Samenvatting (digitale handleiding/cursussite)
Inleiding
De verdachte is alleen strafbaar als aan alle bestanddelen van de delictsomschrijving (ofwel strafbepaling in de
wet) zijn bewezen.
Echter, de bewezenverklaring van alle bestanddelen van de delictsomschrijving leidt niet altijd tot
strafbaarheid.
De gedraging van de verdachte is strafbaar als die:
1) Wederrechtelijk is (wederrechtelijkheid, dus in strijd met het recht)
2) De verdachte kan worden verweten (verwijtbaarheid)
De twee voorwaarden voor een strafbaar feit is dus: (1) wederrechtelijkheid en (2) verwijtbaarheid.
Let op! Wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid zijn niet altijd als bestanddeel opgenomen in de
delictsomschrijving. Toch moet er altijd voldaan zijn aan deze twee voorwaarden wil men spreken van:
Strafbaarheid.
Als deze twee voorwaarden niet in de delictsomschrijving zijn opgenomen spreken we van: Elementen.
Weerlegbaar rechtsvermoeden
Door het opnemen van bepaalde objectieve en subjectieve bestanddelen in de delictsomschrijving, tracht de
wetgever te bereiken, dat als een gedraging onder de delictsomschrijving past, ervan uitgegaan mag worden
dat die gedraging ook wederrechtelijk en verwijtbaar is. De OvJ hoeft deze elementen niet te bewijzen.
Rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden
Hiervoor is benoemd: Dat de bewezenverklaring van alle bestanddelen van de delictsomschrijving niet altijd
leidt tot strafbaarheid.
Er kunnen zich dus situaties voordoen waarbij de gedraging van de verdachte past onder de
delictsomschrijving, maar toch vastgesteld moet worden dat die niet wederrechtelijk is en/of de verdachte
daartoe niet verwijtbaar is.
Strafuitsluitingsgronden = Het strafbaar feit dat de verdacht heeft gepleegd kan worden bewezen, maar de
rechter legt hem geen straf op.
Je hebt twee soorten strafuitsluitingsgronden, namelijk:
1) De geschreven (ofwel wettelijke) strafuitsluitingsgronden:
Rechtvaardigingsgronden
Schulduitsluitingsgronden
2) De ongeschreven strafuitsluitingsgronden:
Ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid ( = een rechtvaardigingsgrond)
Afwezigheid van alle schuld ofwel AVAS (= schulduitsluitingsgrond).
= De gedraging is niet wederrechtelijk. Het is toegestaan om zo te handelen.
Bij aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond is de gedraging niet wederrechtelijkheid (dus niet in strijd met
het recht).
Bij aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond is de gedraging wel wederrechtelijk (dus de gedraging is in
strijd met het recht), maar wordt het de verdachte geen strafrechtelijk verwijt gemaakt.
Pagina 1 van 34
,Wetsgeschiedenis: inwendige en uitwendige oorzaken van ontoerekenbaarheid
Er ligt geen systematische of dogmatische redenering ten grondslag aan de strafuitsluitingsgronden. De rechter
heeft de vrijheid gekregen om, ondanks dat een delictsomschrijving is vervuld, geen straf op te leggen.
In de Memorie van Toelichting wordt gesproken over:
Inwendige oorzaken van ontoerekenbaarheid
Voorbeelden:
- De jonge leeftijd van de verdachte
- Wiens vermogen tot het maken van onderscheid tussen goed en kwaad onvoldoende was ontwikkeld
- De ziekelijke stoornis van geestvermogens van de verdachte
Het onderscheid tussen inwendige en uitwendige oorzaken was niet in de wet te vinden.
De meeste formuleringen van strafuitsluitingsgronden begonnen (en beginnen nog steeds) met: ‘’niet strafbaar
is hij…’’ In dit geval is het onduidelijk of het gaat om een inwendige of uitwendige oorzaak.
Echter, was niet erg. Het onderscheid bracht namelijk geen verschil in rechtsgevolg met zich mee.
Later werd onderscheid gemaakt tussen: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
In deze leereenheid wordt besproken: De betekenis en strekking van verschillende strafuitsluitingsgronden (=
rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden).
Leerdoelen
Het onderscheid tussen rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
De strekking van de onderscheiden strafuitsluitingsgronden.
De invloed van de strafuitsluitingsgronden op de uitspraken van de rechter.
Arresten
De verplichte arresten:
Opticien
Diefstal in noodtoestand
SER-advies
Asbak
Culpa in causa
Bijlmeer noodweer
In de steek gelaten vrouw
Niet-verplichte, maar wel belangrijke arresten:
Melk en water
Veearts
Pagina 2 van 34
,Algemene aspecten strafuitsluitingsgronden
Strafuitsluitingsgronden hebben betrekking op uitzonderlijke situaties. Het strafbaar feit dat de verdacht heeft
gepleegd kan worden bewezen, maar de rechter legt hem geen straf op. Het strafbaar feit wordt de verdachte
dus niet aangerekend. De reden hiervoor is:
De rechtvaardigingsgrond
= De gedraging van de verdachte is onder bijzondere omstandigheden niet wederrechtelijk (dus niet in
strijd met het recht).
De schulduitsluitingsgrond
= De gedraging van de verdachte kan de verdachte onder dergelijke omstandigheden niet worden
toegerekend.
De formuleringen van de wettelijke strafuitsluitingsgronden is vrij abstract, zo hebben rechters de ruimte om
een nadere begrenzing aan te brengen. Het gevolg hiervan is dat het leerstuk van strafuitsluitingsgrond een
casuïstische benadering vergt.
Echter, er zijn wel algemene aspecten die van invloed zijn voor een geslaagd beroep op een
strafuitsluitingsgrond, zoals:
Garantenstellung
Het proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel
De culpa/dolus in causa-theorie (ofwel de culpa in causa)
We gaan deze nader toelichten.
Garantenstellung
Garantenstellung = Er rust een grotere verantwoordelijkheid op personen met een bijzondere kwaliteit.
Of anders gezegd: De verschillende (gedrags)eisen die gesteld worden aan bepaalde personen o.g.v. hun
deskundigheid, ervaring, opleiding, maatschappelijke positie en dergelijke.
De eisen die gesteld worden aan een beroep op een strafuitsluitingsgrond kunnen o.g.v. de Garantenstellung
per persoon verschillend zijn.
Voorbeelden:
Aan een beroep op noodweer (= schulduitsluitingsgrond) door een winkelbediende die bedreigd wordt
door een klant en daarbij deze klant een stomp in de maag geeft zullen minder hoge eisen worden gesteld,
dan in geval een politieagent op zo’n manier reageert. Van een politieagent wordt namelijk verwacht, gelet
op zijn opleiding en functie, dat hij dergelijke bedreigende situaties op een andere manier oplost.
Aan een onervaren jeugdig persoon vergeleken met een meer ervaren volwassen persoon zullen in
bepaalde situaties minder hoge eisen worden gesteld.
Proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel
Het proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel is ook van belang voor de toepassing van de
strafuitsluitingsgronden (= rechtvaardigingsgrond en schulduitsluitingsgrond).
Strafuitsluitingsgronden geven de bijzondere omstandigheden aan waarin het door de wet beschermde belang
opgeofferd mag worden teneinde het andere belang te redden.
Het proportionaliteitsbeginsel heeft betrekking op de min of meer vereiste evenredigheid tussen de aard van
de gepleegde strafbare gedraging en het door die gedraging geredde belang.
De zwaarte van het in te zetten middel dient in verhouding te staan tot het beoogde doel.
Of anders gezegd: De opgelegde straf moet in verhouding staan tot het begane strafbare feit.
Het subsidiariteitsbeginsel vereist dat het geredde belang niet op een niet (of minder) strafbare manier
veiliggesteld had kunnen worden.
Het middel wordt ingezet als een eventueel lichter middel niet tot voldoende resultaat heeft geleid dan wel zal
kunnen leiden.
Of anders gezegd: Dat bij het opleggen van een straf de keuze moet worden gemaakt die voor de overtreder
het minst bezwarend is. Bijv.: het opleggen van een taakstraf i.p.v. gevangenisstraf.
Pagina 3 van 34
, In de strafuitsluitingsgrond ‘’noodweer’’ (art. 41 Sr., schulduitsluitingsgrond) is zowel het
proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel verwerkt.
‘’Geboden’’ heeft betrekking op de vereiste proportionaliteitbeginsel.
De aard van de verdediging moet niet disproportioneel zijn t.o.v. de aard van de wederrechtelijke
aanval (dus aanval dat in de wet verboden is).
‘’Noodzakelijke verdediging’’ heeft betrekking op de subsidiariteitsbeginsel.
Er moet vaststaan dat de wederrechtelijke aanval reëel gesproken niet op een andere (niet of minder
strafbare) manier ontweken had kunnen worden.
Voorbeeld:
De mogelijkheid om weg te lopen van een dreigende situatie kan een beroep op noodweer in de weg
staan.
Objectieve toetsing
De aanvaarding van een rechtvaardigingsgrond wil zeggen dat de gedraging die volgens een delictsomschrijving
strafbaar is, achteraf niet als wederrechtelijk wordt aangemerkt. Men mocht onder die omstandigheden zo
handelen. De gedraging van de verdachte wordt goedgekeurd.
Dit vereist een objectieve en strikte toetsing.
Bij aanvaarding van een schulduitsluitingsgrond blijft de gedraging van de verdachte wederrechtelijk, dus in
strijd met het recht. Echter, de verdachte wordt zijn strafbare gedraging niet verweten onder die bijzondere
omstandigheden.
Uit de formulering van ‘’noodweerexces’’ (art. 41 lid 2 Sr.) kan dit ook worden afgeleid.
Als in een noodweersituatie de verdediging verder gaat dan hetgeen noodzakelijk is ter afwering van de
wederrechtelijke aanvalt blijft de verdedigingsgedraging van de verdachte wederrechtelijk, dus in strijd met het
recht, maar kan deze onder bepaalde omstandigheden de verdachte niet te verwijten zijn.
De eis van proportionaliteit wordt in geval van noodweerexces losgelaten.
Proportionaliteitsbeginsel en subsidiariteitsbeginsel bij andere strafuitsluitingsgronden
In de formulering van de andere strafuitsluitingsgronden worden de proportionaliteitseis en subsidiariteitseis
niet nadrukkelijk benoemd. Echter, ze moeten wel worden toegepast.
Voorbeeld:
Bij ‘’psychisch overmacht’’ (art. 40 Sr.) moet er een evenredigheid zijn tussen de aard van de van buitenaf
komende druk en het als gevolg daarvan begane strafbare feit.
De rechter moet ook nagaan of er gen andere (niet of minder strafbare) wijze voor de hand had gelegen om het
hoofd te bieden aan de psychische druk.
Bij ‘’noodtoestand’’ (art. 40 Sr.) zal moeten worden nagegaan of in het conflict tussen de plicht en de wettelijke
geboden of verboden na te leven en een maatschappelijke plicht de juiste keus is gemaakt gelet op de zwaarte
van de onderscheiden belangen.
Ook zal vastgesteld moeten worden of aan de maatschappelijke plicht niet voldaan had kunnen worden zonder
een strafbare gedraging te plegen.
Pagina 4 van 34
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur demeta. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.