Dit document bevat een samenvatting van het boek 'Conflictmanagement & Mediation'. U vindt hierin hoofdstuk 2 tot 8. Als extra wordt er ook meer uitleg gegeven over geweldloos communiceren.
Conflictmanagement
Boek: Conflictmanagement en Mediation
Schrijvers: Martin Euwema & Ellen Giebels
2018-2019
,2 KIJKEN NAAR CONFLICT: HET 7-I-MODEL
2.1 Wat is een conflict?
= er is sprake van een conflict tussen twee partijen (personen of groepen) of meerdere, indien ten
minste een van beiden zich ergert of gehinderd voelt door de ander. Conflicten zijn onvermijdelijk als
mensen samenwerken, maar niet iedereen is zich daarvan bewust
Zeven kernelementen van een conflict:
1. Conflict impliceert afhankelijkheid
▪ Wie conflict ervaart is afhankelijk van de ander (bv verschillen in mening over een bepaald
onderwerp / binnen een samenwerking).
▪ Hoe sterker de afhankelijkheid, hoe meer conflictpotentieel aanwezig is.
▪ Alles wat je met een ander doet of deelt kan bron worden van onenigheid en strijd.
▪ Vb. emsee en fatima werken samen aan een project. Ze verschillen van mening en fatima
is daardoor gefrustreerd. Fatima is wel afhankelijk van emsee.
2. Conflict betreft een psychologische ervaring
▪ Een partij ervaart een conflict met een ander. Dit is per definitie een persoonlijke en
subjectieve beleving (wat voor de een hindelijk is, kan de ander bv. helemaal niet storen).
▪ Ieder mens neemt interacties en gedrag anders waar en geeft daar een andere betekenis
aan.
▪ Subjectieve beleving is dus de uitgangspunt voor psychologen.
3. Conflict betreft cognitieve en affectieve spanning (rationeel of emotioneel)
▪ Een conflict kan vooral cognitief, rationeel van aard zijn.
o Bv doordat er sprake is van een inhoudelijk meningsverschil en de ander je hindert
in het bereiken van je doelen (voor sommige is dit een uitdaging)
▪ Meestal hebben conflicten ook een affectieve component: frustratie en ergernis over de
situatie en het gedrag van de ander.
▪ Het gaat niet enkel over rationele kwesties, maar ook over relationele en persoonlijke
kwesties.
4. Conflictgedrag
Esmee ergert zich aan Fatima; zij ervaart conflict. Dit staat nog los van de manier waarop
Esmee haar ergernis uit. Of juist niet uit. Ze denk dat Fatima zelf wel kan bedenken dat haar
gedrag zo niet kan.
▪ De persoonlijke ervaring van ergernis en conflict moeten
▪ we onderscheiden van het uiten ervan via conflictgedrag en van de interactie tussen beide
partijen. Omdat gedrag subjectief wordt beoordeelt wordt er een onderscheid gemaakt
tussen het persoonlijk ervaren conflict, de interactie (conflictgedrag) van partijen en de
gevolgen van hun interactie.
5. Eenzijdig conflict
, ▪ Wanneer een conflict eenzijdig is, wil dat zeggen dat de ene partij zich door de ander
gefrusteerd of gedwaarsboomd voelt, terwijl de andere partij zich daar niet of nauwelijks
bewust van is (asymetrisch).
▪ =bijzondere vorm van ‘asymmetrische’ conflicten. De partijen verschillen sterk in hun
ervaringen.
▪ Ergernissen worden niet rechtuit en duidelijk uitgesproken. Er wordt meestal gemopperd
of geroddeld.
▪ Eenzijdige conflicten komen in de moderne samenleving steeds meer voor.
o Oorzaken:
verscheidenheid in culturele achtergronden en normen en
waarden over omgang, maken dat het gedrag van de een,
onbedoeld en onbewust, voor een ander onacceptabel of
hinderlijk is.
het vaker wisselen van de baan en functie en werken in
tijdelijke teams
werkdruk
▪ wanneer er druk is hebben partijen de neiging om het daarbij te laten
o Gevolg: op die manier is men er niet van bewust van het effect van het eigen
gedrag en de ander
6. Interpersoonlijk conflict en intrapersoonlijk conflict
▪ Conflict = interpersoonlijke situatie omdat de betreffende partij zijn/haar frustraties
toeschrijft aan een ander.
▪ Interpersoonlijke conflicten (conflicten tussen mensen) gaan vaak samen met
intrapersoonlijke conflicten (conflict met jezelf).
▪ Zo is er meestal een relatie tussen de intrapersoonlijke beleving en de dynamiek van het
interpersoonlijke conflict.
o Je hebt dit ook op complex niveau: conflicten tussen groepen hebben ook een
effect op de relaties in de groepen zelf
7. Conflictproces (vooral aan bod bij escalatie)
▪ De psychologische ervaring van tegenstellingen en spanningen die we aan een ander
toeschrijven, is het startpunt van een conflictproces.
▪ Onvermijdelijke gevolgen: onze gedachten over de ander en ons gedrag
(conflicthantering). Dat heeft dan weer effecten op de andere partij.
▪ Het analyseren van het conflict als proces, een serie opeenvolgende en in elkaar grijpende
gedragingen en ervaringen, is een essentieel element om conflicten te begrijpen. Ook bij
eenzijdige conflicten.
2.2 Analyse van conflicten: het 7-i-model
Er komen 2 benaderingen samen:
1. Betreft een structuurbenadering van conflict, waarbij vooral naar de situatie wordt gekeken.
▪ Welke kenmerken van de conflictkwesties, de partijen en de context bepalen dit
conflict?
, 2. Gebaseerd op een procesbenadering, waarbij het verloop van het conflict in de tijd de
invalsoek is. De dynamische interactie van de partijen staat dus centraal
▪ Een van de belangrijkste vragen hierbij is wanneer en waardoor het conflict escaleert
en de-escaleert.
Kernvragen:
1. Issues: Wat zijn de kwesties?
2. Individuen: Wie zijn de partijen?
3. Interdependentie: Welke relatie hebben de partijen?
4. Interactie: hoe gedragen beide partijen zich en hoe reageren ze op elkaar?
5. Implicaties: Wat zijn de uitkomsten van de interactie in termen van (de)escalatie en concrete
oplossingen?
6. Instituties: In welke context speelt dit conflict?
7. Interventies: Welke interventiemogelijkheden zijn aanwezig en al of niet benut?
Het 7-i-model combineert dus vragen naar de structurele oorzaken van het conflict met een
procesbenadering.
Structurele analyse van het conflict:
de eerste drie I’s staan centraal
Issues: Wat zijn de kwesties?
Individuen: Welke partijen zijn betrokken?
Interdependentie: Wat is de onderlinge relatie?
Ook de context is van belang = instituties
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur summaries20182019. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.