Kwalitatieve methoden en technieken in de criminologie
Samenvatting van de hoorcolleges, werkgroepen en verplichte literatuur van de eerste vier weken van het kwalitatieve gedeelte van het vak Methoden en Technieken 2.
De behandelde hoofdstukken van het boek (3e druk) zijn:
H1 t/m H4, H6, H7, H11 t/m H14
Samenvatting "Kwalitatieve methoden & technieken in de criminologie" (16/20)
Uitgebreide samenvatting Methoden en Technieken II (22044402)
Tout pour ce livre (33)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Criminologie
Methoden en Technieken 2
Tous les documents sur ce sujet (18)
2
revues
Par: EenLeerling • 3 année de cela
Par: mlw • 5 année de cela
Vendeur
S'abonner
criminologiesther
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting M&TII
Tekst is veel maar gaat ook vaak om processuele stappen, veel is dus alleen een keer goed doorlezen.
Week 1: kwalitatief onderzoek
Hoorcollege + verplichte literatuur: boek H1 t/m H3 en verplichte artikelen blackboard.
HOORCOLLEGE
Kenmerken criminologische onderzoeksvragen (t.o.v. andere sociale wetenschappen)
a) Verborgen karakter criminaliteit in het algemeen
b) Selectiviteit van wat wel bekend is geworden
c) Praktische moeilijkheden experimenteel onderzoek
d) Verschijnselen niet normaal verdeeld
Stammenstrijd = aanhangers van kwalitatief onderzoek vs. aanhangers van kwantitatief onderzoek
Verschillen en overeenkomsten kwalitatief / kwantitatief
Kwantitatief Kwalitatief
Beschrijven, vergelijken of toetsen van cijfermatige Gaat meer de diepte in, inhoudelijke informatie;
gegevens over criminaliteit beschrijven van subjectieve data.
N = groot N = klein
Hoeveel? Samenhang? Hoe vaak? Hoe? Waarom?
Cijfers analyseren Teksten analyseren
Surveyonderzoek, geregistreerde daya, secundaire Observatie, participerende observatie, online
analyse, experimenteel, longitudinaal, meta- content, beeldanalyse, diepte-interviews, focus-
analyse, systematische observaties groepen, case-studies
Onderzoek aan de hand van datasets zoals Onderzoek aan de hand van interviews en
slachtofferenquêtes of politiegegevens. observaties
Onderwerp dat wordt onderzocht is de mate van Onderwerp dat wordt onderzoek is de aard van
optreden van sociale verschijnselen sociale verschijnselen
Steekproef (generaliseren) Geen steekproef
Onderzoeksvraag bepaald methode
Wat gebeurt er met het veiligheidsgevoel van slachtoffer nadat zij een woninginbraak hebben
meegemaakt?
Kennistheoretische verschillen
Wetenschapsfilosofische kwesties beïnvloeden de vooronderstellingen, methoden en resultaten van
onderzoek
o Ontologische kwesties (zijn): hoe zien we de werkelijkheid?
o Epistemologische kwesties (kennis): hoe kunnen we kennis vergaren in die werkelijkheid?
o Methodologische kwesties (meting): als we daar kennis over willen vergaren, hoe meten?
Paradigma’s die bovenstaande kwesties op andere manier benaderen:
o Positivisme
- Objectieve werkelijkheid
- Empirische wetenschappen
- Waarneembare feiten
o Constructivisme
- De echte werkelijkheid (voor zover die bestaat) is niet objectief waarneembaar
- Door middel van cultuur, symbolen en taal geven mensen actief betekenis aan de
werkelijkheid
- Die betekenissen zijn gebonden aan context (tijd, plaats), collectief en empirisch te
bestuderen.
- Heel veel constructen kun je niet meten en dus is het onzin die proberen te meten, dit geldt
ook voor criminaliteit. Kan wel kijken naar concepten als bv. veiligheidsgevoel.
Kennistheoretische verschillen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
, Kwantitatief Kwalitatief
Positivisme; objectieve metingen Constructivisme; interpretatief
Verklaren; Begrijpen;
Niet perse face-to-face In contact met onderzochten
Etic (perspectief onderzochten niet relevant) Emic (perspectief van de onderzochten zelf)
Causaliteit; Verwantschap;
Afhankelijke en onafhankelijke variabele(n) Kenmerken die elkaar beïnvloeden
Monocausaliteit: A heeft effect op B. ‘Wahlverwantschaft’
Representatie; Ideaaltypen (artificiële constructies);
Model is weergave van werkelijkheid Sociale werkelijkheid oceaan van grijstinten
Deductief (theorie toetsend): van algemeen naar Inductief (theorie vormend): van bijzonder naar
bijzonder. algemeen
Mixed methods onderzoek, drie vormen:
1. Verklarend (explanatory): kwantitatief → kwalitatief → beantwoorden onderzoeksvraag
Bv. wat is het verschil in de manier waarop studenten met een hoge of lage leesvaardigheid
wetenschappelijke artikelen lezen?
2. Verkennend (exploratory): kwalitatief → kwantitatief → beantwoorden onderzoeksvraag
Bv. in hoeverre kan de manier waarop studenten wetenschappelijke artikelen lezen verklaard worden
door de mate van leesvaardigheid van studenten?
3. Convergerend (convergent) kwalitatief en kwantitatief tegelijkertijd → beantwoorden onderzoeksvraag
Bv. wat is de relatie tussen de leesvaardigheid van studenten en de manier waarop studenten
wetenschappelijke artikelen lezen?
Verschillen tussen mixed methods en multiple methods
Verhouding kwantitatief – kwalitatief onderzoek
o Mixed methods
o Triangulatie
o Compatibility thesis
o Pragmatisme
H1 KWALITATIEF ONDERZOEK EN CRIMINOLOGISCHE THEORIE
Waarom kwalitatief onderzoek extra belangrijk binnen de criminologie?
Dark number
Populatie onbekend – geen goed steekproefkader
Verschil tussen attituden en sociale praktijken
, Experimenten zijn moeilijk (maar wel mogelijk!)
Unieke bijdrage
Bij kwalitatief onderzoek gaat het om verstehen = het handelen vanuit het actorperspectief leren begrijpen.
Het inzichtelijk maken van betekenisgeving.
Max Weber: introduceerde interpretatieve benadering: het begrijpen van iemands handelen en de
betekenis die hij eraan geeft
Waarom zit theorie in onze ‘gereedschapskist’?
Theorie = een bepaalde manier van kijken naar de werkelijkheid waar je hypothesen uit kunt afleiden
en die je helpt om conclusies te kunnen trekken uit onderzoeksgegevens.
o Bestaat uit een systematische en consistente redenering die volgt uit een generalisering en
abstrahering van onderzoeksgegevens die ene mogelijke verklaring aandraagt en die in zoveel
mogelijk toetsbare termen is gevat.
o We hebben een theorie vooral nodig om problemen te kunnen verklaren, dus ‘zo en zo zou het
kunnen zitten’. Zonder theorie blijven de uitkomsten van empirisch onderzoek beschrijvend.
o Speelt ook een rol bij de dataverzameling om te bepalen waar we naar kijken en hoe we ernaar
kijken = theoretische noties; fungeren in de zin als een bril waardoor bepaalde zaken overbelicht
worden of juist wegvallen Vooral de onderzoeksvraag is bepalend!
Theorieloos onderzoek is stuurloos onderzoek. Het kent geen richting en tegelijkertijd heeft een
theorie onderzoek nodig om zich verder te kunnen ontwikkelen.
Zuivere inductie = niet mogelijk en ook niet wenselijk. Je kunt immers niet alles bekijken en moet
afbakenen.
- Kwalitatief onderzoek is nu meer een combinatie van inductie en deductie
- Al bij de formulering van de probleemstelling is:
o Aantonen theoretische relevantie noodzakelijk; theorie maakt het ook wetenschappelijk
relevant
o Selectie en afbakening noodzakelijk
4 vormen theoretische relevantie (!!):
1. Theoretische vernieuwing: nieuwe verschijnselen leiden tot nieuwe theorieën.
2. Theoretische verdieping: zo theoretische context gebruiken.
3. Bekritisering van theorie: zwakke plekken blootleggen met bepaalde casus.
4. Contextualisering: welke theorie is wanneer, waar, op wie, onder welke omstandighen
toepasbaar?
Het gebruik van kwalitatieve methoden in de criminologie
Onze eerste wetenschappelijke kennis is tot stand gekomen via een kwalitatieve methode, denk aan
reisverslagen, volksverhalen en levensgeschiedenissen (Focault).
Etnografisch veldwerk: onderzoek dat gedurende een lange tijd wordt uitgevoerd met participerende
observatie en diepte-interviews als voornaamste manieren van data verzamelen. Vooral gebruikt om
inzicht te krijgen in situaties waarover weinig bekend is, die complex / moeilijk toegankelijk is of die we
van binnenuit willen begrijpen.
Narratieve methode: uit verschillende persoonlijke verhalen wordt een groter verhaal geconstrueerd.
Het is belangrijk te weten dat het slechts gaat om een constructie van data en het dus een interpretatie
is. Een kritisch blik behouden is belangrijk.
Daarnaast is er vanwege fraudezaken steeds meer aandacht gekomen voor transparantie van
methoden.
Belang kwalitatief onderzoek:
Cijfers zeggen niet alles, en als men zich er te op focust gaat de maatschappij dat doen, wat als
negatief gevolg kan hebben dat met cijfers gemanipuleerd wordt.
Criminologische epistemologie in een notendop.
Etiologische theorie = theorie die criminaliteit probeert te verklaren, oorzaken.
Sociale reactiebenaderingen = zoeken welke functie criminaliteitsbestrijding heeft en welke bedoelde
of onbedoelde effect zij heeft op de omvang van de criminaliteit.
Er zijn verschillende verklaringsniveaus die gebruikt worden in verklarende criminologische theorieën:
, - Micro: gericht op het individu
- Macro: gericht op maatschappij
- Meso: bv. een heel land
Kwalitatieve onderzoeken kijken vooral vanuit meso / macroniveau vanwege het oog voor de context.
Afhankelijk van de onderzoeksvraag is onderzoek op microniveau wel mogelijk.
Criminologie is interdisciplinair, dus er wordt gebruik gemaakt van inzichten uit verschillende disciplines
(moederdisciplines). Denk aan sociologie, biologie of psychologie. Elk van deze disciplines hebben
hun eigen theorieën en voorwetenschappelijke veronderstellingen. Hierdoor verschillen ook de
mensbeelden van verklarende criminologische theorieën.
Maatschappijbeelden verklarende criminologische theorieën:
o Consensusmodel = regels die in deze maatschappij gelden zijn vastgelegd in een democratisch
model waar iedereen zijn zegje heeft in kunnen doen. Overheid heeft dus een neutrale rol.
o Conflictmodel = de regels die in een maatschappij gelden zijn opgelegd door degene die als
winnaar van een machtsstrijd uit de bus is gekomen. Overheid is dus een partij in een
maatschappelijk conflict en het is denkbaar dat criminaliteit wordt gepleegd als verzet hier tegen.
Een aantal stromingen in de criminologie hebben veel invloed gehad op de ontwikkelingen binnen
kwalitatief onderzoek:
a. De Chicago school: kijken naar de invloed van de omgeving op crimineel gedrag, opkomst technieken
als stadsetnografie en participerende observatie..
b. De labelingsbenadering: stelde dat criminaliteit ontstaat door het etiket dat een crimineel krijgt, wat
leidt tot secundaire deviantie. Beïnvloed door het idee dat we onze identiteit constant aanpassen op
basis van de omgeving op ons reageert (symbolisch interactionisme). Deze benadering leidde tot
veel aandacht voor kwalitatieve methoden.
c. De kritische criminologie: ter discussiestelling van heersende maatschappelijke verhoudingen.
Oorzaken van criminaliteit liggen dus vooral aan sociale omstandigheden, de state of society. Deze
ideeën leidde tot een kwalitatief onderzoeksmodel die probeerde mensen te begrijpen vanuit hun
perspectief (emic; Birmigham school) en rekening houdende met de context.
d. Kritische analyses van social control en toezicht: aandacht verlegd van formele instituties naar
allerlei vormen van sociale controle in de samenleving, die ontzettend gegroeid zijn waardoor de macht
van de overheid gegroeid is (net-widening) en de maatschappij trekjes krijgt van een gevangenis
(punitive city). Door meer aandacht voor deze vormen van sociale controle ook meer kritisch
kwalitatief onderzoek naar veiligheid, veiligheidscultuur en veiligheidsbeleving. Ook meer kwalitatief
evaluatieonderzoek.
e. Cultureel criminologische perspectieven: maat1schappijkritische houding, veel gebruik
etnografische en visuele onderzoeksmethoden. In deze tijd opkomst van mondialisering wat leidde tot
Global Criminology en nieuwe onderzoeksvormen als glocalisation (kijken naar invloed lokale
dimensie op mondiale dimensie en andersom) en internationale vergelijkingen. Ook opkomst media en
internet, wat leidde tot onderzoeken naar mediacultuur en in cyberspace. Ook steeds meer centraal
stellen van objecten in plaats van mensen door de opkomst van de materiële cultuur, wat o.a. leidde tot
de Actor-Netwerk-Theorie (relaties en interacties onderzocht tussen mensen, objecten en
leefomgevingen).
H2 HET KWALITATIEF ONDERZOEKSPROCES
Opzetten van een onderzoek start met een goeie probleemstelling = vraagstelling + theoretische relevantie
De kwalitatieve probleemstelling
Onderzoek uitvoeren start steeds met het stellen van wetenschappelijke vragen:
Wat-vragen (hoeveel/hoe groot): verkennend, aanleiding tot exploratief onderzoek.
Hoe- & waarom-vragen: meer verklarend.
Historisch onderzoek: De onderzoeker doet onderzoek over een voltooid verleden tijd. Geen of
nauwelijks controle over het gedrag van de respondenten.
Experiment: de manipuleerbaarheid van gedrag is het basiselement van dit soort onderzoek.
Sociaal experiment: een experiment waarbij het gedrag in de reële wereld bij enkele individuen of
enkele groepen gemanipuleerd word.
Vooral gebruik van quasi-experimenten bij het kwalitatieve onderzoek.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur criminologiesther. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.