Naomi Bordon
Samenvatting verbintenissenrecht
Inleiding
Recht: geheel van gedragsregels opgelegd aan de maatschappij met de bedoeling sociale
orde te creëren. Deze regels zijn afdwingbaar. Alles wat in strafwetboek staat verstoort de
maatschappelijke orde zogezegd.
Ethiek: vooral te maken met het reflecteren over je doel, het middel waarmee je dat doel zal
bereiken en je gaat nadenken over je middelen en kiezen voor het middel dat het minste
schade berokkent aan de maatschappij. Ook ethiek dient invloed te hebben op ons recht.
Vss gewone bankier en ethische bankier: ethische gaat vb. niet investeren in
wapenfabrieken.
Moraal: elk individu gaat voor zichzelf normen en waarden opstellen. Dit kan evolueren
doorheen het leven van het individu. Geldt ook voor een gemeenschap. Moraal is de
blauwdruk van het recht.
Voorbeelden van wetten die veranderd/toegevoegd zijn na maatschappellijk sociale
situaties:
• Homohuwelijk + adoptie
• Abortus
• Privacy
• Euthanasie (nu ook minderjarigen)
• Overspel: niet langer strafbaar
• Alimentatie: niet betalen in strafbaar
Filosofie: in vraag stellen van de zin van het recht vb. de zin van gas-boetes.
Mijn en dijn onderscheid: wat is van jou en wat is van mij?
Psychologie: inzicht in gedrag van mensen.
Sociologie: diversiteit in de samenleving-gevaar voor klassenjustitie. Vb. kijken naar
personen onder armoedegrens, studenten in hoger onderwijs, holebi’s, etc.
Witteboordencriminaliteit: iemand die behoort tot hogere klasse (in bedrijf) vb. CEO die
misdrijf pleegt wordt minder zwaar gestraft.
Art. 8 van EVRM: huisdieren mag volgens Europees verdrag.
Geschiedenis: code civil is het antwoord op de maatschappelijke problemen van toen en
moet voortdurend wijzigen. Codex is het geschreven recht vs Engels en Amerikaans systeem
à maken gebruik van “common law”: niet geschreven rechtsregels, maar gebaseerd op
rechterlijke uitspraken. Voordeel hiervan is dat men korter op de bal op maatschappelijke
1
,Naomi Bordon
evoluties kan spelen. Nadeel is weinig rechtszekerheid. Wij hebben grote rechtszekerheid,
maar hierdoor zijn onze wetten bijna direct verouderd.
Recht is geen exacte wetenschap, wel menswetenschap. Een casus moet je dus oplossen
met feiten, argumenten en kennis van het recht, toegepast met het wetboek.
• Rechtstaat: alles is toegelaten aan de burger tenzij verboden (vertrouwen en vrijheid
naar de burger).
• Politiestaat: alles is verboden tenzij de overheid het u toelaat (wantrouwen naar de
burger).
Franse revolutie: 1789 door economische problemen.
Wat was het probleem? Voor FR het Ancien Régime (feodaal stelsel = kastensysteem).
Ofwel was je bij clerus, adel, burgerij, handelaars, ambachten. Men was dit beu en wou
klassen afschaffen.
Corporatisme: geen concurrentievrijheid à als je opa, vader,.. goudsmid was moest jij dit
ook worden. Iedereen zat in eigen schuif, je kon niet naar hogere klasse gaan.
De laagste categorie waren lijfeigenen (geen slaven), maar konden zelfs eigendom kopen.
Bij revolutie altijd chaos (Rusland, Arabische lente). Men gooit het systeem om, maar je hebt
altijd 2 kanten. De rebellen en conservatieven.
In 1800 is de FR geëindigd omdat men chaos beu was. Orde op zaken en dus wou men een
leider à Napoleon (visionair/profeet van Europa). Hij wou Europa als 1 groot rijk (nu is dit zo
het geval). Hij bewonderde de Romeinen heel hard en wou 1 groot keizerrijk (nu Europa).
Wat maakten de Romeinen zo goed? Het rechtsysteem. Code “Napoleon” / Code Civil = BW
in 1804 en is dus gebaseerd op het Romeinse recht.
Ons verbintenissenrecht is op Romeins recht gebaseerd. Valt onder privaatrecht met twee
principes:
• Eigendomsrecht: ongeacht de achtergrond heb je het recht om grond en eigendom
te verwerven (hoogste goed in de Middeleeuwen (feodom = grond in Latijns)).
• Contractuele vrijheid: iedereen mag contract aangaan met individu. Vergeleken met
200 jaar geleden is die regel wel verstrengd, er zijn voorwaarden waaraan verbintenis
moet voldoen -> vaak van aanvullend recht (je mag ervan afwijken).
o Wanneer dwingend recht? Wanneer 1 partij zwakker is vb. huurder
Code Civil: vernieuwend, maar ook conservatief.
• Statuut van de vrouw: elke man was gelijk, maar van vrouwen was nog geen sprake.
De vrouw heeft zich dus moeten emanciperen in 19e eeuw (eerst op politiek vlak vb.
1948 vrouwelijk stemrecht).
• Statuut van de loonwerker (latere arbeider): wie in loondienst werkt is volledige
gehoorzaamheid verschuldigd aan WG. Heeft geleid tot sociale wetgeving met
vakbonden.
2
, Naomi Bordon
1789: Franse Revolutie
1804: Code Civil
1831: ontstaan België, neemt Franse codex over
1850: industriële revolutie
1900: sociaal recht
Eerste helft 20e eeuw met WO1 en WO2
Verbintenissen- en contractenrecht: de moeder van het privaat recht.
Wie zijn de actoren? Natuurlijke personen en rechtspersonen.
• Privaatrechtelijke rechtspersonen = vennootschappen
• Publiekrechtelijke rechtspersonen = staatsinstellingen.
Verbintenissen uit overeenkomst en verbintenissen uit onrechtmatige daad (art. 1382 BW).
à Iemand maakt fout (doet of doet iets niet), deze actie zorgt voor schade en er is een
causaal verband tussen fout en schade. Draait allemaal rond verantwoordelijkheid.
Je bent aansprakelijk voor jezelf, minderjarige kinderen, wn’s, dieren en zaken.
Contractuele aansprakelijkheid vs buitencontractuele aansprakelijkheid / aansprakelijkheid
uit onrechtmatige daad / aquiliaanse aansprakelijkheid.
• Middelenverbintenis of inspanningsverbintenis: je hebt bepaald doel, maar om doel
te bereiken moet je inspanning doen vb. dokter moet je nieuwe knie geven en is
volgens de wet verplicht zijn uiterste best te doen. Mislukt de operatie kan je
procederen, maar is het heel moeilijk aan te tonen dat de dokter zijn best niet deed.
Vb. je verliest rechtszaak, maar je moet sws advocaat betalen ook al heb je verloren.
• Resultaatsverbintenis: tuinman moet je tuin onderhouden -> hoe maakt niet zoveel
uit zolang het resultaat er maar is.
Natuurlijke en rechtspersonen vallen beide onder het burgerlijk recht.
Art. 1382 BW: fout met schade als gevolg en causaal verband tussen fout en schade
(buitencontractuele aansprakelijkheid).
Art. 1134 BW: een overeenkomst strekt partijen tot wet. D.w.z. de afdwingbaarheid van u
rechten als contractpartij. De overeenkomst is geldig tussen de partijen als een wet, indien
men dit niet nakomt kan dit afgedwongen worden door de rechter. De overeenkomst is als
feit tegenstelbaar aan derden d.w.z. mogen zich niet gedragen alsof contract niet bestaat.
Overeenkomsten hebben relatief karakter: enkel van toepassing op contractpartijen.
Uitzonderingen:
• Beding ten gunste van derde vb. levensverzekering. Voorwaarden
o Geldige rechtsband tss bedingen en belover
o Geldige wilsuiting van belover ten voordele van derde
o Derde moet beding kunnen aanvaarden
o Derde moet echt derde zijn en geen partij bij overeenkomst tss bedinger en
belover
• Rechtstreekse vordering: zie verder
3