Het is een samenvatting van de colleges en gedeeltelijk van de literatuur voor dit vak. Het is makkelijk geordend met de theorieën en dergelijke zo weergegeven dat het overzichtelijk is.
Samenvatting ontwikkelingspsychologie
College 1 – ontwikkeling en invloeden eerste periode
Begrip Beschrijving
Ontwikkeling De geordende ontwikkeling van fysieke, biologische en/of psychologische
aspecten gedurende het leven als gevolg van biologische rijping en/of
leerprocessen
Psychologische gebieden Lichamelijk, cognitief, metacognitief, sociaal, emotioneel
-> ontwikkeling als (dis)continu en cumulatief proces, beïnvloedt door
persoons- en omgevingsfactoren+ historische en culturele context
Ontwikkelingspsychologie Brede, multidisciplinaire wetenschappelijke discipline met als doel ontwikkeling
beschrijven, verklraen en optimaliseren
> prenatale, perinatale en postnatale ontwiikelingsfasen
Normatieve leeftijd biologische en omgevingsinvloeden die horen bij een bepaalde leeftijdsgroep
gerelateerde invloeden (voor alle leden van de groep gelden deze)
Normatieve geschiedenis invloeden die horen bij een behaalde generatie of cohorten
gerelateerde invloeden > technologische revoluties; computers, AI, conflicten of klimaat
Niet-normatieve life invloeden die grote impact kunnen hebben maar die relatief uniek zijn voor een
events individu zoals overlijden van een kind (‘niet normaal’)
Chronische indeling invloeden op het kind:
menselijke ontwikkeling - micro: directe omgeving kind
- meso: wisselwerking micro en exo
- exo: indirecte invloed op het kind (werk van ouders,
overheidsbeslissingen etc)
- macro: culturele invloeden
- chrono: de tijden environmental changes that occur
over the life course
Wetenschappelijke Gebruik van objectieve data, valide en betrouwbare methoden om de
methode onderzoek levensvatbaarheid van theorieën te bepalen
Designs om relaties tussen factoren te onderzoeken
Correlationeel Geen interventie, geen manipulatie van een IV, geen oorzaak specificeren voor
gevonden verbanden
Experimenteel Oorzaak en gevolg/effect relaties, manipulatie, experimentele variabelen
Cross-culturele studies Vergelijken deelnemers van verschillende (sub)culturen op een bepaald aspect van
ontwikkeling en zoeken naar universele patronen van een ontwikkeling (aangeboren
of aangeleerd?_)
Designs om ontwikkeling te bestuderen
Cross-sectioneel Vergelijken verschillende leeftijdsgroepen op 1 moment
Longitudinaal Ontwikkelingsveranderingen door herhaaldelijk dezelfde deelnemers te onderzoeken
naarmate ouder worden
Sequentieel Combi van cross-sectioneel en longitudinaal (onderscheidt echte ontwikkelingstrends van
lastige cohorteffecten -> vb. 2 steekproeven (2002 en 2004) longitudinaal onderzocht van
leeftijd 6 tot 12 jaar oud, cohorteffecten zoeken
, Micro genetisch Intensieve bestudering tijdens korte periode waarin normaalgesproken
ontwikkelingsveranderingen plaatsvinden (vb taal of puberteit)
Alles over het kind
Begrip Beschrijving
Zygote Conceptie tot implantatie (10-14 dagen)
- Blastocyste: zygote rond dag 4, 50 cellen
- Trofoblast: buitenste cellaag van blastocyste, belangrijk voor leveren van
voedingsstoffen, later deel placenta
- Implantatie: proces van nesteling (48 uur)
Embryo Begin 3 t/m 8 weken
- Amnion: waterdichte zak met vocht ter bescherming tegen klappen, regeling
temperatuur en gewichtloze omgeving
- Dooierzak: produceert bloedcellen voor embryo zak zit vast aan
- Chorion: omkleding van amnion en later bekleding van placenta
- Allantois: vormt navelstreng van embryo
Alles begint te ontwikkelen, herkenbaar als mensje en ontwikkeling primiteieve staart tot
ruggengraat, ledematen, hersenen, bloedsomloop en seksuele ontwikkeling
genitale rand > indifferente gonade (XY of XX)
Placenta en Uitwisseling voeding en zuurstof en afvoer van afvalstoffen
navelstreng
Embryonale Vormt 3 lagen
schijf 1. Ectoderm: zenuwstelsel, huid en haar
> neurale buis (primitieve ruggengraat)
2. Mesoderm: spieren, botten, bloedsomloop
3. Endoderm: spijsverteringsstelsel, longen, urinewegen en andere vitale organisen
(alvleesklier, lever)
Foetus Week 9 tot geboorte (laatste 7 maanden)
> tot maand 7 ontwikkeling van orgaansystemen, nagels, huid,
gezichtskenmerken, visuele en auditieve zintuigen
- Lanugo: dons over het lijfje
- Vernix: dikke beschermende soort crème
- Cerebrale cortex; hersenschors, buitenste laag dat grootste deel hersenen bedekt
laatste 2 maanden is afrondingsfase
levensvatbaarheid: 22-26/28 weken
Begrip Beschrijving
Teratogenen Beïnvloeden het ontwikkelende embryo of foetus negatief in de ontwikkeling; ziekte,
medicijnen of andere omgevingsfactoren
> hoe langer de blootstelling, hoe groter de impact
Sensitieve periode Structuur vormt en groeit het snelst, de effecten van een teratogeen op ontwikkeling ergste
Kritieke periode tijdens deze periode
Fetal Programming Veranderingen in de omgeving van de moeder tijdens kritieke periode van embryonale en
Theory – Barker foetale ontwikkeling kan leiden tot ontwikkelingsaanpassingen die permanente structurele,
fysiologische en metabolische veranderingen veroorzaken
Geboorte 3 fasen
1. Weeën die de baarmoederhals verwijden
, 2. Bevalling van baby
3. Uitdrijving nageboorte
Apgar test Net na geboorte > toestand beoordelen (hartslag, ademhaling e.d.)
NBAS Neonatal behavioral assessment scale > uigebreide meting van gezondheid en welzijn van
baby, wat later
Anoxie Tekort aan zuurstof in weefsels of organen van lichaam, kan hersenbescadiging veroorzaken
Alg Voortschrijdende inzichten in lange en korte termijn gevolgen van komst baby, meer
preventie en aandacht voor voorbereiding van gezinsuitbreiding en veel culturele
verschillen in prenatale, perinatale en postnatale zorg en ontwikkeling
College 3 – cognitie en de theorieën hierbij
Begrip/persoon Beschrijving
Cognitie/cognitieve Ontwikkeling in proces van kennisverweving en gebruik zoals aandacht, waarnmeing,
ontwikkeling leren, denken en onthouden om problemen op te lossen en aanpassen aan omgeving
Fuzzy trace theorie Reyna & Brainerd
hoe valide is je geheugen? Bij iedereen is het geheugen een dynamisch concept
(individueel en herinneringen worden onthouden en gevormd)
Duaal process theorie van geheugen: twee manieren van kijken naar gebeurtenis,
afhankelijk van soort taak of type informatie 2 geheugenprocessen
1. Specifiek – verbatim (feitelijke dingen die je daadwerkelijk hebt gezien)
2. Algemeen – gist (algemene dingen die je niet hebt gezien en die je daarom zelf
invult)
Deze twee zorgen ervoor dat wat je denkt niet alitjd klopt
Verbatim en gist Ophalen (retrieval) van verbatim sporten (herbeleving van contextuele kenmerken van
eerdere gebeurtenis) en/of
Ophalen gistsporen (meer oppervlakkige details) -> efficiënter dan verbatim (geen
onnodige details) maar geassoiceerd met valse herinneringen
Aandacht - Volgehouden aandacht: focus voor bepaalde tijd, niet laten afleiden
- Selectieve aandacht: aandacht richten op bepaalde zaken en niet op anderen
zaken, gerelateerd aan het concept van cognitieve inhibitie (afremmen van
cognitieve processen ipv activeren zoals info-processing theorie)
- Aandachtspanne: hoelang een kind aandacht kan houden > vaak wordt gedacht
aan leeftijd in minuten hoelang ze aandacht kunnem behouden
Geheugen Event memory; lange termijn geheugen
- Strategisch geheugen: processen die betrokken zijn bij het bewust behouden of
ophalen van informatie
- Autob iografisch geheugen: geheugen voor belangrijke ervaringen, strek
gerelateerd aan taal; en toen… en toen…
- Sociale constructie van autobiografisch geheugen (denk aan Vygotsky)
- Deffered imitation; eerste bewijs voor geheugen
- Infantiele amnesie: Freud - emotionele confliceten onderdrukken; info-processing
theorie (herinneringen nog niet in taalcodes opgeslagen)
Freud: onderdrukking van emotionele conflicten en te veel of te weinig stimulance op
bepaalde vlakken waardoor er defensieve reacties ontstaan waardoor je het niet meer
weet
, Informatieverwerkingstheorie zegt: ja je korte of lange termijn geheugen niet ontwikkeld
of begrijpende vermogen is nog niet ontwikkeld
Analoog redeneren Redeneren op basis van wat je weet over 1 verzameling elementen, je relaties kunt
afleiden over andere elementen
Ø Verschil: jonge kinderen leten meer op perceptuele gelijkheid (identity matching) en
oudere kinderen meer op conceptuele gelijkheid (dezelfde relatie tot)
Ø Relational primacy hypotheses: analoog redeneren is al vroeg in de kindertijd
beschikbaar
Rekenvaardigheden Kinderen ontwikkelen op jonge leeftijd al kennis over hoeveelheden (zie aantekeningen
van college voor specifieke info)
Evaluatie info- - Meer aandacht voor cognitieve processen (meer dan Piaget)
processing - negeert neurologische en socio-culturele invloeden op cognitieve groei, negeert de
theorieën meetbare neurologische cijfers
- te weinig aandacht voor diversiteit in cognitieve activiteiten maar wel impact op
instructies in onderwijs + zegt dat computer analogie wat armoedig is
kind is een actieve learner, (impliciet) veronderstelt nature en nurture voor ontwikkeling,
kwantitatieve en continue ontwikkeling (itt Piaget), vrij holistisch (ook verklaringen voor
sociale relaties of schoolprestaties, niet enkel over geheugen, aandacht enz.)
Piaget – fase theorie
De theorie over Universeel patroon van intellectuele groei dat zich ontvouwt tijdens babytijd, kindertijd en
ontwikkeling kort adolescentie
uitgelegd Fasetheorie: sprongen in de omgeving i.p.v. vloeiende overgang, fundamentele verschillen
in de ontwikkeling (als een trap)
- Kind als kleine wetenschapper; ontwikkelt zichzelf
- Interactie met objecten (niet anderen) om te leren en tot ontwikkeling te komen
(constructivisme)
Kennisverwerving: d.m.v. cognitieve schema’s door organisatie en adaptatie
Organisatie Combineren van bestaande schema’s tot nieuwe, complexere schema’s met als doel het
bevorderen van adaptatie
Adaptatie Cognitieve groei wanneer deze processen worden behaald
- Assimilatie: ervaringen worden geïnterpreteerd aan de hand van huidige cognitieve
ontwikkelingsstadium en bestaande schema’s
- Accommodatie: nieuwe stimuli of gebeurtenissen worden ondergebracht in
aangepaste schema’s of nieuwe schema’s worden aangemaakt
Invariante (fixed) Reeks ontwikkelingen die plaatsvinden in 1 bepaalde volgorde omdat elke ontwikkeling in
ontwikkeling de reeks een voorwaarde is voor een andere
sequentie > geen fase overslaan dus sequentieel doorlopen
> wel erkenning individuele verschillen
Intelligentie Elementaire levensfunctie voor aanpassing aan eisen van omgeving
Intellectuele Doel: produceren van evenwichtige relatie tussen iemands denkprocessen en de omgeving
activiteit
Cognitief Proces waarbij opzoek wordt gegaan naar oude ‘cognitieve scripten’ om een probleem op
equilibrium te lossen > het behalen = equibrilatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur eefkexxx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
