…. shady
 Overschot (andere 20%)
. Model +/- 20%
. Therapeut +/- 55%
 Verschil tussen effectieve en niet-effectieve therapeuten
 Moesten alle therapeuten even effectief zijn, zou het model veel belangrijker zijn
. Alliantie +/- 57%
 Echtheid 49% (niet T spelen, maar T zijn, echt luisteren)
 Affirmatie 56% (C sterker maken in zelfgevoel, niet alleen symptomen, ook sterktes)
 Empathie 63%
 Samenwerking 72%
 Rogers: Dit zijn noodzakelijke en voldoende factoren MAAR is geen waar: niet
voldoende, model is ook nodig

De therapeut

- Nauwelijks verschil in effectiviteit tussen modellen/protocollen
 Niet specifieke factoren zijn grootste verklaring van therapeutisch effect, maar verklaart ook niet alles
- Maar veel verschil tussen therapeuten
- Continuüm dat loopt van consistent effectieve tot consistent minder effectieve therapeuten
 Nieuwe onderzoeksvraag: wat zijn de kenmerken van effectieve therapeuten
 Niet-effectieve therapeuten – zorgen voor een grotere deterioratie-factor (mensen gaan sneller/meer
achteruit dan waar ze waren begonnen in de therapie)

De effectieve therapeut (komt ook uit de cursus!)

- 1. Facilitatieve interpersoonlijke vaardigheden (vaardigheid om een relatie aan te gaan)


2

,  Verbaal vloeiend zijn
 Vaardigheid hebben om emoties van de cliënt te lezen en er constructief mee om te gaan
 Responsief en hoopvol zijn
 Goed allianties kunnen aangaan, ook met moeilijke cliënten
 Focussen op wat cliënt als probleem ervaart
 Een warme en constructieve kijk op de cliënt hebben
. Belang van affirmatie, hoopvol werken, erkenning van inzet
. Empathie voor het lijden maar ook voor de goede dingen (bv: ben je altijd angstig? Wnnr niet?
Wat in de context kan dit verklaren en hoe krijgen we hier meer van?)
. Geeft agency: persoon kan zijn eigen goede omstandigheden creëren
 Kans dat het goed loopt, vergroot

 Vooral bij moeilijke problemen en niet-helpende cliëntfactoren
. Alleen sommige therapeuten kunnen hier helpen, een makkelijke cliënt kan iedereen
 Je hebt een basistalent, maar je kan het ook leren
. Als je niks van talent hebt, ga je ook nooit heel goed worden
. Belangrijkste is nog steeds oefenen
 Deze vaardigheden wordt geïntegreerd in de opleidingen

- 2. Op een menselijke wijze een uitleg geven aan het psychische lijden en op een geloofwaardige wijze een
behandeling aanbieden die de hoop op verandering van de client ondersteunt
 Moeten een uitleg hebben voor het probleem: hoe komt het dat dit zich voor doet
. Menselijke uitleg om dit begrijpbaar te maken
 Moeten een uitleg hebben op hoe de therapie kan helpen
. Geen paradijs voorstellen

- 3. Professioneel zichzelf in vraag durven stellen (professional self-doubt) binnen een algemene houding van rustig
zelfvertrouwen
 Kritische stem die zorgt dat je therapie beter wordt
. Geen destructieve stem, wel een innerlijke criticus die je helpt
. Zorgvuldig en mild
 “Love yourself as a person, and doubt yourself as a therapist”

- 4. De therapeut moet begrijpen hoe moeilijk therapie in praktijk is. Daarom onderzoeken wat het effect is van wat
je als therapeut doet. Feedback gericht werken!
 Belangrijker dat je vraagt naar proces (hoe beleefde je de sessie, voelde je je begrepen) dan naar de
outcome (hoe depressief voel je je nog)

- 5. De therapeut moet oefenen, oefenen, oefenen
 Feedback van anderen (C, collega, supervisor) gebruiken om jezelf aan af te toetsen

- In het algemeen: de therapeut moet flexibel zijn en zich afstemmen op de unieke cliënt
 Responsieve afstemming
 Therapeut moet een model hebben, maar moet ook klaar zijn om dit aan de kant te schuiven
. Niet hard aan vast houden, maar wel een leidraad hebben
. In momenten van twijfel, skip je model en luister naar de cliënt

Gezinstherapie is heel verschillend in vergelijking met andere vormen van psychotherapie

Belangrijkste verschil: de complexe alliantie

- Complexe alliantie
 Zoals in andere vormen van psychotherapie is de alliantie cruciaal (eig nog crucialer (62% ipv 57%)
 Maar alliantie is complexer
- Gezinstherapie als een multi-actor setting (smurfen)
 DIVERSITEIT
 Gatekeeper: iemand die de T uitnodigt in het gezin, brengt anderen mee naar therapie
 Kleine kinderen: niet verbaal, nemen wel deel aan het gesprek
. Op niveau van kind ‘praten’ (doen, opmerken,…)
 Adolescenten: komen vaak niet graag mee, laten het zien


3

, . Voel je heel duidelijk
 Vaak wil ene partner komen, andere niet
. Vaak vrouwen die starten en willen praten
. Soms willen ze beide niet praten
. Is een grote uitdaging, elk uniek geval heeft een unieke oplossing

- 1. T moet met elk van de gezinsleden een goeie alliantie hebben
 Ook met kinderen en jongeren
 Ook met aangemelde patiënt
 Ook met wie minder gemotiveerd is
 Spanning tussen spreken en niet spreken
. Willen spreken – aarzeling – willen zwijgen

- 2. T moet ook aandacht besteden aan de kwaliteit van de alliantie tussen de gezinsleden
 Vaak zijn er conflicten
. Bij praten over conflict, komt er terug spanning, in de therapie dus veel spanning
. Kunnen omgaan met escalaties (van pijn, angst, stress,…)
. In koppels: wat ze aantrekt aan elkaar, zorgt nu voor de ruzie en de irritatie
 Vaak is er een onderhuidse spanning
. Er is iets, maar durft er niet over spreken
 Vaak wordt de dynamiek tussen de gezinsleden heel tastbaar in de sessie
. Bv: conflict, vernedering, uitsluiting
 Empathisch zijn met alle leden, dan een gezamenlijke empathie
. Jij, jij, jij, jij, jullie

- 3. Visie op de problemen is verschillend tussen de gezinsleden
 Ene vindt het een probleem, andere niet
 Ene vindt dat DIT een probleem is , andere vindt dat IETS ANDERS het probleem is
 Zijn het bijna nooit eens over waar aan gewerkt moet worden, waar het probleem is

Alliantie in de RGT (vgl met individuele therapie)

- Ook in RGT is afstemming heel belangrijk, maar is complexer
- Figuur 1: individuele therapie
- Figuur 2: partnertherapie
- Figuur 3: gezinstherapie

- Willen vaak therapeut beslissingen laten maken die zij niet over kunnen kiezen, maar is niet onze taak
- Als het zo complex is, waarom dat toch met een gezin werken
 Werken met gezinnen is doorgaans niet effectiever, maar biedt wel bijzondere mogelijkheden




4

,Casus – Belang van de alliantie

- Genogram van Michelle en haar familie
 Genogram: schematische voorstelling van gezinsrelaties
 Minstens 3 generaties er op, geen regels over hoe breed of hoog genogram moet zijn
. Niet persé dat je de 3 generaties moet uitnodigen, in therapie normaal 2 generaties maar je
denkt wel in vorm van 3 relaties
. Belangrijk om kwetsbaarheid van ouders te begrijpen
 Ouders proberen vaak iets te compenseren wat zij niet hebben gehad
 Soms is dit gwn overdreven, te rigide, te streng
 Moeten ook empathisch zijn naar ouders toe
. Niet persé denken dat de ouders de oorzaak zijn van de problemen
 Is perspectief van 1 gezinslid in 1 situatie
 Ouders niet beschuldigen!

- Nieuw samengesteld gezin (2 kinderen + 1 nieuw kind)
 Biologisch ouderschap is anders dan stiefouderschap
 Je kiest voor de partner, de kinderen komen er gewoon bij

1ste sessie

- Voor er iets gezegd wordt – kijken wat er gebeurt – hoe komen ze binnen?
 Michelle: ongeïnteresseerde adolescent, duidelijk in lichaamsbeweging dat ze er niet wilt zijn
. Belangrijk om aan haar te denken, maar niet continu haar bevragen
 Stiefmama: heeft de aanmelding gedaan en ziet er heel bezorgd uit
 Ouders zitten samen, kind zit apart
. Belang van extra stoel zetten in therapie: kan je een gezinslid in plaatsen dat er niet is, stoel
kan een buffer zijn voor meer afstand, kunnen kiezen of ze verder van elkaar willen zitten
- Dingen die je opmerkt, zijn geen antwoorden ofzo, ze geven gewoon vragen die je kan stellen

- Niet ‘een team’ kiezen, je moet iedereen horen
 Iedereen heeft vooroordelen
 Ouders proberen je aan hun kant te krijgen
 Kind denkt dat je automatisch aan de kant van de ouders staat

- ‘Wat is jullie idee van het probleem’
 HET probleem is de taal van de ouders, liever ‘bezorgdheden’ gebruiken
 Probleem impliceert dat er objectief een probleem is, bepaalt door ouders
 MEERDERE bezorgdheden die kunnen verschillen van elkaar

- ‘Who wants to go first’
 Prof doet het anders: eerst kennismaken met de leden, los van de problemen
 Ouders die het een probleem vinden zullen eerst beginnen
 Vader begint, ondanks dat stiefmoeder de afspraak regelde

- Vader begint: ‘Jij werd aangeraden door de counselor’
 Proberen de T al aan hun kant te krijgen
 Leggen druk op je dat het nu goed moet doen, want ze hebben hoge verwachtingen
 Vermeldt de problemen (3 negatieve dingen)
. Gaat niet naar school, heeft slechte vrienden, ze is vijandig

- Stiefvrouw gaat verder ‘There is tension in the house’
 Zij is minder beschuldigend, steekt het niet op de dochter
 Zegt iets over haar inzet en machteloosheid (heb proberen helpen, maar hielp niet)

- Therapeut probeert contact te maken met Michelle – kijkt weg en antwoordt niet echt op de vragen

5

,  Ze maakt wel oogcontact met de therapeut – er is een opening – ‘Do you wanna talk about it’
 Zal stap voor stap vertellen, niet direct in 1x alles – zij wil er nog niet over vertellen
 ‘What about school’ – leerkrachten zijn niet aanwezig, misschien makkelijker


- ‘Ik zou niet zo kwaad zijn, als zij niet zo….’
 Stopt met haar zin, waarom?
 Angst voor reactie van ouders, machteloosheid (denkt niet dat het veel zal uitmaken)
 Dit gezinsgesprek is niet het eerste gesprek dat de leden hebben over dit thema
. Hoezo loste het gesprek toen niks op?
. Gesprek zorgt vaak voor veel emoties (boosheid, verdriet) – stoppen met gesprek

- Vanaf wanneer is het probleem opgedoken?
 Bij de geboorte van het kind? NEE dan zouden de bezorgdheden van de ouders al 2j moeten zijn, maar
ouders beginnen zich pas zorgen te maken sinds 6 maand

- ‘Mag ik wat achtergrond vragen’
 Begin met de genogram, moet niet persé nu al
 Gebruikt de informatie verzamelen om dichter te komen bij Michelle
 Ouders vinden dit poep, overdreven en tijdsverspilling
. Goed voor de alliantie: toont aan Michelle dat jij niet altijd doet wat de ouders willen
. Vindt dit oncomfortabel: had na de dood van zijn oude vrouw heel snel een nieuwe vrouw
. Man protesteert openlijk -> therapeut moet uitleggen waarom we het doen
 Bevraagt ook de familie van de vader – heeft eig niks te maken met het aanmeldprobleem
. Vader irriteert zich
. Respectvol nieuwsgierig: man zei dat hij enige kind was, maar er was een dood kind voor hem
. 2 kinderen krijgen zelfde naam van ‘David’ ~ vervangkind?
 Legt druk op deze David, moet een kopie worden van vorige David
. Enige kinderen ervaren sws meer druk
 Bv: zorg voor oudere ouder is alleen voor jou
 Je hebt al veel krediet bij de ouders, niet bij de adolescent
. Je kan het je meer prioriteren met moeilijke vragen bij de ouders
 Was de vader van de vader een alcoholieker?
. Was gestorven aan een leverziekte ~ vandaar denken aan alcohol
. Vraag dit 3x, wordt ontkent
. Vader begon met drinken omdat moeder aan het cheaten was met zijn bff
 Veel rouwprocessen
. Er was een dood van David 1, er waren ook miskramen, ex-vrouw is ook gestorven
. Ouders wouden nog kinderen, gebeurde niet – nog grotere druk op enig kind
 Spreken over familie van de stiefvrouw
. Groeide ook op in een nieuw samengesteld gezin

- Adolescent voelt zich alleen – ouders hebben haar aangemeld dus T staat sws dichter bij de ouders
 In de eerste sessie proberen om ook dichter bij Michelle te komen
 Intentie alleen is niet genoeg, is moeilijk

- Michelle lacht als T praat met vader over etnische achtergrond
 Moet je niet onmiddellijk op ingaan, gwn opmerken
 Vader is gwn WASP, moeder was Portoricaan
. M voelt zich half moeder, half vader, ook een deel van haar moederlijke roots
 M is hier blij mee, vader minder
 Krediet bij M winnen, krediet bij ouders verliezen (is oké, mag beetje)
. M lacht -> ze heeft er plezier in & is een belangrijk thema voor haar
 M lacht, dus T lacht ook mee

- Intuïtief: theorie moet zo een stuk van onszelf worden zodat we er niet meer over moeten nadenken
 Theorie is dus wel half verbonden met praktijk, praktijk is meer dan de toepassing van theorie
 In een sessie heb je geen tijd om te denken aan theorie, je moet intuïtief handelen
 ~ sport: gwn doen, niet denken


6

, - Moeder werd ziek – ze werd naar Portorico gestuurd – wouden haar beschermen (goede bedoeling)
 ‘Oma WAS daar’ -> weer een rouw, niet direct op ingaan, wel onthouden
 ‘Ze is nog in Porto Rico, maar begraven’ -> zegt dit op een bittere toon
 Hoe lang geleden stierf oma -> paar maand geleden -> begin bezorgdheden van ouders over M

- Einde sessie 1
 Dochter wil liever therapie dan straf
 Moeder wil doorgaan
 Vader wil liever stoppen – ziet het nut niet in en vindt het tijdsverspilling
. Nodigt vader wel uit om vragen te blijven stellen terwijl ze vast houdt aan haar manier van
werken & geeft uitleg
 Focus is niet de inhoud (oplossing probleem), maar de relatie (kom ik dichter?)


Sessie 2

- Wat is er gebeurd tussen de 2 sessies in het gezin?
- Vader is onmiddellijk terug kritisch tov de sessies – wil niet over verleden praten
- M doet een tshirt aan met ‘Porto Rico’ op
 Thema cultuur is belangrijk in dit gezin!

- Vrouw vertelt meer over thuis dan man – is disconnected van het gezin
 Klagen over muziek, kledij, vrienden -> kan gelinkt zijn met cultuur & identiteit
 M zelf maakt de link met cultuur, ouders zeggen gwn ‘nee, het gedrag’
. Discussie laten doorgaan, maar niet te lang – stop nooit
. Redundantie: krijgt altijd dezelfde patronen terug
 Na zorgen over vrienden van ouders – kijken hoe M erover denkt
. Ook wel zicht krijgen of er echt gevaarlijk gedrag aan de hand is (zoals ouders zeggen)
. Noemt ze ‘my people’ -> vrienden zeggen iets over identiteit
 Ouders zijn dus niet haar people volgens haar
- T probeert kritiek van de ouders te vertalen in bezorgdheid -> M neemt het niet aan


Michelle alleen (zonder ouders)

- Kijken of haar gedrag echt gevaarlijk is of niet
- Vertelt wat ze al weet van de school over M
 Counselor heeft een goede relatie met M, maar is toch bezorgd
 Zijn dus niet enkel je ouders, ook anderen
- Komen terug op hetzelfde thema van ouders die vrienden niet leuk vinden
- Weet eig niet wat er in de realiteit gebeurt, moet afgaan van wat je hoort -> moeilijk risico inschatten

- Nieuw thema: thema van grootmoeder
 Tracking: je volgt het spoort dat ze aanrijken
 Vertelt het niet aan vader want ‘hij zou het niet verstaan’
. Impliceert dat ze wel wilt/geprobeerd heeft
. Proberen als T toch geloof te installeren dat vader je meer zou verstaan dan je denkt

- Nieuw thema: mis je je moeder
 Is er iets veranderd toen je grootmoeder stierf -> had geen hevige reactie bij dood moeder maar wel bij
grootmoeder -> hypothese: dood van de grootmoeder triggerde dood van de moeder
 Toen moeder stierf was ze bij haar oma, ‘should’ve been with dad’
 Gaat vragen of je al hebt gesproken met vader
. In individuele therapie doe je dit niet – dan ga je verder op emoties
. Bij gezinstherapie doe je het wel – vader komt straks terug
 Emoties exploreren is best met papa er bij

3e sessie

- Dochter en vader zitten voor de eerste keer samen op de bank naast elkaar
- Gaat vragen aan mensen om iets te vertellen via herinneringen ‘weet je nog dat….’

7

,  Vertel eens over het moment dat je hoorde dat je moeder ziek was
 Aan kinderen NOOIT vragen wat ze voelen, gwn de herinnering
 Zo dicht mogelijk bij emoties komen terwijl de papa er ook is
 Bij emoties – geen oogcontact met T meer
 Vader probeerde kinderen te beschermen tegen ziekte van moeder
 Levendige herinneringen, veel non-verbale signalen van moment dat moeder dood was
. Komen emoties – hoe kan er nu connectie zijn met papa
. Vader kijkt naar dochter en neemt de hand
 Moment van empathie, dit is nieuw, papa staat aan mijn kant
 Correctieve emotionele ervaring

- ‘Ik voel me schuldig dat ik je niks zei over de dood van de grootmoeder’
 Bij herinnering dood van moeder & M die niet naar begrafenis mag
. Vader terug dichter bij emoties
 Gaat over grootmoeder ipv moeder
 Hoort het antwoordapparaat dat grootmoeder dood is -> weet dat ouders het weten maar het haar niet
vertellen -> BOOSHEID, gedragsproblemen begonnen

- Volgende sessie komt Julian de broer mee
 Voelt dezelfde dingen als M
 Alleen vindt Julian dat vader te snel hertrouwd is

- Na 5 sessies – therapie voor M is niet meer nodig, geen bezorgdheid meer over gedragsproblemen
 M komt niet meer
 Vader en nieuwe vrouw willen wel nog langer in therapie met 2 – zijn op veel gebotst
 Doel van de therapie verandert doorheen de therapie
. Gedragsproblemen van M oplossen -> spreken over eigen troubles


DEEL 1: RELATIE EN GEZINSTHERAPIE – EEN KENNISMAKING
Dit is de cursus. Eig gwn herhaling van deel RGT bij Interventies en Mensbeelden. Wat extra is uit de les, aangegeven met *

Gezinstherapeutische stromingen en protocols

- Ontstaan: 1950-1960 – geen ‘vader’ – in EU en VS
- Verschillende stromingen
 Contextuele: nadruk op geven en nemen tussen de generaties
 Structurele: nadruk op functioneren kerngezin en structuur
 Narratieve: nadruk op verhalen die gezinsleden vertellen en invloed van cultuur
 Andere: stratigische, Milanese, kortdurende oplossingsgerichte,…
- Evoluties qua populariteit
 Milanese & structurele school (1970-1980) -> Narratieve, postmoderne, oplossingsgerichte school ->
behandelingsprotocollen (MDFT, MST, ABFT,…)
 Effen periode minder rivaliteit, maar met recente behandelingsprotocollen terug opgeflakkerd

De complexe alliantie in de relatie- en gezinstherapie

- Kwaliteit van alliantie is voorspellend voor outcome van therapie
 Nog belangrijker dan in individuele therapie
 Met elk van de gezinsleden ene goede alliantie
 Alliantie is ook complexer: relatie tussen jij & alle gezinsleden + relatie tussen gezinsleden onderling
- Specifieke elementen voor RGT
 Herdefiniëren van lijden in relationele termen
 Betrekken van sociale context
 Aangaan van alliantie met alle betrokkenen van systeem

Belangrijke gezinsfenomenen

- Emotionele spanningen vaak geuit in het gedrag van een van de gezinsleden
 Kinderen erg gevoelig voor onuitgesproken spanningen




8

, - Zondebokfenomeen: spanningen van ouders op het kind projecteren, kinderen met emotionele problemen zijn
vaak betrokken in de spanningen tussen hun ouders
 Verschillende manieren: held, heilige, idioot, zieke, clown
 Bv: kind krijgt buikpijn als ouders ruziemaken
 Eigen voorbeeld: als vader moeder weer heeft geslagen gaat het kind de clown uithangen om de
aandacht af te leiden van vader en moeder op te fleuren
- Parentificatie: functionele/emotionele rolomwisseling waarin kind eigen behoeften (aandacht, zorg, begeleiding)
aan de kant zet om zich in te zetten voor de logistieke of emotionele behoeftes van de ouder. Het kind gaat
overmatig zorgen voor een ander gezinslid
 Bv: kind zegt tegen broers en zussen dat ze stil moeten zijn als zieke vader slaapt, gaat niet meer
voetballen om er te zijn voor trieste moeder
 Eigen voorbeeld: vader verlaat moeder en moeder is depressief, grote zus zorgt nu voor eten kleine zus
en gaat moeder troosten als ze weent
 Parentificatie alleen problematisch als ontwikkeling kind in gevaar komt
. Parentificatie is normaal: ieder kind draagt de dromen van zijn ouders
. Alleen erg als het eenzijdig, rigide of te zwaar wordt

- Gezinscyclus: overgangen naar aanleiding van belangrijke levensgebeurtenissen (dood, geboorte, trouw, job,..)
of gewoon door opgroeien van kinderen
 Model van Carter & McGoldrick: verschillende fases in ontwikkeling gezin
. Elke fase typische moeilijkheden en uitdagingen
. Elke overgang vraagt aanpassing en kan met crisis gepaard gaan
. Gezinsleden passen zich aan aan interne (bv: geboorte) en externe (bv: verhuis) verandering
 Moeilijkheden zoveel mogelijk omschrijven als normale crisissen op typische overgangen
. Pathologiseren vermijden

- Hechting is belangrijk
 Byng-Hall: intergenerationeel doorgeven van ouderschapsscripts
. Replicatief: herhaling van wat wij hebben meegemaakt
. Correctief: correctie op wat wij als kind hebben meegemaakt
 Attachment Narrative Therapy: hechting x narrative
 Attachment Based Family Therapy: depressieve/suïcidale kids – hechtingsrelaties in gezin verbeteren
 Emotionally Focused Marital Therapy : volwassen partnerrelaties begrijpen uit vroege hechtingsrelaties

Partnerrelatietherapie

- Tot 1980 niet veel empirisch onderzoek over partnerrelatietherapie
- Behavioural Marital Therapy (BMT): quid quo pro, onderhandelen tussen partners, communicatie en
probleemoplossingsvaardigheden aanleren (werd in vraag gesteld, maar is effectief!!)
- Emotionally Focused Marital Therapy (EFT): Stair, ook invloed uit client-centered & gestalt therpaie (best
empirisch onderbrouwd model)

- Relatietherapie effectief voor relatieproblemen, individuele problemen & individuele chronische medische
condities (leven met chronisch lijden dragelijker maken)

- Bedenkingen
 1. Wat is succes: Scheiding? Samenblijven maar ongelukkig?
 2. Alle therapieën zijn effectief
. Allegiance effect: belanghebbenden overschatten de effectiviteit van het behandelsmodel
. Zelfde bij individuele therapie
. Veel financiële belangen bij outcome onderzoek

Gezinsgerichte groepsbehandelingen

- Gezinsgerichte psycho-educatie
 Bv: bij schizofrenie
 Gezin is niet de oorzaak, maar kan helpen bij herstel & stabilisatie
 Geven informatie en ondersteuning aan gezinsleden
. Cognitief-gedragstherapeutisch, systemisch, belevingsgericht
 Effectief mbt terugvalprevalentie



9

, - Multiple gezinstherapie
 Meerdere gezinnen tegelijk (bv: familiediscussiegroepen)
 Bij eetstoornissen, schizofrenie, stemmingsstoornissen
 Behulpzaam: gevoel niet te enige te zijn, inzicht in stoornis en gezinsfunctioneren, relationele klimaat
 Gunstige kosten-baten verhouding

- Kinderen uit de knel
 Kinderen in een vechtscheiding helpen, 4/5 gezinnen tegelijk
 Aparte ouders en kinder groepen en groepen samen
 Helpt ouders hun kinderen terug te zien, en kinderen om de problemen die ze ervaren aan te kaarten

Open dialoog

- Jaakko Seikkula – acute psychotische crisissen
 Alle familieleden samenbrengen, spreken over crisis, nog voor opname
 Volwassen kant van pt en gezin verstevigen, isolement doorbreken, normaliseren
. Niet focussen op regressief gedrag
 Beter herstel, minder rest symptomen, minder heropnames, betere rehabilitatie, minder antipsychotica
 ~ langdurige neuroleptica werkt chroniciteit van schizofrenie in de hand

- Heden: meer inzetten op herstel in psychiatrie
 Niet: diagnose, behandeling, genezing
 Wel: herstel, verbondenheid, hoop, empowerment, kijken naar mogelijkheden
 Pt en omgeving krijgen een stem, persoonsgerichte diagnostiek
. Wantrouwen naar DSM diagnostiek ~ pathologisering en overbehandeling

Feedbackgericht werken

- RCT: psychotherapie werkt voor de gemiddelde cliënt, maar wat met de specifieke unieke cliënt die voor je zit
- Evidence Based Practice (EBP, feedbackgericht werken) is een goede aanvulling op RCT
- Feedbackgericht werken helpt psychotherapie nog meer
 T kan therapeutische relatie optimaliseren
- Nog nieuw in RGT
 Vroeger gebruikten ze instrumenten die dienen voor individuele therapie -> gebruiksonvriendelijk
 Nu: korte, relevante lijsten voor alle leeftijden

Lees casus p21-24

Effectonderzoek

- Minstens of soms in sommige gevallen zelf meer effectief als individuele therapie
- Effectief bij: slaapproblemen, voedingsproblemen, hechtingsproblemen, emotionele problemen, eetstoornissen,
relatieproblemen, seksuele problemen, gezinsgeweld, stemmingsstoornis, alcoholmisbruik, schizofrenie, ziekte,..

- Vaak in combinatie met ander behandelingen
 Bv: Multisystemic therapy (MST) – RGT, groepssessies, netwerkgesprekken, individuele gesprekken
- Veel evidence based protocollen ~ empirically supported treatments

- Protocollen voor gedragsproblemen van jongeren
 Mulitdimensional Family Therapy (MDFT)
 Functional Family Therapy (FFT)
 Multisystemic Therapy (MST)
 Attachment Based Family Therapy (ABFT)
 Non-Violent Resistance/new Authority
 Gemeenschappelijke aspecten
. Focus op gedragsproblemen (delinquentie, middelen,..)
. Fasen die successief moeten worden doorlopen
. Intens maar kortdurend (3-7 maand)
. Non-specifieke factoren (alliantie)
. Geworteld in gezinstherapeutische scholen

- Protocollen handig voor outcome onderzoek


10

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PsychologieStudent1303. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,36. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

52510 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,36  2x  vendu
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté