Schoolpsychologie en
pedagogische psychologie
Docent: Vera Janssens
Doelstellingen:
- 5 studiepunten → 20 lessen
- kennis omtrent algemene zorgvragen binnen het SPP-werkveld
- beroepsspecifiek denken, redeneren en handelen
- hypothesen formuleren
- advies/begeleiding geven
→ check de ects fiche in de programmagids
Examen:
- meerkeuzevragen (70%) + open vragen (30%)
- kennis, inzicht en toepassingsvragen
- voorbeeldexamenvragen in les
- nauwkeurigheid (concrete voorbeelden kunnen geven) én volledigheid
- vragen verspreid over verschillende hoofdstukken (alles komt aan bod)
- gebruik vakterminologie
- laat zien dat je begrijpt wat je schrijft
4 grote thema’s:
- Inleiding
- twee grote kaders voor begeleiding in het SPP werkveld
- integrale jeugdzorg
- zorgcontinuüm in de leerlingenbegeleiding
- neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (autisme, dyslexie,...)
- andere zorgvragen en psychosociale problemen (bv. stemmingsstoornissen)
LES 1: Inleiding kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele problemen. 2
LES 2: ADHD.............................................................................................................................................. 7
LES 3: ADHD deel 2...............................................................................................................................11
LES 4: Agressie en gedragsproblemen (alleen slides kennen)..................................... 16
LES 5: Agressie en gedragsproblemen (deel II).................................................................... 21
LES 6: Kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking.................... 28
LES 7: Lezen, spellen en dyslexie.................................................................................................33
LES 8: Rekenen en Dyscalculie......................................................................................................38
LES 9: Decreet leersteun en zorgcontinuüm in de leerlingenbegeleiding............41
LES 10 & 11: Integrale jeugdhulp................................................................................................... 46
LES 12: Autismespectrumstoornis...............................................................................................57
LES 13: Autismespectrumstoornis (deel 2):.............................................................................. 61
LES 14: Stemmingsstoornissen, suïcide en suïcidepreventie bij kinderen en
jongeren....................................................................................................................................................68
LES 15: Stemmingsstoornissen, suïcide en suïcidepreventie bij kinderen en
jongeren (deel 2)................................................................................................................................... 74
LES 16: Ontwikkelen van cognitief talent (gastspreker)....................................................81
LES 17: Studiemotivatie (gastspreker)....................................................................................... 87
LES 18: Faalangst (gastspreker)....................................................................................................96
LES 19: DCD + taalstoornissen.....................................................................................................102
1
,LES 1: Inleiding kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele
problemen
1. Inleiding
Wat is normaal / wat wijst mogelijk op een stoornis?
1. Een kind van 2,5 jaar is niet zindelijk overdag (plast regelmatig in broek)
→ fysisch en fysiek volledig normaal, In België verwachten wij gewoon heel snel
zindelijkheid. Dit hangt dus van onze cultuur af
2.
Een tiener komt in opstand tegen haar ouders die haar hadden verboden om
uit te gaan en ze kruipt ‘s avonds uit haar raam om met vrienden te gaan
feesten?
→ Hangt van de context af, hoe oud is het kind, wordt er veel gedronken/
geëxperimenteerd, hoe zit de thuissituatie, wat voor vriendengroep,...
3. Een man van 20 denkt dat de televisie tegen hem spreekt.
→ Dit is vreemd gedrag voor de leeftijd
4. Een meisje van 19 jaar wilt niet aan de kant van de ruit zitten in de trein omdat
ze het een vies idee vindt dat er andere mensen tegen die ruit hebben geleund.
→ Na corona is dit normaal, ze functioneert nog want ze pakt nog altijd elke dag de
trein waardoor dit normaal gedrag kan zijn. Het gedrag heeft niet zoveel impact op de
persoon zelf!
2. Wat zijn gedrags- en emotionele problemen?
2.1. Terminologie
Gedrags- en emotionele problemen = alle kinderen die zich zichtbaar ongewoon of
abnormale reacties vertonen, en dat afgezien van de ernst, de oorzaak of de context
van het gedrag of de emotie
Wij praten over problemen en gebruiken het woord stoornis niet bij mensen omdat ze
het woord ‘gestoord’ gaan horen terwijl dit niet het geval is.
Deze cursus: eerder ernstige problemen,
Problemen worden ernstig wanneer ze langdurig of blijvend worden, in combinatie
voorkomen met andere problemen en/of een ernstig lijden tot gevolg hebben bij het
kind en/of de directe omgeving
2.2. Aandachtspunten bij het definiëren van gedrags- en emotionele
problemen
- ontwikkelingsperspectief
- weten wanneer gedrag of emoties wel/niet aangepast zijn aan de leeftijd
bv. woedebuien en druk gedrag bij een kleuter is normaal bij 2-jarige
maar als een 8-jarige driftbuien heeft kan dit minder normaal zijn
- continuümgedachte
- geen kwalitatief verschil in gedrag, maar wel verschil in ernst, intensiteit
en chroniciteit. Kinderen met gedrags- en emotionele problemen,
vertonen deze gedragingen frequenter, intenser, langduriger en in
verschillende situaties
2
, - context
- bekijken van gedrag en emoties van kinderen in de situatie waarin ze
zich voordoen
- de setting, activiteiten en de pedagogische aanpak hebben een grote
impact op het gedrag van het kind
- bv het kan een normaal kind zijn die moeilijk gedrag vertoont
puur en alleen omdat ze iets heel moeilijk mee hebben gemaakt
- informant
- wie beoordeelt het gedrag van het kind?
- bv. leerkracht, psycholoog, ouder die hoge verwachtingen heeft
3. Classificatie van gedrags- en emotionele problemen
Doel: gemeenschappelijke taal
bv. verwijzen we naar dezelfde gedragskenmerken wanneer we spreken van
aandachtspunten?
2 soorten classificatiesystemen:
3.1. Klinisch-psychiatrische classificatiesystemen
- Deze cursus: DSM-5 = Diagnostic and statistical manual of Mental Disorders of
the American Psychiatric Association
- Overzicht van alle in de westerse wereld erkende klinische geestelijke
gezondheidsstoornissen en andere aandoeningen die een reden voor zorg
kunnen zijn
- Stoornissen worden geoperationaliseerd door middel van criteria, je moet aan
een bepaald aantal criteria voldoen
- nadelen:
- soms te veel los gezien van omgeving en context van het kind
- valide voor andere culturen? Het is Amerikaans…
Maar… opgelet voor labels en stigmatisering!
Deze cursus, DSM-5,... geeft een gemeenschappelijke taal voor hulpverleners. Deze taal
gebruik je niet (altijd) naar de cliënt toe!
Elke cliënt en zijn systeem is uniek, dat vereist maatwerk.
3.2. Empirisch-statistische classificatiesystemen (niet kennen in
reader)
4. Epidemiologisch onderzoek naar gedrags- en emotionele problemen bij
kinderen en jongeren
= systematische studie naar
- prevalentie (= het voorkomen op een bepaald moment in de tijd)
- verspreiding in een bepaalde bevolkingsgroep
- factoren die het voorkomen en de verspreiding beïnvloeden
Uit onderzoek blijkt:
- prevalentie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en jongeren ligt
hoog
- Gedrags- en emotionele problemen hangen nauw samen met:
- geslacht: prevalentiecijfers liggen bij jongens hoger dan bij meisjes →
jongens hebben soms de neiging om dit meer externaliserend te uiten
en meisjes internaliserend waardoor dat het soms misschien minder
opvalt bij de meisjess…
- leeftijd: jongere kinderen laten andere gedragsproblemen zien dan
oudere
3
, - SES: prevalentie van gedragsproblemen is hoger bij kinderen uit zwakke
sociale milieus
- gedragsproblemen van kinderen zijn vrij stabiel
- zijn er nu meer gedragsproblemen dan vroeger?
5. Etiologie van gedrags- en emotionele problemen
= verklaringsmodellen voor gedrags- en emotionele problemen bij kinderen en
jongeren
- hoe zien verklaringsmodellen eruit?
- biologische factoren (niet kennen in de reader)
- leerervaringen (niet kennen in de reader)
Hoe zien verklaringsmodellen eruit?
Waarom is het belangrijk om gedrags- en emotionele problemen bij kinderen grondig
te onderzoeken?
- problemen zijn divers: frequentie, ernst, duur en uitgebreidheid
- Als je kinderen met deze problemen goed wil begeleiden, moet je eerst
begrijpen waarom sommige kinderen deze problemen ontwikkelen en anderen
niet
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie van groei, veranderingen en
stabiliteit doorheen de verschillende levensfasen
Ontwikkelingspsychopathologie: de wetenschappelijke studie naar het ontstaan en
het beloop van psychische stoornissen. Problemen waarvoor men hulp komt zoeken
zijn het product van een lange voorgeschiedenis, waarvan verschillende factoren
elkaar hebben beïnvloed.
Aandacht voor het grensgebied: niet klinisch voorlopers van psychopathologie
Uitgangspunten van verklaringsmodellen voor psychopathologie
- multicausaliteit van gedragsproblemen (altijd meerdere oorzaken)
- operationalisering in termen van risicofactoren en protectieve factoren
- cumulatiehypothese: de kans op ontwikkeling of bestendiging van
gedragsproblemen wordt groter naarmate er meer risico- en minder
protectieve factoren aanwezig zijn
4