Samenvatting vwo 4 Biologie voor Jou paragraaf 1.1 t/m 1.6
1 vue 0 fois vendu
Cours
Biologie
Type
VWO / Gymnasium
Hierbij een samenvatting van paragraaf 1.1 t/m 1.6 van het boek Biologie voor Jou op vwo 4. Het gaat voornamelijk over organellen in de cel en stofwsseling. Er staan veel handige plaatjes bij en zelfs BiNaS tabellen. Vorige toetsweek hebben wij deze onderwerpen besproken en heb ik met behulp van de...
1.1
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven wat biologie is en uitleggen dat biologie op veel gebieden een rol
speelt.
Je kunt het verschil tussen levensloop en levenscyclus beschrijven.
Je kunt de organisatieniveaus van de biologie benoemen en uitleggen dat op elk
hoger organisatieniveau emergente eigenschappen kunnen ontstaan.
Organismen
organismen = zijn levende wezens, zoals planten, dieren, schimmels en bacteriën.
stofwisseling = Met stofwisseling worden alle chemische (scheikundige) reacties in een
organisme bedoeld.
soort = organismen die zich onderling kunnen voortplanten en daarbij vruchtbare
nakomelingen voortbrengen.
levenscyclus = alle individuen van een soort doorlopen tijdens hun levensloop dezelfde fasen
of stadia
Organisatieniveaus in de biologie
DNA = molecuul dat de erfelijke informatie van een organisme bevat
cel = een grotere biologische eenheid en een hoger organisatieniveau dan een molecuul; alle
organismen bestaan uit een of meer cellen. Cellen bestaan uit organellen.
prokaryoten = eencellige organismen, geen celkern, DNA los in de cel.
eukaryoten = bevat celkern, DNA in de celkern
organellen = onderdelen van cel met bepaalde functie
weefsel = en groep van een of meer verschillende celtypen die een gemeenschappelijke
functie hebben
orgaan = deel van een organisme met een
specifieke bouw en functie
orgaanstelsel = aantal organen dat samen
een bepaalde functie uitoefent
1 cellig organismen = bijv. bacterieen
meercellige organismen = bijv. de mens
populatie = groep individuen van dezelfde
soort dat in een bepaald gebied leeft en
zich onderling voortplant. Populaties leven
nooit alleen, maar altijd samen met andere
populaties. Dit kunnen populaties van
dezelfde soort zijn, maar ook van andere
soorten.
levensgemeenschap = alle verschillende
populaties die in een gebied samenleven
ecosysteem = min of meer begrensd
gebied met bepaalde eigenschappen, waarbij zowel de levende als de niet-levende natuur in
dat gebied hoort zoals temperatuur en hoeveelheid zonlicht
systeem aarde = geheel aan ecosystemen op aarde, ook biosfeer genoemd
emergente eigenschap = als er op een hoger organisatieniveau een nieuwe eigenschap
ontstaat die er op het lagere organisatieniveau niet is. Bijvoorbeeld als we van hout, riet en
spijkers een stoel maken (hoger organisatieniveau) dan kan je op het onstane product
ineens lekker zitten. Lekker zitten is een emergente eigenschap.
, 1.2
leerdoelen:
Je kunt orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun
kenmerken en functies beschrijven.
Je kunt beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een
gezamenlijke functie uitoefenen.
Je kunt bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie.
Weefsels
1 dekweefsel 2 zenuwweefsel 3 spierweefsel
Dekweefsel
het bekleed en beschermt in en uitwendige lichaamsoppervlakken. In sommige gevallen is
het slijmvlies en het zijn vaak rechthoekig vormige cellen. (BiNaS tabel 80B)
Zenuwweefsel
te vinden in de organen van je zenuwstelsel: hersenen, ruggenmerg en zenuwen. Het
bestaat uit zenuwcellen en gliacellen.
zenuwcellen → geven informatie door waardoor ze een netwerk vormen
gliacellen → voorzien zenuwcellen van voeding
Spierweefsel
bestaat uit cellen die kunnen samentrekken en zo beweging mogelijk maken (BiNaS tabel
80E)
Tussencelstof en vezels
Tussencelstof
bij veel weefsels liggen de cellen niet direct tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor,
het soort tussencelstof hangt samen met de functie van het weefsel. De celwand bij planten
is tussencelstof en geeft de cel stevigheid.
Bindweefsel
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur quintyshaniadehaan. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.