• de onderkaakposities/begrenzing van mandibula tov maxilla-posities worden bepaald door:
tanden, kaakgewrichten, ligamenten en kauwspieren
• thv. het kaakgewricht: kaakrelatie (= verband tss onder- en
bovenkaak)
• thv. de tandbogen: posities van de onder- tov bovenkaak met of
zonder tandcontacten
➔ posities vd onder- tov bovenkaak met/zonder tandcontacten »
Figuur 1: anatomie van het kaakgewricht
• tandcontacten:
➢ occlusie of statisch contact (sluiten van de mond)
➢ articulatie of dynamisch contact (sluiten na verplaatsing)
de onderkaak kan bewegingen uitvoeren → zowel een neurologische als
musculaire activiteit
Figuur 2: samenstelling spier
a. (Neuro)musculaire kenmerken
• spieren: dwarsgestreept (pees) / willekeurig (bewuste controle)
• isotonisch of isometrisch contraheren: met verkorting met gelijke kracht of
met gelijke lengte (verkort niet) met veranderende kracht. (m. masseter:
openen vs klemmen)
• spier ➔ spierbundels➔ myofibrillen of spiervezels
o vezel = omgeven door bindweefselschede.
kauwspieren
• m. masseter
• m. temporalis
• m. pterygoideus medialis
, • m. pterygoideus lateralis
• suprahyoidale spieren (tongbeen of hyoid): digastricus, mylohyoideus, stylohyoideus
b. Neurologische (musculaire) kenmerken
• Neuronen: verwerken neurologische info
o Bestaan uit:
▪ Cellichaam
▪ zenuwvezels of dendrieten
Afferente vezels: ontvangen info, sturen door à centraal zenuwstelsel
Efferente vezels: versturen info vanuit CZS
Kenmerken neuronen in het kauwstelsel
• neuronen/zenuwcel; cellichaam en zenuwvezels
o receptief (ontvangen), conductief (geleidend) en transmissief deel (deel ve
synaps)
• receptoren/sensoren: deel vh PZS ; transformeren interne en externe stimuli tot
zenuwimpulsen. → langs zenuwbanen naat CZS.
o mechano- en pijnreceptoren (typische voor het kaakstelsel) → overal lichaam
o chemosensoren: smaakbekers van tong en verhemelte.
o thermosensoren: aan lichaamsoppervlakten
• activeren de spieren, bewegingen (kauwen, spreken) → motoneuronen
• activatie spiervezels door hetzelfde neuron → motor units
o hoe meer spiervezels per neuron; hoe sterker de spier.
• behoren tot perifeer zenuwstelsel (PZS)
• = ontvangen informatie aan de oppervlakte en sturen door naar CZS
twee typische mechano-receptoren of sensoren:
• spierspoelen → tussen de spiervezels
o lengte detectie / snelle reactie (lage drempelwaarde) → beschermend
• golgi-peeslichamen → op de overgang van spier en pezen. → hoge drempelwaarde.
o spannings- of kracht detectie / trage reactie
➔ detecteren veranderingen bij inspanning kauwspieren!
➔ Beschermingsfunctie.
• sensoren/neuronen → netwerken
, • verbindingen: synapsen = overgangen tussen de zenuwcellen vr het doorsturen van
informatie tss CZS & PZS → 1 richting.
Houding en bewegingen van de onderkaak:
kaakstelsel is een bewegend stelsel met neurale regulering (op 3 niveaus)
1. reflexen
2. stereotiepe bewegingen: geprogrammeerd, maar onbewust uitgevoerd: kauwen
3. geïntensioneerde bewegingen: gewilde, via cortex aangezet (snelle, getrainde
kaakbewegingen bv. gebruik van kauwgom)
drie beschermende reflexen:
• strekreflex: na strekken volgt contractie; belangrijkste reflex ook: jaw-jerk of masseter-reflex
(bv. contractie: neutralisatie van zwaartekracht op het gewicht van onderkaak)
• flex-reflex: terugtrekken van een lichaamsdeel na stimulatie (bv. kogeltje in vlees van wild)
➔ voorrang op andere; beschermende functie.
• autogene inhibitie of omgekeerde strekreflex: na extensief strekken geeft deze relaxatie (bv.
geeuwen) → om beschadiging vd spier te voorkomen.
2. Tanden en tandbogen (anatomie)
• occlusaal, aproximaal, occlusale vernauwing
• individuele tandbeweeglijkheid
• visco-elastisch model
• referentievlakken en lijnen
• verhoudingen tussen boven- en onderkaak
Statische en centrische occlusale verhoudingen
1. occlusaal, aproximaal, occlusale vernauwing
• Occlusaal vlak: bestaat uit knobbels, fossae en marginale kammen.
• Aproximaal vlak: mesiaal en distaal vlak.
• Contactpunt/vlak
• Occlusale vernauwing (pre)molaren: de kroon boller gingivaal dan occlusaal (tss grootste
kroonomtrek en de marginale kam)
2. Individuele tandbeweeglijkheid
individuele tandbeweeglijkheid/mobiliteit: in twee richtingen
elke tand: in alveole omgeven door parodontium → krachten
opvangt.
Beweging is mogelijk:
• geen vergroeiing tss wortel en tandkas
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur 1234ikben. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.