Hierbij een goede en uitgebreide samenvatting voor recht in het 1e jaar van de opleiding integrale veiligheid. De samenvatting komt deels uit het boek, hoorcolleges, werkcolleges en ingesproken pokerpoints. Alles komt aan bod en er zitten veel voorbeelden in. Ik heb meerdere plaatjes uit de powerpo...
Recht voorbereidingen per week, van de ingesproken ppts
Week C1: Wat is recht en wat zijn rechtsbronnen
Recht = het geheel van geschreven en ongeschreven overheidsregels dat de
samenleving ordent à is nodig om te voorkomen dat we allemaal wraak gaan nemen of
om de samenleving te ordenen (regels dat je rechts rijdt of regels met betrekking tot
corona bijvoorbeeld)
Redenen waarom we recht hebben:
- Voorkomen dat er geen eigen richting is
- Zorgen dat er structuur is
- Zorgen dat er grotere dingen worden overwonnen
- Chaos voorkomen
Grootse deel van het Nederlandse recht is op geschreven
Als er een wet is kan je het handhaven à kan een boete opstaan
Publiek recht: het recht van de overheid vs. de burger
à ongelijkwaardige verhouding (overheid is sterker
dan de burger), burger moet door de overheid worden
beschermd en weten waar hij aan toe is à
rechtsmiddelen voor open staan (bescherming
krijgen d.m.v. het indien van een bezwaar schrift bv.)
Privaat recht: overheid heeft niks mee van doen,
recht dat geldt tussen twee burgers onderling of recht
dat geldt tussen burger en bedrijf à bv.
overeenkomsten, schade aandoen, contracten,
trouwen etc.
Staatsrecht: Gaat over de inrichting van de staat à
wat mag een kabinet nog als het demissionair is,
hoe zit het met de verkiezingen, hoe zit het met de
ministeriële verantwoordelijkheid, grondrechten
Bestuursrecht: Gaat over het besturen van het land
of een gemeente, overheid heeft heel veel macht,
geeft/bepaald rechtsmiddelen en beschermingen
voor de burger à bijvoorbeeld over het aanvragen
van een uitkering (sociale zekerheidsrecht),
aanvragen van een(verblijfs)vergunning (het
vreemdelingenrecht)
Personen- en familierecht: hierin wordt het huwelijk en echtscheidingen geregeld, hoe je
juridisch vader of moeder wordt, hoe het zit met gezag, jeugdbeschermingsmaatregelen
(erfrecht en jeugdrecht)
,Ondernemingsrecht: gaat over wat je allemaal niet mag als je een bedrijf opricht en
wanneer je aansprakelijk bent
Vermogensrecht: heeft te maken met alles wat op geld waardeerbaar is à afsluiten van
een overeenkomst (huurrecht, arbeidsrecht, verbintenissenrecht)
Objectief recht: algemene het recht à bv. Personen- en
familierecht, arbeidsrecht
Subjectief recht: dat jij ergens recht op recht à bv. Ik krijg
alimentatie voor mijn dochter, recht op loon
Materieel recht: het algemeen geldend recht à waar je je
jouw rechten en plichten kan vinden à recht hebben
Formeel recht/procesrecht: hierin worden de procedures
geregeld, voornamelijk procedures bij de rechter à recht
halen
Aanvullend recht: contractsvrijheid, we mogen afspreken wat we willen, als er niks is
afgesproken kunnen we terugvallen op de wet
Dwingend recht: je mag niet afspreken wat je wilt à zie je bij het recht waar een sterkere
en zwakkere persoon is
Wetgever: maakt de wet à is de regering (alle
ministers + koning) en 1e +2e kamer samen (parlement)
à als zij met z’n alleen een wet maken dan is er een
wet (wet in formele zin), wetten kunnen ook
gemaakt/genomen worden door de provincie of
gemeten (wet in materiele zin) à zorgt ervoor dat er
een wet komt en zodra iets een wet is moet het worden
nageleefd en kunnen er rechten aan ontleent worden
Jij: bijvoorbeeld iemand komt een afspraak niet na à
dan kan je je vrijwillig of onvrijwillig wenden naar de rechter
Rechter: kijkt naar de wet en die gaat dan verder interpreteren en komt met een
uitspraak à is handig voor toekomstige rechter (uitspraak van de rechter is dus ook een
rechtsbron = jurisprudentie)
Trias politica: de scheiding der machten à moet een
scheiding van machten zijn anders kunnen we niet leven in
een democratische rechtstaat
- Wetgevende macht: parlement en de regering
- Uitvoerende macht: dat zijn de ministeries en
gemeentes die de wetten uitvoeren
- Rechtsprekende macht: de onafhankelijke rechters,
onpartijdig en worden voor het leven benoemd à
toetsen de wet
,à Mogen niet op elkaars stoel zitten: dan gaat alles mis (dan kom je
in een dictator regime terecht)
à Regering is de wetgevende macht en de uitvoerend macht: geen
strenge scheiding van machten
Rechtsbron 1: de wet
Wet in formelen zin:
afkomstig van de
wetgever
Wet is materiele zin: een wet met een
algemeen, niet individuele werking à
wetten die gelden voor eenieder
à Bijna alle wetten in formele zin, zijn dit
ook in materiele zin
Rechtsbron 2: jurisprudentie
Jurisprudentie: alle uitspraken van alle rechters
tezamen à vormen een rechtsbron, wet is niet
altijd even duidelijk dus rechters gaan die wet
vormen en uitleggen wat die bepalingen
inhouden en wat wel en niet mag à komt van
de hoge raad
Rechtsbron 3: gewoonte
Gewoonterecht: ongeschreven
(ongedefinieerd) recht dat toch geldend recht is
à Zeldzaam in NL, veel voorkomend in het
buitenland bv. Het Verenigd Koninkrijk
- Er moet sprake zijn van een
maatschappelijke gewoonte: iets wat wij
allemaal doen, iets wat altijd gebeurt
- Er is een keuzevrijheid om iets anders te
doen (ander staat het niet op papier)
- Het gaat om juridisch handelen (anders
is het geen recht maar gewoon gewoonte)
- Het wordt toch ervaren als bindend
- Het wordt keer op keer bekrachtigd
, Rechtsbron 4: verdragen
Verdragen: overeenkomsten tussen landen
onderling of overeenkomsten waar heel veel
landen zich bij hebben aangesloten à
hebben bepaalde afspraken gemaakt
(wetten vaak) en in veel gevallen kan je daar
als burger beroep op doen à staan regels
in, grondrechten, wanneer je vluchteling
bent etc.
Grondrechten (ook wel fundamentele
rechten of mensenrechten): zijn rechten van individuele burgers tegenover de staat en
indirect (oor een belangenoverweging) tussen burgers à zijn ongelofelijk belangrijk à
staan in het Europese verdrag van de mens
In onze eigen grondwet vinden we allerlei grondrechten terug à ook over de inrichting
van de staat
Klassieke grondrechten: zijn er om ons te beschermen
tegen de overheid à overheid mag geen inbreuk
maken op deze rechter, zo wel? Dan mag je naar de
rechter stappen
Sociale grondrechten: zijn grondrechten die niet als
grondrechten voelen, zijn van een ander soort, zijn
niet afdwingbaar bij de rechter, maar zijn een
zorgplicht van de overheid
Week C2: Civiel recht
vermogensrecht: alles wat op geld
waardeerbaar is
goederenrecht: verhouding van een
persoon tot zijn goed
verbintenissenrecht: verhouding van
persoon tot persoon als het gaat over geld
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SaarC. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.